Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de gedichten. Deel 2 (1671)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de gedichten. Deel 2
Afbeelding van Alle de gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.12 MB)

Scans (31.09 MB)

Scans (12.51 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Editeur

Jacob Lescaille



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de gedichten. Deel 2

(1671)–Jan Vos–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

Beschrijving der Vertooningen op d'Inhulding van den Eed. Gestrengen Heer Nikolaas van Vlooswyk, Ridder, Heer van Paapekoop, Slotvoogt en Drost van Muide, Baljuw van Goilandt, Hooftschout van Weezop, Weezoperkarspel en Bylmeer.

D'eerste Vertooning

Is op Parnas, daar den Heer van Papekoop, die hier door een groot kint uitgebeeldt wordt, van Apollo, Pallas, en Merkuur in alle kunsten, Staatnutte weetenschappen, en welpreekentheidt onderweezen wordt. Voorzichtigheidt reikt hem de spiegel, Gerechtigheidt de schaal en 't zwaardt, Maatigheidt de teugel, en Starkheidt de pilaar. De neegen Zanggodinnen bekleeden de rechte zy, Homerus, Plato, Ovidius, Virgilius, Cicero, Tacitus, Plutarchus, en andere doorluchtige Mannen, de slinke. De zeeve vrye Kunsten vertoonen zich op de veurgrondt.

 
Hier ziet men Paapekoop in 't school der Zanggodessen,
 
Om Staat- en krijgsbestier te leeren door de tijdt.
 
Het stomp vernuft wordt best gescherpt door wijze lessen.
 
Merkuur, Apollo en Minerve zijn verblijdt
 
Dat hy van zelf, noch jong, tot leering wordt gedreeven.
 
Wie oudt zal heerschen moet zich jong tot kunst begeeven.
[pagina 194]
[p. 194]

In de tweede Vertooning

Laat zich de Kaizer op een troon van goude aarenden zien; hy heeft de zeeve Keurvorsten aan zijn zijden, en drie geboeide Turken onder zijn voeten. Atlas en Herkules staan aan de rechte, Heerschappy en Eeuwigheidt aan de slinkkehandt. Euroope, dat de Doonau en Rijn by zich heeft, bekleedt de veurgrondt. Hier wordt den Heer van Paapekoop van de Kaizer Ridder van 't Heilig Roomsche Rijk geslaagen, en van een Heerout de bezeegelde veurrechtbrief gegeeven.

 
De wakkre Paapekoop, in 't bloeienst van zijn daagen,
 
Wordt van de Duitsche Vorst het heerlijk Ridderschap
 
Van 't Heilig Roomsche Rijk met veurrecht opgedraagen.
 
Een eedelmoedig hart beklimt de hoogste trap:
 
't Verlost d'onnoozelen uit klem van wreede banden.
 
De Ridders draagen 't zwaardt tot schrik der dwingelanden.

In de darde Vertooning

Vertoont zich Neederlandt: het heeft Eendracht en Starkheidt aan haar rechte, Vryheidt en Vreede aan haar slinke zy. Geweldt en Roovery, die veur haar zetel knielen, worden van Krijgstucht aan elkanderen geboeit. De Gooden van de Rijn, Maas, Ysel, Vecht en Zuiderzee, vertoonen zich op de zijden van de veurgrondt. Hier wordt den Heer van Paapekoop, door Neederlandt, met het standertdraagerschap te paardt beschonken. Pallas belooft hem door raadt, en Mars door dapperheidt beroemt te maaken.

 
Hier ziet men Vlooswyk door Vulkaan in staal geklonken:
 
Mars geeft hem d'oorlogsvlag, en Pallas krijgsbeleidt.
 
Wie 't Landt zal dienen moet met dubble krachten pronken.
 
Zijn blonde hair bedekt een grijze schranderheidt;
 
Zijn boezem, zacht van aart, een hart vol dapperheeden.
 
Wie wijs en moedig is beschermt het recht der steeden.
[pagina 195]
[p. 195]

In de vierde Vertooning

Verschijnt de Graafelijkheidt, omheint van de stemmende Steeden: Wijsheidt, Wakkerheidt en Dapperheidt, daar zy de Vryheidt door verkreegen heeft, bekleeden haar rechte; Merkuur, Neptunus, Neering, Rijkdom, en Barmhartigheidt, de slinke zy. Den Heer van Paapekoop staat voor 't Outaar van de Trouw, en met zijn voet op de borst van Meineedigheidt: hier wordt hem van de Graafelijkheidt het Drossaartschap opgedraagen, en van drie gevleugelde kinderen het kussen, roede en rechtzwaardt gegeven: Beleeftheidt en Dankbaarheidt, die hy altijdt by zich heeft, ziet men eerbiedig buigen.

 
De Graaflijkheidt verschijnt in 't midden van haar leeden,
 
Waar dat zy Vlooswyk met het Drossaartschap ontmoet:
 
Men geeft hem 't Kussen, Roe, en 't Rechtzwaardt van drie steeden.
 
Wie oudt in 't raaden is en jong in oorlogsmoedt,
 
Behoort het hooftgezag t'ontfangen van de Staaten.
 
Een loffelijke keur behaagt all' onderzaaten.

In de vijfde Vertooning

Ziet men den Heer van Paapekoop, nu Drost van Muide, met zijn rechte voet in de ring op de Wy-steen: hy heeft de Trouw by de handt, en zijn slinke voet op 't hart van Beveinstheidt. Voorzichtigheidt, Rechtvaardigheidt, Starkheidt en Maatigheidt, voegen zich by de steen. Muide, Naarde en Weezop, elk met haar wapenwimpel in de handt, betoonen zich vol vreugdt. Hier wordt hem, na 't veurleezen der veurwaarden, van de Burgermeesters der drie Steeden, den eedt van getrouwigheidt afgenoomen. De Burgers verschijnen in 't geweer. D'Y- en Amstelgooden leggen op de veurgrondt.

 
De Muider Slotvoogt zweert het veurrecht van de Steeden
 
Te hoeden voor geweldt, door dapperheidt en raadt.
[pagina 196]
[p. 196]
 
Wie voor zijn veurrecht zorgt zoekt zeekerheidt door eeden.
 
Maar 't volk is weêr verplicht, tot welstant van de Staat,
 
Aan 't wettig hooftgezag in veurspoedt en gevaaren.
 
De steeden zijn niet dan door eendracht te bewaaren.

In de zeste Vertooning

Wordt de Drossaart van Wakkerheidt en Dapperheidt omhelst. Muide, Naarde en Weezop, elk van haar Burgermeesters gevolgt, geleiden hem naar 't Stadthuis. Bedrogh, Twist, Geweldt, en Zieledwang, vier helsche gedrochten, worden van Trouw, Eendracht, Voorzichtigheidt, en Verdraagzaamheidt, met keetens veur hem heen gesleept. De Faam vliegt al blaazende veur uit: de Vecht en Zuiderzee koomen, op dit gerucht, van de grondt deur de baaren opschieten. Ceres, Bacchus en Pan, betoonen zich in 't verschiet vol blijdtschap.

 
De Zuiderzee ontmoet de Vechtgodt in zijn haaven,
 
Omheint van Akkergoôn; hier wenst men Paapekoop
 
Geluk in 't Drossaartschap, dat van de zoons der Graaven
 
Van Hollandt wierdt bekleedt. De Steeden hebben hoop
 
Dat hy de gruwelen de boezem in zal treeden.
 
Een loflijk Opperhooft gedoogt geen heiloosheeden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken