Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.40 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
epos
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel
poëtica
leerdicht
hekeldicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

(1936)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 979]
[p. 979]

Aantekeningen door Dr. C.C. van de Graft

DE TOONEELBROEDERS, blz. 290.

Reeds Worp maakte melding van Brusselse komedianten, aan wie 30 Aug. 1649 verlof geweigerd werd om in Hamburg te spelen, maar hij ging daarop niet verder in, daar hij hen niet tot zijn landslieden rekende (Gesch. v.h. drama en v.h. tooneel, 's-Grav. 1904, II 45). Het juist verschenen werk van Herbert Junkers, Niederländische Schauspieler und Niederländisches Schauspiel im 17 und 18 Jahrhundert in Deutschland, Haag 1936, bewijst ons nu zoo goed als zeker dat deze Brusselse komedianten dezelfde waren als de toneeltroep van Jan Baptist Fornenbergh, de bekende toneeldirecteur en stichter van de Haagse Schouwburg (zie ook E.F. Kossmann, Nieuwe Bijdragen tot de gesch. v.h. Ned. tooneel i.d. 17e en 18e eeuw, 's-Grav. 1915, blz. 1-9). Ofschoon in dienst staande van de te Brussel residerende stadhouder der Zuidelike Nederlanden, Aartshertog Leopold Willem van Oostenrijk, kon Fornenbergh's troep blijkbaar van diens bezoldiging niet leven en was dus gedwongen ook in andere steden en landen te reizen. Worp noemt Fornenbergh een der grootste zwervers onder zijn collega's en vermeldt als zijn eerste optreden buitenlands de reis naar Altona bij Hamburg, Stokholm, Reval en Riga in 1665. Ook Kossmann maakt gewag van de grote reizen, door Fornenbergh als toneeldirecteur naar Duitsland, de Oostzeeprovinciën, Denemarken en Zweden ondernomen, welke zijn naam in de toneelgeschiedenis beroemd gemaakt hebben (Das Niederl. Faustspiel des 17. Jahrh., Haag 1910, blz. 2). Doch eerst het archiefonderzoek, door Junkers in de Noordduitse steden met belangrijke Nederlandse bevolkingselementen verricht, verrijkt onze kennis van deze reizen aanmerkelik. Hier lezen wij o.a. dat de Hollandse reizende troep ‘Brusselsche comedianten’, aan wie de Hamburger Magistraat 30 Aug. 1649 verlof tot optreden had geweigerd, speelden bij de bruiloft van Sophie van Holstein, die 16 Sept. huwde, nadat zij waarschijnlik van 30 Aug. tot 16 Sept. te Kiel gespeeld hadden. Nadat op 24 Sept. hun verzoek te Hamburg andermaal was afgewezen, werd dit 31 Oct. op voorspraak van de Hertog van Holstein ingewilligd. Vier jaar later duiken de Brusselse comedianten weer te Danzig op. Als zij in 1653 te Amsterdam optreden, wijdt Vondel hun zijn gedicht, waaruit nog de onbekend gebleven biezonderheid blijkt, dat zij inmiddels ook in Denemarken gespeeld hadden (Junkers, blz. 70-73).

BYSCHRIFT OP D'AFBEELDINGE VAN GODART VAN REE, blz. 259.

De afbeelding die Unger (1657-1660), tegenover blz. 117, bij dit gedicht plaatst, is onjuist; zie de beschrijving van het door Vondel bezongene portret bij Dr. Harry Schmidt, Jürgens Ovens [1922], blz. 187, nr. 249.

OP D'AFBEELDINGE VAN PETER DE GRAEF, blz. 287.

De afbeelding die Unger (1657-1660), blz. 327, bij dit gedicht plaatst, geeft een oudere man weer en niet de twee-en-twintigjarige, die hier bezongen wordt.

OP EEN SCHILDERY, blz. 293.

Het motto bij dit gedichtje is een Latijns spreekwoord (De dood maakt geen verschil tussen koning en dagloner). Het komt in zijn volledige vorm (Mors sceptra etc.) voor op de allegorie der vergankelikheid die Jacques de Gheyn tekende en graveerde en welke zich thans in het Brits Museum bevindt. De Gheyn bracht het opschrift aan in kapitaal getekende letters, terwijl de langere teksten eigenhandig zijn geschreven door Grotius.

[OP UYTENBOGAERT], blz. 298.

De afbeelding die Unger (1671-1679), blz. 407, bij dit gedicht plaatst, is naar een oudere, met Latijns gedicht van Barlaeus verschenen, gravure, zie Fred. Muller, Cat. v. Portretten, Amsterdam 1853, nr. 5516d. Zie voor de gravure waarbij Vondel zijn gedichtje maakte, ald. nr. 5520.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • C.C. van de Graft