Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schets van de Nederlandse letterkunde (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schets van de Nederlandse letterkunde
Afbeelding van Schets van de Nederlandse letterkundeToon afbeelding van titelpagina van Schets van de Nederlandse letterkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (16.89 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schets van de Nederlandse letterkunde

(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 237]
[p. 237]

203. Historische samenhangaant.

Kort vóor de oorlog en in de eerste jaren daarvan kwam een nieuwe generatie dichters aan het woord. Aanvankelijk vonden zij hun centrum in het maandblad Werk, met een gemeenschappelijke noord- en zuid-Nederlandse redactie. Dit blad bestond maar éen jaar [1939] en werd opgevolgd door Criterium. Het levensbeschouwelijke element uit de periode van de vijf stromingen werd niet voortgezet. De verschillen tussen de belangrijkste auteurs zijn veel meer van persoonlijke aard.

Tot deze generatie, waarvan Ed. Hoornik aanvankelijk de kritische leider was, behoren o.a. de dichteres

m. vasalis, geb. 1909,
en de dichters en prozaïsten
adriaan morriën, geb. 1912, en
bertus aafjes, geb. 1914;
de merkwaardigste Vlaamse dichters zijn
bert decorte, geb. 1915, en
herwig hensen, geb. 1917, die ook verschillende toneelwerken schreef.

In het proza overheerst het psychologisch realisme, dat op meesterlijke wijze beoefend werd door

anna blaman, 1905-1960.

Het is met sterke sociale verontrusting ook aanwezig bij de zeer productieve Vlaming

louis-paul boon, geb. 1912,
en in grilliger, fantasierijker vorm [‘magisch realisme’] bij zijn land- en jaargenoot
johan daisne, geb. 1912.

Het beheerst eveneens het meeste werk van

adriaan van der veen, geb. 1916,
en ten dele het proza van de veelzijdig begaafde
pierre h. dubois, geb. 1917,
wiens eerste roman een historiserend karakter had.

Behalve het psychologisch realisme wordt ook de historische roman beoefend; de meeste auteurs daarvan hebben echter ook modern realistisch werk op hun naam staan. Belangrijke historische romans zijn o.a. geschreven door

hella s. haasse, geb. 1918.

[pagina 238]
[p. 238]

Aparte verschijningen, zowel door de aard van hun inspiratie als door hun aparte stijl, zijn de novelliste

maria dermoût, 1888-1962,
en de romantisch-idyllische schrijfster
clare lennart, geb. 1904.

De humor, die na de tweede wereldoorlog de grote mode is geworden, kenmerkt de honderdtallen korte schetsen van

simon carmiggelt, geb. 1913,

alsmede het werk van vele anderen die in proza, poëzie of tekening (‘cartoons’) de dwaasheden van het menselijk bestaan op komische, humoristische of ironische wijze uitbeelden, zoals

annie m.g. schmidt, geb. 1911, en
godfried bomans, geb. 1913.

Het sombere ‘existentialistische’ realisme van de na-oorlogse jongeren, wordt op markante wijze vertegenwoordigd door

willem frederik hermans, geb. 1921,
gerard kornelis van het reve, geb. 1923,
en de veelzijdig begaafde Vlaming
hugo claus, geb. 1929,

in wiens werk echter ook heel andere tendenties merkbaar zijn. Het proza krijgt een nieuwe wending naar de fantasie bij

alfred kossmann, geb. 1922 en
harry mulisch, geb. 1927.

De vernieuwing van de poëzie, die omstreeks 1950 plaats vond, is in essentie aanwezig bij enkele auteurs die niet in strikte zin tot de experimentele jongeren behoren:

leo vroman, geb. 1915,
guillaume van der graft, geb. 1920,
en de jong-gestorven dichter
hans lodeizen, 1924-1950.

Naast de belangrijkste, leidende figuren

lucebert [schuilnaam van l.j. swaanswijk] geb. 1924
hans andreus [schuilnaam van j.w. van der zant] geb. 1926, en
hugo claus, geb. 1929,

vindt men talrijke dichters en dichteressen, wier talent zich nog in volle ontwikkeling bevindt, hetgeen eveneens het geval is met een nog groter aantal prozaïsten. Eerst de tijd zal uitmaken in hoe verre hun werk stand houdt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken