Zang van Eliders, en Koraalen.
‘Zege zy den nieuwen Koning!
‘Zijne weldaad niet vergoed;
‘Zoo men 't schatte als een belooning.
‘Dat Vorst Bazilides leef,
‘En aan Elis wetten geef,
‘Tot zijn glorie tot zijn eer;
‘En alle aardsche magt braveer.
‘Laat ons dans, en zangen paaren,
‘Op 't geluid van blye snaaren,
‘Op de klank van fluit, en bom,
‘Of maakt u de blijdschap stom?
‘Neen, al had men duizend monden,
‘'T was onmoogelijk den lof
‘Van den Koning te verkonden,
‘Tempel, stad, en rijk, en hof
‘Dreunt van blijdschap nu zy hooren,
‘Dat hy is tot Vorst verkooren.
Dans van voorstelende Slaaven.
Einde van 't geheele Spel.
Tot onderrichting voor den Leezer dient. Dat de veranderingen, by, en afdoeningen, welke my om de veelvuldige plaatzen met geen byzondere werktekenen hebben aangeweezen, tegen den bekenden druk van Salmoneus kunnen nagezien werden.
Ten tweeden, dat de Zangmaaten geschikt op de woorden met deeze ‘tekenen aangeweezen, als mede de Speelstukken, welke voor, in, en na het Spel gespeelt werden gemaakt, en eerlang te bekomen zullen zijn by Fr. Fer. Prendcourt.