De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

[Op Josephus Duyselius]aant.^*

Aldus bespiegelde DUYSELIUS Godts wet,¹
Geduldigh in zyn kruis, gestadigh in 't gebedt.
Wie wert in 't prediken met yver niet ontsteeken?
Een Engel scheen op stoel door zynen mont te spreeken.⁴

J.V. Vondel.

* Van 1673. - Volgens de tekst onder de afbeelding aan ommezijde weergegeven.
Opschrift: P. Josephus van Duysel, in 1620 te Montfoort geboren, lector in de theologie te Antwerpen en Leuven, volgde in 1661 P. Huysmans, de opvolger van P. Boelensz., op in de Mozes-en-Aaron-statie (zie blz. 173), waar hij met veel ijver en talent tot zijn dood werkzaam was. In 1664 liet hij van zichzelf door H. Quellinus een portret in potlood tekenen, dat nog in de Mozes-en-Aaronpastorie wordt bewaard. Van Duysel is er afgebeeld ten halve lijve links, met brevier in de rechterhand. Naar deze tekening werd na zijn dood (7 Juli 1673) een anonieme gravure gemaakt, met het wapen der orde op de onderzijde. Vondel, die Van Duysel's preken herhaaldelik bijwoonde, maakt bij deze gravure het onderschrift. Zie P. Maximilianus, Portretten van den Minderbroeder Jan Boelensz. in Franciscaansch Leven, 16e jg. (1933), blz. 271, en dez., Vondel en de Orden van Franciscus in Franciscaansch Leven, 12e jrg. (1929), blz. 49.

1 bespiegelde: overpeinsde.

4 op stoel: op de preekstoel, als hij predikte.

[p. 658]