Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.06 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Zeegevier der Vrye Nederlanden op den Teems.aant.Ga naar voetnoot*

EST MOLLIS FLAMMA MEDULLAS

 
Wie in Maroos zee wil vissen,Ga naar voetnoot1
 
Volgh der Staeten schrandren vont,
 
Zette 't vischnet op den gront,Ga naar voetnoot3
 
Leere staetgeheimenissen,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
  Noit voorheene klaer verstaen.
 
Nu kan elk dit raetsel raên.
 
Amsterdam en Britsch KarthageGa naar voetnoot7
 
Worstlen onderling om strijt:
 
Want de Brit elx vaert benijt,
10[regelnummer]
Alle kusten tot een plaege.Ga naar voetnoot10
 
d'Opgeworpe zeegodt JorkGa naar voetnoot11
 
Eigent zich Neptunus vork.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot12
 
Hy verbiet de zee te roeren,
[pagina 311]
[p. 311]
 
En gebiet dat elk de vlagh
15[regelnummer]
  Strijke voor zijn zeegezagh.
 
Hy heeft recht de vlagh te voeren,
 
En te rooven wat hem lust,
 
Van den Teems tot Indus kust.
 
Onder schijn van trek tot vrede
20[regelnummer]
  Speelt de schalk, tot 's nabuers scha,
 
Zijne paisrol in Breda:Ga naar voetnoot20-21
 
Maer men kent Leicesters zede,Ga naar voetnoot22
 
Die meineedigh en veraert,Ga naar voetnoot23
 
Elk naer 't hart steekt met zijn' staert.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Hierom vont 's lants raet geraeden
 
Op te waeken, en uitheemschGa naar voetnoot26
 
Met een zeemaght op den Teems
 
Alle gronden door te waeden,Ga naar voetnoot28
 
t'Onderzoeken door een' heltGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
  Hoe die rijxpols was gestelt.Ga naar voetnoot30
 
Nieu Karthago, bang voor tastenGa naar voetnoot31
 
Woelt hier tegens aen met kracht,Ga naar voetnoot32
 
Stopt de stroomen, sterkt de wacht,
 
Spant de ketens, ketent masten,
35[regelnummer]
  Zinkt de Schepen, damt de kil,Ga naar voetnoot35
 
Ziet niet aen wat helpen wil.Ga naar voetnoot36
 
Batavieren uitgelaeten
 
Bruizen dat het yzer knarst,Ga naar voetnoot38
 
En de keten breekt en barst
40[regelnummer]
Van dit Turkse DamiatenGa naar voetnoot40
 
Op den Teemstroom, naer den stijlGa naar voetnoot41
 
Van het Sparen aen den Nijl.
 
Stuardts ruiteryen woelen.
 
Jork en Monk, gevlught op strant,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
  Zien hun vloot en slot in brant
 
Van een zeekoorts, niet te koelen,Ga naar voetnoot46
 
Voelen hoe, als Maro leert,
[pagina 312]
[p. 312]
 
Zachte vlam het mergh verteert.Ga naar margenoot+
 
Londen voelt zijn krachten smelten,
50[regelnummer]
  Staet noch eens in vier en gloet,
 
Die de koorts in d'adren voedt.Ga naar margenoot+
 
Nieu Karthago rijdt op stelten.Ga naar voetnoot52
 
Withal, Hof en ParlementGa naar voetnoot53
 
Vloeken Ruiter, Wit, en Gent.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Stil te swijgen kan niet baeten:
 
Want de vierpijl, die hen prangt,Ga naar voetnoot56
 
Ga naar margenoot*Dootlijk in de zijde hangt.
 
Stoffers, terght nu Zeven Staeten.Ga naar voetnoot58
 
Schent verbonden, eer en trou.
60[regelnummer]
  Groeit in Schellings brant en rou.Ga naar voetnoot60
 
Ga naar margenoot†Al de scheepsbou blijft nu steeken,
 
En wat trots ten hemel steegh.
 
Alle havens leggen leêgh.Ga naar voetnoot63
 
Hun gekorve masten spreeken,
65[regelnummer]
  En de brantschat, fix betaelt,Ga naar voetnoot65
 
Op dien Ruitertoght gehaelt.Ga naar voetnoot66
 
Tot een eeuwigh zeegeteken
 
Zal het zeeslot, groot van faem,Ga naar voetnoot68
 
Dat, gevreest om Karels naem,
70[regelnummer]
Alle havens aen wou steeken
 
Met een zeepest en bederf,Ga naar voetnoot71
 
Pronken voor 't Oostindisch werf.
 
Zeeraet, spaer geen gout, noch parel,Ga naar voetnoot73
 
Noch doorluchtigh diamantGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
  Aen een scheepskroon, om parmantGa naar voetnoot75
 
Dien veroveraer van Karel
 
Rijk te kroonen, dat de nijt
 
Brakel 't hart toebraeke uit spijt.Ga naar voetnoot78
 
Eer den zeehelt met een wapen.
80[regelnummer]
  Hang zijn slaghzwaert in 't gestarnt,
 
Dat den Brit in d'oogen barnt,Ga naar voetnoot81
[pagina 313]
[p. 313]
 
Die de zee wil overgaepen,
 
En verslinden al wat zeilt.
 
Hollant heeft zijn' gront gepeilt.Ga naar voetnoot84
 
 
 
J.v. Vondel.

t'Amsterdam, voor de weduwe van Abraham de Wees, op den Vygendam. 1667.

voetnoot*
Van 1667. - Volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger no. 696). Het motto, ontleend aan Aeneïs IV, 66, betekent: ‘De zachte vlam verteert het merg.’
Opschrift: Gedicht op de tocht naar Sheerness, waar onze vloot de 6de Juni onder De Ruyter en Cornelis de Witt heenzeilde de tot bespoediging van de vrede. De vloot verbrak de 22ste Juni de over de Theems gespannen ketting, veroverde de Royal Charles, verbrandde de hoger liggende schepen, en maakte twee schepen buit.
voetnoot1
in Maroos zee: in de onuitputtelike werken van Vergilius Maro, waarin Vondel telkens zijn motto's zocht. Het raetsel (vs. 6) lost de dichter zelf op in vs. 47-48: het ligt al besloten in zijn motto. Evenals Dido verteerd werd door het minnevuur, zijn de Engelsen het slachtoffer geworden van hun verterende afgunst. Dat zij inderdaad zwakker waren dan zij schenen, bleek door der Staeten schrandren vont (vondst) (vs. 2), nl. hen op hun eigen gebied hun kracht te gaan beproeven of (zie vs. 25-vlg.), hun de pols te voelen (vs. 30).
voetnoot3
op den gront: op de bodem van het viswater.
voetnoot4
staetgeheimenissen: de geheim gehouden innerlike toestand van de staat.
voetnoot7
Britisch Karthage: het concurrerende Engeland, gelijk eertijds Carthago tegenover Rome stond.
voetnoot10
plaege: ramp.
voetnoot11
d'Opgeworpen zeegodt Jork: de randnoot Neptunus Brittannicus, evenals bij Jammerklaght, vs. 43, verklaart ons dat Karel II bedoeld is, die zich zelf opwierp als zeegod.
margenoot+
[Randschrift:] Neptunus Britannicus.
voetnoot12
Neptunus vork: de drietand. Zie Jammerklaght: vs. 71.
voetnoot20-21
schalk: schurk; speelt zijne paisrol: hij doet alsof de vredesonderhandelingen te Breda ernstig bedoeld zijn.
voetnoot22
Leicesters zede: de bedrieglike streken van Leicester.
voetnoot23
veraert: ontaard.
voetnoot24
met zijn staert: als wapen van de zeedraak.
voetnoot26
Op te waeken: wakker te worden; uitheemsch (bijwoord): buitenslands (vgl. Vrepytaer, vs. 56 op blz. 317).
voetnoot28
Alle gronden door te waeden: alles grondig te onderzoeken.
voetnoot29
t'Onderzoeken: te doen onderzoeken.
voetnoot30
rijxpols: zie bij het Opschrift.
voetnoot31
Nieu Karthago: vgl. vs. 7 en vs. 52; tasten: de pols voelen.
voetnoot32
Woelt hier tegens: verzet zich krachtig daartegen.
voetnoot35
Zinkt: doet zinken; kil: bedding.
voetnoot36
Ontziet geen middelen, als ze maar kunnen baten.
voetnoot38
Bruizen: komen opzetten.
voetnoot40
Turkse Damiaten: ook op de bekende kruistocht werd een over de Nijl gespannen keten, bij Damiate, verbroken, volgens de overlevering door de Haarlemmers (vgl. het Sparen in vs. 42).
voetnoot41
naer den stijl: op dezelfde wijze.
voetnoot44
Jork: hier de Hertog van York, broeder van Karel II; Monk: zie blz. 206 en 212.
voetnoot46
zeekoorts: Vondel vereenzelvigt hier de verterende gloed van hun afgunst met de gestichte brand.
margenoot+
[Randschrift:] Est mollis flamma medullas.
margenoot+
[Randschrift:] Vulnus alit venis, & caeco carpitur igni.
voetnoot52
rijdt op stelten: geraakt in opschudding. In een kanttekening haalt Vondel als parallel aan Aeneïs IV, 635-vlg.
voetnoot53
Withal: Whitehall, het koninklijk paleis.
margenoot+
[Randschrift:] It clamor ad alta atria: concussam Bachatur fama per urbem. Lamentis, gemituque & foemineo ululatu tecta fremunt, resonat magnis plangoribus aether. non aliter quam si immissis hostibus omnis Carthago, aut antiqua Tyrus, flammaeque furentes culmina perque hominum volvantur perque deorum.
voetnoot54
Wit: Witte de With; Gent: Van Ghent had zich met een smaldeel bij de vloot gevoegd.
voetnoot56
prangt: knelt, kwelt.
margenoot*
[Randschrift:] Haeret lateri letalis arundo.
voetnoot58
Stofffers: bluffers; Zeven Staeten: de zeven Verenigde Nederlanden.
voetnoot60
Groeit in: verheugt u over; Schellings brant en rou: zie Jammerklaght op blz. 216.
margenoot†
[Randschrift:] Non coeptae assurgunt turres:nonarma juventus exercet, portusve aut propugnacula bello tuta parant: pendent opera interrupta, minaeque murorum ingentes, aequataque machinacaelo.
voetnoot63
leggen leêgh: liggen verlaten.
voetnoot65
brantschat: oorlogsschatting; fix: prompt (Ned. Wdb. III, 4480).
voetnoot66
Ruitertoght: woordspeling met het oude ruiter: rover?; gehaelt: verkregen.
voetnoot68
het zeeslot: de ‘Royal Charles’.
voetnoot71
bederf: verderf.
voetnoot73
Zeeraet: de Admiraliteit van Amsterdam.
voetnoot74
doorluchtigh: doorschijnend.
voetnoot75
scheepskroon: zie deel 5, blz. 568; parmant: statig, plechtig (Ned. Wdb. XII, 511).
voetnoot78
Brakel: Van Brakel vermeesterde het fregat dat vóór de keten lag; 't hart toebraeke: bij zijn aanblik de laatste adem uitblaze (vgl. het hart braken in Ned. Wdb. III, 1008); spijt: verdriet.
voetnoot81
barnt: brandt, pijnlik treft.
voetnoot84
zijn' gront: zijn eigenlike betekenis en kracht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius