Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.06 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Op de doorluchtige zege van Groninge.aant.Ga naar voetnoot*

Alias inter caput extulit urbes.

 
O GRONINGE, pilaer en hooftstadt van de Vriezen,Ga naar voetnoot1
 
Van waer begint men best t'ontvouwen uwen lof?
 
Uw bouheer Grunus most u tot zijn wijk verkiezen,Ga naar voetnoot3
 
Zoo vroegh voor Christus komste, en boude hier zijn hof;
5[regelnummer]
Of liever, zoo men zegt, de broêr van 't hooft der FrankenGa naar voetnoot5
 
Ontworp u arm en slecht. nu, sestigh jaer geleênGa naar voetnoot6
 
En noch vijfhondert, most gy uwe stichters danken,Ga naar voetnoot7
 
Die u bevestighden met toornen, graft en steen:Ga naar voetnoot8
[pagina 647]
[p. 647]
 
Maer namaels, aengegroeit in maght en burgeryen,
10[regelnummer]
  Ontzaeghtge min 't gewelt, en proefde menighwerfGa naar voetnoot10
 
Het wisselbaere lot des oorloghs onder 't stryen,
 
Doch noit met meer gevaers van 't uiterste bederf,Ga naar voetnoot12
 
Dan toen de Keurvorst en de Vorst van Munster t'zaemen,
 
Gesterkt met Fransche maght, u vielen op het lijf,
15[regelnummer]
Met gloênde kogelen u overstulpen quamen,Ga naar voetnoot15
 
En teffens out, en jongk, en maeght, en man, en wijfGa naar voetnoot16
 
Zich quijtende, noch storm, noch doots gevaer ontzagen,Ga naar voetnoot17
 
Tot dat de vyanden verlieten uwen wal,
 
Na zulck een zwaer verlies, en droeve nederlaegen,
20[regelnummer]
  Waerop de zegegalm zich uitspreide overal.
 
Uw schermheer RAVENHOOFT, hebt gy, naest Godt, te lovenGa naar voetnoot21
 
Voor uw behoudenis. dees terger van de dootGa naar voetnoot22
 
Bewaekte u, tot dat gy het onheil quaemt te boven,
 
En stont de stormbuy uit van bommen vier en loot.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
O GRONINGE, uit het puin en asch en stof verrezen,
 
Vergeet de weldaet niet, die Godt u heeft bewezen.
 
 
 
J.v. VONDEL.

Amsterdam, by de weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam, 1672.

voetnoot*
Van 1672. - Volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger no. 718).
Opschrift: Op 28 Aug. 1672 moesten de bisschop van Munster en de keurvorst van Keulen het beleg dat zij 9 Juli om Groningen geslagen hadden, met groot verlies opbreken door de moedige tegenstand der stad, onder aanvoering van Rabenhaupt.
Het motto, ontleend aan Verg. Ecl. I 24, betekent: Zij steekt het hoofd boven andere steden uit.
voetnoot1
Vondel denkt hieraan het oude Friesland, dat zich over Groningen tot in Oost-Friesland uitstrekte.
voetnoot3
Uw bouheer Grunus: volgens de renaissancistiese fantasie zou Grunus of Gruno de stichter van Groningen geweest zijn (vgl. Friso als stamvader van de Friezen en Baeto van de Batavieren); wijk: toevlucht.
voetnoot5
Deze broeder en de Frankenkoning zijn legendaries en niet bekend.
voetnoot6
Ontworp: ontwierp, maakte het bouwplan; slecht: eenvoudig.
voetnoot7
most gy danken: waart gij dank verschuldigd.
voetnoot8
bevestighden: versterkten; graft en steen: grachten en burchten.
voetnoot10
proefde: ervoer.
voetnoot12
't uiterste bederf: de ondergang.
voetnoot15
overstulpen: overstelpen, oorspr. overdekken, dus rijkelik bestrooien.
voetnoot16
teffens: gezamelik, gelijkelik.
voetnoot17
storm: bestorming.
voetnoot21
Ravenhooft: vertaling van Rabenhaupt.
voetnoot22
terger: trotseerder.
voetnoot24
stont uit: doorstondt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • Groningen