Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de gedichten. Deel 1 (1662)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de gedichten. Deel 1
Afbeelding van Alle de gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Alle de gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.08 MB)

Scans (94.53 MB)

Scans (34.70 MB)

ebook (3.99 MB)

XML (1.58 MB)

tekstbestand






Editeur

Jacob Lescaille



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de gedichten. Deel 1

(1662)–Jan Vos–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een Honingbietje op Lauraas mondt terwyl zy sliep.

Amintas spreekt:

 
Myn Laura sliep in d'Amsteldaalen;
 
Dit zagh een bietje van Himet:
 
Dies heeft het zich, om zap te haalen,
 
Op haar roobynemondt gezet;
 
Hier riekt het mirth, narcis en rooze'.
 
Haar mondt verstrekt dit dier een disch,
 
Vol gooden nektar en ambrooze.
 
Terwyl het bietje beezigh is,
 
Om 't keurigst uit het zoet te kippen,
 
Zoo quetsten 't met zyn angel in
 
De boorden van myn Lauraas lippen.
 
Hier op ontwaakt de harderin,
 
En deedt haar vlammend' oogen oopen:
[pagina 259]
[p. 259]
 
Maar 't overlaân en angstigh dier
 
Vondt zich te zat, om weg te loopen;
 
Dies quam 't ook door het gittevier
 
Van haar gezicht de geest te geeven.
 
Het rolde langs haar gorgel af;
 
Maar 't is op haare borst gebleeven:
 
Hier lag het in een marmergraf,
 
In 't midden van twee nektarstroomen.
 
Ik die dit dier van varre zag,
 
Ben tot myn veldtnimf aan gekoomen,
 
En sprak: o maagdt! dit bietje mag,
 
Als Cezar, met zyn grafstee brallen.
 
Vermoordt my ook, ik vrees geen doodt,
 
Als ik slechts op uw borst magh vallen:
 
Maar liever sterf ik in uw schoot.
 
De schoot is 't zoetste graf van allen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken