De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

Op het verjaeren van Peter de Wolf.aant.^*

Cingite fronde comas et pocula porgite dextris.

Verheught u, Amsterdammers:

Het is een blyde tyt.

DE WOLF weit by de lammers.

Hier valt geen twist noch stryt.

De waterbronnen springen.^3-5

Oranjen bloeien schoon.

Nu laet ons vrolyk zingen.

De maetzang spann' de kroon.

Viert d'uur van myn geboorte,
  Die heden weêr verjaert.
De zon uit d'ooster poorte

Zich helder openbaert,

Na zesentwintigh ronden.

Bekranst uw hooft met blaên.

Drinkt wyn gelyk gezonden:

* Van 1673. - Volgens het handschrift op het Rijksarchief te 's-Gravenhage.
Opschrift: Zie over dit gedicht op de 26ste verjaardag van Peter de Wolff, Sterck, Hoofdstukken over Vondel en zijn kring, blz. 126-31.
Het motto, ontleend aan Aeneïs VIII, 274, betekent: Omkranst uw hoofd met groen en heft de bekers op in de rechterhand.

3-5 Peter de Wolf vierde deze verjaardag blijkbaar op zijn hofstede in de Purmer, waar hij een nieuw landhuis had laten bouwen, waaraan hij bij zijn tweede huwelik met Suzanna van Hoeck in 1677 de naam ‘Wolf en Hoeck’ gaf (Sterck, blz. 129). Hier had hij zijn lammeren, waterbronnen en oranjekwekerij (afgeb. bij Sterck teg. blz. 128). Deze beschrijving klopt niet met de geboortedag die Mr. K.F. van Lennep, Oorkondenboek Van Eeghen, blz. 3-4, noemt: 18 Dec. 1648. Volgens Van Lennep werd Neeltje Blok, die na de geboorte van Pieter, op 26 Dec. 1648 stierf, op 31 Dec. in de Oude Kerk begraven. Is dit juist, dan is dit gedicht van 1674. Zie daarentegen Unger 30, blz. 310.

[p. 664]

 

Hier magh een dronk op staen.

 

De cimbel laet zich hooren,¹⁷

 

En mengt zich in 't gezang.

 

De jeught wort weêrgeboren.

20

  Wien valt de tyt te lang!

 

Apol, de zangbeleier,²¹

 

Met blyschap herwaert spoe,

 

Nu drinkt den berkemeier²³

 

Elkandren vrolyk toe.

 

 

 

J.v. Vondel.

17 cimbel: een snaarinstrument.

21 zangbeleier: aanvoerder van het koor.

23 berkemeier: beker.