Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schets van de Nederlandse letterkunde (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schets van de Nederlandse letterkunde
Afbeelding van Schets van de Nederlandse letterkundeToon afbeelding van titelpagina van Schets van de Nederlandse letterkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (16.89 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schets van de Nederlandse letterkunde

(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 30]
[p. 30]

III
De Gouden Eeuw

21. Algemene karakteristiekaant.

Het tijdperk van Maurits, Frederik Hendrik en Johan de Witt is in geheel Holland en speciaal in Amsterdam een ongemene bloeitijd geweest, op alle terreinen van het maatschappelijk en geestelijk leven.

Door de militaire successen van de Oranjevorsten was Noord-Nederland in feite sinds 1609 een onafhankelijke staat, die onmiskenbaar meetelde in de Europese verhoudingen. Het optreden van vlootvoogden als Tromp en De Ruyter bevestigde later deze machtspositie nog. De handel van Amsterdam omvatte heel de wereld; veroveringen en kolonisaties van Nederlanders vonden plaats in het tegenwoordige Indonesië, in Zuid-Afrika, Noord-Amerika en Brazilië. De welvaart nam toe, het bevolkingsaantal eveneens: de befaamde grachtengordels van Amsterdam zijn grotendeels in deze tijd aangelegd. Terwijl de Leidse universiteit wereldnaam kreeg, stichtten de afzonderlijke gewesten eigen hogescholen in Franeker, Harderwijk, Groningen en Utrecht. Door de stijgende welvaart kon de grote handeldrijvende burgerij, die tevens de steden bestuurde, fraaie woningen laten bouwen en deze smaakvol inrichten. Maar ook openbare bouwwerken werden in grote stijl gesticht, kerken, raadhuizen, waaggebouwen. Tijdens Albrecht en Isabella is dit trouwens ook in de zuidelijke Nederlanden het geval geweest. De schilderkunst heeft in Rembrandt een ongeëvenaarde hoogte bereikt; talrijke andere kunstenaars van wereldnaam zoals Frans Hals, Vermeer, Jan Steen, Ruysdael waren zijn tijdgenoten. In de zuidelijke Nederlanden werkten grootmeesters als Rubens, Van Dijck en Jordaens. Bij hen gaat de renaissance over naar de barok.

In het algemene klimaat van vrijheid, zelfbewustzijn en succesrijke ondernemingszin hebben zich ook de letteren voorspoedig ontwikkeld. De navolging van de Franse en de Italiaanse literatuur leidde spoedig tot een eigen nationale dichtkunst, die even-

[pagina 31]
[p. 31]

wel duidelijk de internationale renaissance-kenmerken vertoont. Het metrische vers overwint, speciaal de zesvoetige jambe [alexandrijn], die bij de mindere talenten licht in een dreun vervalt. Het klassieke drama wordt beoefend met z'n vijf bedrijven, z'n reien tussen die bedrijven, en z'n drie ‘eenheden’: van plaats, van tijd, van handeling. De taal krijgt een verzorgd, vaak zelfs verfijnd karakter, ook in de briefstijl. De beeldspraak steunt niet zelden op klassieke voorbeelden; de godennamen uit de Griekse en de Romeinse mythologie spelen een grote rol. De invloed van de antieke cultuur neemt tegen het einde van de eeuw nog toe, mede door het gezag van Frankrijk.

De bloeitijd van onze poëzie ligt ná de bevrijding uit de rederijkers-vormen en vóor de verstarring van de renaissancistische idealen tot dogmatische voorschriften. De periode van voorbereiding door mannen als Coornhert en Spiegel, is gevolgd door een halve eeuw van gedegen kunst, totdat bij jongere en minder begaafde dichters de navolging begint die in de tweede helft van de 17de eeuw toeneemt en in het laatste kwart daarvan overheerst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken