Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.06 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 630]
[p. 630]

Op de zelve Venus, door F. de Koning.aant.Ga naar voetnoot*

INVIDIAE CAPAX.

 
Men brogt, toen lust en kunst in 't renperk t'zaemen liepen,Ga naar voetnoot1
 
De schaduwe en het licht op doeken en panneel.
 
't Een steekt op 't ander af. De schaduwen verdiepen.Ga naar voetnoot3
 
Het licht verheft zich uit het duister. 't eene deelGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Behoeft het andere. het voorste staet in d'oogen
 
Heel sterk, en 't achterste verschiet voor ons gezicht.Ga naar voetnoot6
 
't Gelyken van dees beide is van een groot vermogen.Ga naar voetnoot7
 
De dwergh vergroot den reus, de hut een hoogh gesticht.Ga naar voetnoot8
 
Dus baert de schilderkunst ook zoons van duisternissen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
  Die gaerne in schaduwe verkeeren, als een uil.
 
Wie 't leven navolght kan verzierde schaduw missen,Ga naar voetnoot11
 
En als een kint van 't licht gaet in geen scheemring schuil.
 
Hy schildert zonder schim en schaduw. Zoo volgt KoningGa naar voetnoot13
 
De heldere natuer: en vraeght men waer dit blykt?
15[regelnummer]
Bezie dit heerlyk stuk, de levende vertooning
 
Van Venus, die hier slaept, en geen schildry gelykt,
 
Noch verf, maer vleesch en bloet. Jupijn komt neêrgesteegen,
 
Verslingert op het schoon van een volschapenheit,Ga naar voetnoot18
 
Niet in zijn eigen schijn, maer als een gouden regen.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
  Heeft Zeuxis kloek penseel de vogels zelfs verleit,Ga naar voetnoot20
 
Hier wort het hooft der goôn door schildery bedrogen.Ga naar voetnoot21
 
Zoo wort de schilderkunst allengs in top voltogen.Ga naar voetnoot22
voetnoot*
Van ? - Volgens de tekst in Vondel's Poëzy 1682 II, blz. 356.
Opschrift: Gerson (zie vorig gedicht) noemt Vondel's beschrijving van dit gedicht - Jupiter die in een gouden regen tot Venus afdaalt - ‘recht verworren’. Doch reeds Unger (deel 1671, blz. 359) heeft de veronderstelling geopperd dat de uitgever (in dit geval Brandt) een verkeerde titel heeft gegeven aan dit gedicht, dat tot opschrift voeren moest: Op de slapende Danaë. Unger wijst er tevens op dat de woorden ‘de levende vertooning van Venus’ (vs. 15-16) aanleiding kunnen hebben gegeven tot deze vergissing. Zie ook Molkenboer in Vondelkroniek VII (1936), blz. 89-90. Het is dus mogelik dat Vondel twee mythologiese taferelen van Koninck in twee verschillende gedichten heeft bezongen. Diens schilderij van de slapende Danaë is echter niet meer bekend. - Voor het motto zie deel 8, blz. 651.
voetnoot1
lust en kunst: kunstzin en kunstvaardigheid; in 't renperk t'zaemen liepen: om strijd te werk gingen.
voetnoot3
verdiepen: bewerken diepte in het tafereel.
voetnoot4
verheft zich: geeft reliëf.
voetnoot6
verschiet: wijkt terug.
voetnoot7
Gelyken: vergelijken, het opmerken van de tegenstelling; vermogen: macht.
voetnoot8
gesticht: bouwwerk.
voetnoot9
zoons van duisternissen: denkt Vondel hier aan schilders van nachttaferelen, met kaarslicht?
voetnoot11
verzierde: bedachte.
voetnoot13
schim: synoniem van schaduw.
voetnoot18
Verslingert: verliefd (vgl. het vorige gedicht, vs. 10); volschapenheit: volmaakte schoonheid.
voetnoot19
schijn: gedaante.
voetnoot20
Zeuxis: beroemd Grieks schilder (400 v. Chr.), van wie verteld wordt dat hij vruchten zo natuurgetrouw schilderde, dat de vogels er op af kwamen. (Vgl. Gulden Winckel, LXXIII, dl. I, blz. 423).
voetnoot21
Tot deze zonderlinge uitlating is Vondel wellicht verleid door het vorige gedicht, waar alleen de slapende schoonheid afgebeeld is. Hier (d.w.z. op dit schilderij) is immers ook Jupiter zelf voorgesteld als gouden regen (vs. 17-19).
voetnoot22
in top voltogen; tot het hoogste peil opgevoerd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius