Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schets van de Nederlandse letterkunde (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schets van de Nederlandse letterkunde
Afbeelding van Schets van de Nederlandse letterkundeToon afbeelding van titelpagina van Schets van de Nederlandse letterkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (16.89 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schets van de Nederlandse letterkunde

(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 191]
[p. 191]

153. Historische samenhang

Het evenwicht van traditie en vernieuwing, dat het werk van vele jongeren omstreeks 1920 kenmerkt, is bijzonder typerend voor de essayist en criticus die als oprichter-redacteur van De Stem een grote invloed uitoefende:

dirk coster, 1887-1956.

Op persoonlijke wijze verwerkt, beheersen die tegenstrijdige factoren de poëzie van

j.w.f. werumeus buning, 1891-1958, en
victor e. van vriesland, geb. 1892.

Een afzonderlijke figuur is de blind-geworden prozaïst r.j.w. van genderen stort [1886-1942] van wie vooral de roman Kleine Inez [1925] veel bewondering vond, ook bij de jongeren.

De vernieuwing werkt krachtiger en duurzamer door in de poëzie van

m. nijhoff, 1894-1953, en van
hendrik de vries, geb. 1896.

Verwantschap vindt men in Vlaanderen bij de groep van 't Fonteintje:

raymond herreman, geb. 1896,
karel leroux, geb. 1895,
maurice roelants, geb. 1895, wiens proza van groter belang is dan zijn poëzie; en de oorspronkelijke, ironische dichter
richard minne, 1891-1965.

De vernieuwende kracht in de jaren 1920-1925 is het expressionisme, dat niet alleen de letteren maar heel het leven revolutionair wil hervormen. Het expressionisme in de literatuur, dat een centrum vindt in het tijdschrift Ruimte, wordt het sterkst vertegenwoordigd door de veelzijdige experimentator

paul van ostaijen, 1896-1928;
het beheerst met allerlei persoonlijke verschillen, uiteenlopende van speels tot pathetisch, ook de poëzie van zijn leeftijdgenoten
gaston burssens, 1891-1965,
marnix gijsen, geb. 1898,
wies moens, geb. 1898,
en van de reeds oudere, tot het modernisme bekeerde dichter
karel van den oever, 1879-1926;
[pagina 192]
[p. 192]
in breder, hymnische vorm is het aanwezig bij
achilles mussche, geb. 1896.

Het expressionisme in Noord-Nederland is minder heftig en van korter duur. Het kenmerkt het kritisch en dichterlijk optreden van jonge auteurs die aanvankelijk in Het Getij en na 1924 in De Vrije Bladen publiceerden. Het beheerst het werk van

herman van den bergh, geb. 1897,
en de vroegste gedichten van
h. marsman, 1899-1940.

Het is éen van de vele factoren in de verzen en het proza van de belangrijkste dichter uit deze generatie

j. slauerhoff, 1898-1936.

Minder het expressionisme dan wel een zekere nieuwe zakelijkheid en een intellectuele verscherping van het psychologische inzicht bepalen het kritische en scheppende proza van de groep die na 1930 optreedt en dan een centrum vindt in het maandblad Forum:

menno ter braak, 1902-1940,
e. du perron, 1899-1940,
en de uitermate veelzijdige en produktieve
s. vestdijk, geb. 1898.

Onmiddellijk daarmee verwant zijn de Vlaamse romanciers

maurice roelants, geb. 1895,
gerard walschap, geb. 1898,
en wegens zijn latere ontwikkeling als prozaist ook
marnix gijsen, geb. 1899.

Een afzonderlijke positie verwierf de ironische verteller

raymond brulez, geb. 1895.

Een zeker hersteld evenwicht van traditie en vernieuwing, vindt men in het werk van schrijvers als

karel jonckheere, geb. 1906, en
anthonie donker, 1902-1965.

Bij de meesten van hen ontstaat het belangrijkste werk eerst, als na 1930 vele onoplosbare politieke en sociale problemen West-Europa verontrusten en de cultuurcrisis een algemeen erkend feit is geworden. De weerslag van deze nieuwe situatie van onzekerheid en bedreiging vindt men in het bijzonder bij

gerrit achterberg, 1905-1962,
[pagina 193]
[p. 193]
m. mok, geb. 1907, en
ed. hoornik, geb. 1910.

Op grond van hun godsdienstige overtuiging hebben zowel calvinistische als katholieke schrijvers zich afzonderlijk gegroepeerd rondom eigen tijdschriften. Het protestantse geloofsleven is een duidelijke factor in de poëzie van

willem de merode, 1887-1939,
en van andere medewerkers aan Opwaartsche Wegen zoals
roel houwink, geb. 1899, en
w.a.p. smit, geb. 1903.

Het katholicisme, dat de grondslag vormde van het jongerentijdschrift De Gemeenschap, verbindt Nederlandse dichters als

pierre kemp, geb. 1886,
jan engelman, geb. 1900,
anton van duinkerken, geb. 1903,
gabriël smit, geb. 1910, en ook Vlamingen als
maurice gilliams, geb. 1900, en
pieter buckinx, geb. 1903.

Geestverwanten van hen zijn de prozaschrijvers

filip de pillecijn, geb. 1891-1962,
antoon coolen, 1897-1961, en
herman de man, 1898-1946.

Het sociale realisme wordt in moderne stijl voortgezet door

lode zielens, 1901-1944,

theun de vries, geb. 1907, en vele anderen, maar bij de meesten van hen is dit realisme maar éen van de genres waarin zij opmerkelijk werk hebben voortgebracht.

Als essayisten onderscheidden zich

g.h.m. van huet [geb. 1911], de auteur van twee bundels Lezen en laten lezen, en
annie romein-verschoor, geb. 1895,

van wier hand ook een opmerkelijke historische roman over Hugo de Groot het licht zag: Vaderland in de verte [1948].

In de speelse en tegelijk diepzinnige novellen van

henriette van eyk, geb. 1897, en
belcampo, geb. 1902,

nam de moderne humor-cultus kort na 1930 een aanvang.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken