Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.06 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 209]
[p. 209]

Zegezang Over den zeestrijt der doorluchtighste Heeren Staeten,
Door den weledelen en gestrengen Heer Michaël Ruiter,
Lieut. Amirael der Vrye Nederlanden.aant.Ga naar voetnoot*

ARMA VIRUMQUE CANO.

I. Zang.
 
Laet d'oude dichters hun papierenGa naar voetnoot1
 
Met droomen kluchten en verzierenGa naar voetnoot2
 
Stoffeeren, en het eerste schip,Ga naar voetnoot3
 
Dat uit Tessalie dorst vaeren,
5[regelnummer]
Naer Kolchos stuuren op de baren,
 
Door 't zeegevaer der logenklip,Ga naar voetnoot6
 
Om eene schaepevacht te haelen:
 
Het lustme in d'oorloghsvloot te praelen,Ga naar voetnoot8
 
Die, trots op Ruiter, uit Goeree
10[regelnummer]
En Tessel, zulk een' slagh durf waegen,Ga naar voetnoot9-10
 
Om 't schuim der Brittenlantsche plaegen
 
Te veegen uit de vrye zee.
 
Het lustme met triomftrompetten
 
Een' onverzierden toon te zettenGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
  Op zulk een heerlijk watervier,Ga naar voetnoot15
 
Ontsteeken, daer de beide strandenGa naar voetnoot16
 
Den zeeschrik Karel zagen branden,Ga naar voetnoot17
 
Ten prijs van Hollants zeebanier.
 
Laet Londen 't volk met logens paeien:
20[regelnummer]
Het hoort ons roode haenen kraeien.Ga naar voetnoot20
[pagina 210]
[p. 210]
I. Tegenzang.
 
Dat 's recht. van 's weerelts aenvang troffen
 
Noit heldendichters rijker stoffen
 
Om hoogh te streven, en in ly
 
Te leggen out Athene en Rome.Ga naar voetnoot23-24
25[regelnummer]
Schoon Perseus eenen zeedraek toome,
 
In enklen schijn en schildery;Ga naar voetnoot26
 
Wy vliegen hier, zoo d'ouden razen,Ga naar voetnoot27
 
Op geene vliegende Pegazen.Ga naar voetnoot28
 
De waerheit hoeft geen logendicht,
30[regelnummer]
Noch valsche verwen, schoon in 't blaeken.Ga naar voetnoot30
 
Zy tekent 's lants geschiede zaeken,Ga naar voetnoot31
 
Zoo klaer gebleeken als het licht.
 
Men magh dees zege aen 't licht vertrouwen.
 
Men zalze in raethuismarmer houwen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
  Ter eere van den vryen staet,
 
Doch eerst ten prijs van 't hooft der heeren,
 
Door welx gena wy triomfeeren,
 
Als zy Britanje nederslaet,
 
En dwingt de koningsvlagh te strijken.
40[regelnummer]
Een maght betoomt alle aerdtsche rijken.Ga naar voetnoot40
II. Zang.
 
De Turksche keizers schepten hoope
 
De zon van 't aengestreên EuropeGa naar voetnoot42
 
Te dooven met hun halve maen,
 
Toen Stuart uit zijn ballingschappenGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Verwaent den rijxtroon op quam stappen,Ga naar voetnoot45
 
Ten dootschrik van den oceaen.
 
't Is droef dat een besneên zich kittel'Ga naar voetnoot47
 
Met een', die trots in zijnen tittelGa naar voetnoot48
 
Zich noemt beschermheer van 't geloof,
50[regelnummer]
Op 's rijx triomfboogh, stout in 't roemen,
[pagina 211]
[p. 211]
 
Zich durf den Britschen zeegodt noemen,Ga naar voetnoot50-51
 
Verhit op Christenlantschen roof.Ga naar voetnoot52
 
't Is droef, het droefst dat menschen hoorden,
 
Hoe hy in 't wreet gevangensmoordenGa naar voetnoot54
55[regelnummer]
  Falaer en Neroos overtreft.Ga naar voetnoot55
 
Maer 't hoogste hof blijft niemant schuldigh,Ga naar voetnoot56
 
Al hoort het eene wijl geduldigh
 
Des volx geschrey, dat zich verheft
 
In top naer 's hemels hooge stoelen.Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Noch wil hyze al de voeten spoelen.Ga naar voetnoot60
II. Tegenzang.
 
Wort Godts gezalfde een zeevrybuiter?Ga naar voetnoot61
 
Zie toe, zie toe: een eenigh Ruiter,
 
Die Afrika van wederzyGa naar voetnoot63
 
Van Britten Turk en Moor, op steelen
65[regelnummer]
En stroopen heet, uit strantkasteelenGa naar voetnoot65
 
Kon dondren, komt u weder by.Ga naar voetnoot66
 
De hemel heeft hem uitgezondert,Ga naar voetnoot67
 
Terwijlge uw bontgenooten plondert,
 
En, in gevloekten roof verarmt,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Op uwen hals haelt duizent vloeken.Ga naar voetnoot70
 
Hy komt u op den Teemsstroom zoeken,
 
Die averechts 't geloof beschermt.Ga naar voetnoot72
 
Gedenk hoe gy den Staet der landen,
 
Die u herstelde, en op zijn handen,
75[regelnummer]
  U t'scheep geleide uit 's Gravenhaegh,Ga naar voetnoot74-75
 
In uwe hoope hebt verslonden,Ga naar voetnoot76
 
Ter schennisse der vreverbonden.Ga naar voetnoot77
 
Verdiende ons noothulp zulk een plaegh?Ga naar voetnoot78
[pagina 212]
[p. 212]
 
Gy zult uw straf rechtvaerdigh draegen.Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Zy staen niet stil, die andren jaegen.Ga naar voetnoot80
III. Zang.
 
De stam van Stuart moet zich schaemen.
 
Dees wist noit middelmaet te raemen.Ga naar voetnoot82
 
Hy lijdt onnozel, zonder schult,Ga naar voetnoot83
 
Op Puriteinsche hofschavotten,
85[regelnummer]
Van bittere Engelschen en Schotten,Ga naar voetnoot85
 
Of leert onschuldigen gedult.Ga naar voetnoot86
 
Gy spiegelt traegh u aen een' ander,
 
Misbruikende den oorloghsstander,
 
Geheel Europe tot verdriet,
90[regelnummer]
En eerst uwe eigene onderdaenen,Ga naar voetnoot90
 
Gedompelt in een zee van traenen
 
En Christensch bloet, dat gy vergiet;
 
Daer Monk, uw heilant, en BerklaienGa naar voetnoot93
 
Uit zee uw krijtstrant overschreien;Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
  Daer Monk, gewenkt van AskuéGa naar voetnoot95
 
Om noothulp door 't besproken teken,Ga naar voetnoot96
 
Uit noot hem in den noot laet steeken,
 
Eer 't zeekasteel verzinkt in zee,
 
Met hondert dubble zeekortouwen.
100[regelnummer]
Wat kan de hooghmoedt schootvry bouwen!Ga naar voetnoot100
III. Tegenzang.
 
Waer voerde oit Ruiter zoo rechtschapen
 
In zijnen schilt het eêlste wapen,
 
Voorzichtigheit en krijghsbeleit,Ga naar voetnoot103
 
Het oogh in eene hant van boven,
105[regelnummer]
In 't midden van dien gloênden oven,
 
Gesterkt van Godts almogenheit.Ga naar voetnoot104-106
[pagina 213]
[p. 213]
 
Dees zeehelt gaf de maet en wetten
 
Aen zoo veel stemmen van trompetten,
 
Kortouwe en donderbusse, in een,Ga naar voetnoot109
110[regelnummer]
Als naer de zangkunst, hecht geslooten,Ga naar voetnoot110
 
En rolde, op korte en lange nooten,
 
Den oorloghsgalm op 't water heen.Ga naar voetnoot112
 
Meerminnen meermans Tritons hooren
 
Den bas en bovenzang der kooren
115[regelnummer]
  Van Mars, gesteegen in de mars,Ga naar voetnoot115
 
Die met de koningsvlagh quam daelen
 
Al juichende, op de zeekooraelenGa naar voetnoot117
 
In 't houte en ysre krijghsgekners,
 
En twijfelen der oorloghskanssen.Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Nu zwijgen d'oude harnasdanssen.Ga naar voetnoot120
Toezang.
 
Geluk en heil, doorluchtste Staeten,
 
Met zulk een zege, zonder ga,Ga naar voetnoot122
 
Behaelt, tot heil der onderzaeten
 
En 't Christendom, door Godts gena.
125[regelnummer]
Zoo moetze uw vlooten vry geleidenGa naar voetnoot125
 
Aen alle kusten oost en west,
 
Zoo lang de dagh den nacht zal scheiden.
 
Zoo dempe uw vier dees waterpest,
 
Dees helsche poelslang van de Britten,Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Terwijlwe in uwe schaduw zitten.Ga naar voetnoot130
 
 
 
J.v. Vondel.

Voor de Weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam, in 't Nieuwe Testament. 1666.

voetnoot*
Van 1666. - Volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger no. 687).
Het motto, de aanhef van de Aeneïs, betekent: Ik bezing de held en zijn wapenen. Het gedicht heeft eveneens betrekking op de vierdaagse zeeslag.
voetnoot1
d'oude: uit de Oudheid.
voetnoot2
verzieren: bedenksels.
voetnoot3
Stoffeeren: vullen, opsieren; de Argo, het schip dat uit Thessalië naar Kolchos zeilde om het gulden vlies (eene schaepevacht, vs. 7) te bemachtigen.
voetnoot6
't zeegevaer der logenklip: de leugenachtig bedachte, gevaarlike Cyranese rotsen.
voetnoot8
te praelen in: de roem te verkondigen van.
voetnoot9-10
De vloot van De Ruyter voer 11 April 1666 van Goeree naar Tessel en zeilde 1-5 Juni uit Tessel naar Engeland; durf: durft.
voetnoot14
een onverzierden toon: een niet (voor de gelegenheid) bedacht, maar welgemeend loflied.
voetnoot15
watervier: brand op zee.
voetnoot16
Ontsteeken: ontstoken; beide: van Engeland en Holland.
voetnoot17
Den zeeschrik Karel: het ontzagwekkende Engelse schip Royal Prince, de 13de Juni veroverd en verbrand.
voetnoot20
ons: onze; roode haenen kraeien: spreekwoordelik bij brandstichting (Ned. Wdb. V, 1387)
voetnoot23-24
in ly te leggen: te overtroeven.
voetnoot26
In enklen schijn en schildery: slechts in de verbeelding van schrijvers en schilders.
voetnoot27
zoo d'ouden razen: gelijk de klassieke schrijvers, in hun dwaasheid, het verbeelden.
voetnoot28
Op geene: niet op; Pegazen: meerv. van Pegasus, het bekende gevleugelde paard. Zie hiervóór Op het gezegent voorspel, vs. 6.
voetnoot30
schoon in 't blaeken: schitterend schoon.
voetnoot31
tekent: schildert; geschiede zaeken: geschiedenis.
voetnoot34
in raethuismarmer: Vondel verlangt dus een overwinningsteken in het nieuwe Stadhuis.
voetnoot40
Accent op Eén.
voetnoot42
aengestreên: aangevallen.
voetnoot44
Stuart: Karel II.
voetnoot45
Verwaent: overmoedig.
voetnoot47
een besneên: een heiden; zich kittel met: zich innerlik verheugt over (Ned. Wdb. VII, 3187), nl. over het feit dat een Christen niet anders handelt als hij zou doen.
voetnoot48
tittel: hoge waardigheid.
voetnoot50-51
Zou hier een werkelike triomfboog bedoeld zijn? Deze komt niet voor de penningen met de opschriften: ‘nos penes imperium’ (aan ons de wereldheerschappij) en ‘quatuor maria vindico’ (ik ma ak aanspraak op vier zeeën), die Karel II na de slag bij Lowestof liet slaan; zie afb. bij Scheurleer, Onze mannen ter zee (1913), blz. 72 en 74.
voetnoot52
Christenlantschen roof: het beroven van mede-Christenen.
voetnoot54
't wreet gevangensmoorden: zie over de slechte behandeling van onze gevangenen te Londen: Wagenaar: Vaderl. Hist. (1755) XIII, blz. 170.
voetnoot55
Falaer: Phalaris (± 560 v. Chr.), een wreed tiran van Agrigentum op Sicilië.
voetnoot56
't hoogste lof: het hemelse gerecht.
voetnoot59
stoelen: tronen.
voetnoot60
de voeten spoelen: zeemans eufemisme voor verdrinken.
voetnoot61
Godts gezalfde: de Engelse koning.
voetnoot63
van wederzy: nl. aan de Noord- en aan de Westkust.
voetnoot65
heet op: vurig begerig naar; strantkasteelen: versterkingen aan de kust.
voetnoot66
dondren: met geweld verdrijven (in 17de-eeuwse taal nog niet plat); vgl. opdonderen; komt u by: valt u op 't lijf.
voetnoot67
uitgezondert: uitverkoren.
voetnoot69
in gevloekten roof: bij (ondanks) uw vervloekte roofzucht.
voetnoot70
vloeken: vervloekingen (van de beroofden).
voetnoot72
te verbinden met u (71).
voetnoot74-75
Karel II vertoefde vóór zijn herstelling hier te lande. Men deed hem uitgeleide naar het schip dat hem in Scheveningen wachtte.
voetnoot76
In uwe hoope hebt verslonden: in uw gedachten, in uw verwachtingen reeds hebt vernietigd.
voetnoot77
Ter schennisse: daarmede schendend.
voetnoot78
noothulp: hulp in nood; plaegh: ramp, straffe vergelding.
voetnoot79
rechtvaerdigh: naar recht en billikheid.
voetnoot80
Zy staen niet stil: zij worden, op hun beurt, opgejaagd.
voetnoot82
middelmaet te raemen: de middenweg te vinden.
voetnoot83
Hy: de stam, in de personen van Maria Stuart en van Karel I; onnozel: onschuldig.
voetnoot85
bittere: wrede.
voetnoot86
Of leert onschuldigen gedult: of leert onschuldigen, dat ze lijdzaam te dulden hebben. Dit slaat op de andere vertegenwoordiger van de stam, Karel II, die dan met Gy aangesproken wordt.
voetnoot90
eerst: in de eerste plaats.
voetnoot93
uw heilant: uw redder. George Monck, hertog van Albemarle, had de terugkeer van Karel II krachtig bevorderd; Berklaien: de vice-admiraal Berkeley.
voetnoot94
uw krijtstrant overschreien: noodkreten doen klinken over de Engelse kust.
voetnoot95
van: door.
voetnoot96
noothulp: hulp in de nood; besproken: afgesproken.
voetnoot100
schootvry: zonder zich aan vergelding bloot te stellen; bouwen: tot stand brengen.
voetnoot103
Voorzichtigheit: voorzichtig beleid.
voetnoot104-106
Slaat dit wellicht op een afbeelding? Het slaat niet op het wapenschild dat De Ruyter ontving toen hij door Frederik III van Denemarken in de adelstand werd verheven.
voetnoot109
donderbusse: kanon van zeer licht kaliber (Ned. Wdb. III, 2808); in een: bij elkaar.
voetnoot110
hecht geslooten: als een goed gecomponeerd muziekstuk. De vergelijking wordt in het volgende vers (noten), in vs. 114 en vs. 117 voortgezet.
voetnoot112
heen: voort.
voetnoot115
Mars: vgl. hiervóór, Zeetriomf, vs. 30, waar Mars ook boven in de masten zweeft.
voetnoot117
zeekooraelen: de samenklinkende stemmen van de bovenbedoelde krijgsmuziek.
voetnoot119
twijfelen: weifelen, op en neer gaan.
voetnoot120
d'oude harnasdansen: krijgsdansen (Ned. Wdb. V, 2247; vgl. ook Tooneelschilt, deel 9, blz. 386).
voetnoot122
zonder ga: weergaloos.
voetnoot125
moet: moge.
voetnoot129
poelslang: in het moeras huizend monster.
voetnoot130
in uwe schaduw: onder uw bescherming.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius