Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de gedichten. Deel 1 (1662)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de gedichten. Deel 1
Afbeelding van Alle de gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Alle de gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.08 MB)

Scans (94.53 MB)

Scans (34.70 MB)

ebook (3.99 MB)

XML (1.58 MB)

tekstbestand






Editeur

Jacob Lescaille



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de gedichten. Deel 1

(1662)–Jan Vos–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 256]
[p. 256]

Amerillis baadt zich in haar tuinbeek, &c.

 
Toen Titer Ameril zag baaden,
 
Om 't zonnelicht, zeidt hy, t'ontvliên,
 
Veblyde 't hof met al zyn blaaden.
 
Al wat hier groeit kreegh zucht tot zien.
 
Het oog genoot hier meer dan d'ooren.
 
De schoonheit is voor 't oog gebooren.
 
Het water dat haar zou verkoelen,
 
Geraakte, door dit beeldt, vol gloedt.
 
Het blinde nat, dat haar kon voelen,
 
Begon te bruizen als een vloedt:
 
De bobbels strekten haar voor oogen.
 
De minnaars hebben groot vermoogen.
 
De lucht die alles komt vervullen,
 
Wierdt zelf vervult van minnewee,
 
Om blanke leên en blonde krullen:
 
Zoo deê zy die haar aassmen deê,
 
Weêr zuchten, om haar weederminne.
 
Door zuchten kan men harten winne'.
 
De koele windt, om haar vol vonken,
 
Omhelsd' en streeld' haar reis aan reis;
 
Zy nestelde, van weelde dronken,
 
Op haare borst, en kusten 't vleis:
 
Hier wou zy zich een hemel scheppen.
 
De lust weet zoet uit zuur te leppen.
 
De wolken daalden hier deur d'elzen,
 
Om zich te mengen met de vloedt;
 
En haar, in schyn van 't nat, t'omhelzen:
 
Maar deez' verteerde door de gloedt
[pagina 257]
[p. 257]
 
En straalen van haar blinkendt oogen,
 
Bedriegers worden weêr bedroogen.
 
Kupid', uit vrees van 't oog te branden,
 
Behiel de blindtdoek voor zyn oog.
 
De zon, verlieft aan 's hemels randen,
 
Schoot all' zyn straalen van omhoog,
 
Op hoop van 't water te verdroogen.
 
Waarom? hy wou haar heel beoogen.
 
Hadt Titer, toen de doode dingen,
 
Door 't zien bewoogen, ook geen ziel?
 
De ziel quam hem in d'oogen dringen:
 
Hier zagh zy al wat elk beviel:
 
Zy wou haar hof in d'oogen houwen.
 
Door d'oogen kan men 't al beschouwen.
 
De harder, om meer zoet te smaaken,
 
Die wenste, toen hy haar zagh staan,
 
Elk litmaat tot een oog te maaken:
 
Hy kon zich door geen twee verzaân.
 
Nu denkt hy staâgh op dit vertoogen.
 
In 't afzyn zyn gedachten oogen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken