Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wie niet weg is wordt gezien (1981)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wie niet weg is wordt gezien

(1981)–Ida Vos–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

Sperziebonen

Oma en opa hebben voor iedereen een cadeau meegenomen uit het concentratiekamp. Voor vader een nagelschaar, voor Esther een ringetje, voor haar een armband en voor moeder een zilveren pannetje.

‘Dat heb ik allemaal gevonden tussen de spullen die de mensen hebben achtergelaten toen ze naar een ander kamp moesten,’ vertelt oma.

‘Zijn die mensen dood, oma?’ zou ze willen vragen, maar dat durft ze niet.

Ze vindt het vreselijk iets te moeten dragen van dode mensen. Daarom heeft ze het armbandje van blauwe kralen nog nooit omgedaan.

‘Draag je dat mooie armbandje niet?’ heeft oma haar gevraagd.

‘Ik ben bang dat het kapot gaat, oma,’ heeft ze geantwoord.

Ze kan toch niet tegen oma zeggen dat ze het naar vindt om het te dragen.

Vader gebruikt zijn nagelschaar. Esther draagt haar ringetje.

Oma vindt dat heel prettig.

‘Uit alle ellende toch cadeaus meegebracht,’ zegt ze en dan kijkt ze heel blij.

Tot nu toe heeft mamma het pannetje nog niet op tafel gezet.

[pagina 131]
[p. 131]

Gelukkig niet. Als ze het in de keukenkast ziet, moet ze steeds denken aan de mensen die het lang geleden op hun tafel hadden staan.

In welk land zou dat zijn geweest?’

 

Ze zitten aan tafel. Oma komt binnen met een schaal vol aardappelen. Moeder draagt een schaaltje vlees.

‘Wacht maar, ik zal de sperziebonen even halen. Blijf jij maar zitten.’

Oma is al weg naar de keuken.

‘Lekker! Sperziebonen!’ roept Esther.

Nu gebeurt het. Oma komt binnen met het pannetje.

‘Hier zijn de sperziebonen,’ zegt ze vrolijk. ‘Ik heb het pannetje helemaal opgepoetst. Is het niet prachtig?’

Het pannetje staat te glimmen in het midden van de tafel.

‘Rachel, kom, ga eten,’ zegt pappa.

Ze neemt een stukje vlees en wat aardappelen.

‘Je moet nog boontjes nemen. Er zitten veel vitaminen in. Dat is goed voor je.’

Moeder komt met het pannetje naar haar toe.

‘Toe Rachel, je moet sperziebonen eten.’

‘Nee.’

‘Nee? Je hield altijd zo van sperziebonen.’

‘Nu niet meer.’

Na het eten gaat ze samen met Esther afwassen. Dat doen ze iedere avond. Ze zingen dan samen en hebben veel plezier.

Vanavond heeft ze geen zin om te zingen.

‘Ga jij de kopjes die afgedroogd zijn maar vast in de kamer brengen,’ zegt ze tegen Esther.

De afwas is bijna klaar. Nu alleen het pannetje nog. Ze doet het in het sop.

[pagina 132]
[p. 132]

‘Ellendige pan,’ fluistert ze. ‘Ik zal je.’

Ze doet de keukendeur open. Ze pakt het pannetje en met een grote boog gooit ze het over de houten schutting die om de tuin heen staat.

‘Zo, dat was dat. In het weiland hierachter komt toch nooit iemand. Die pan komt nooit meer terug.’

‘Kinderen, bedankt voor het afwassen,’ zegt moeder als ze de keuken in komt.

‘Kijk kijk, opgeruimd hebben jullie ook al bijna. Fijn hoor.’

 

Als ze de volgende avond aan tafel zitten zegt oma: ‘Ik heb me wild gezocht naar het pannetje dat ik voor jullie heb meegebracht uit Theresienstadt. Ik kan het nergens vinden. Weet iemand waar het is?’

‘Ik niet,’ zegt moeder.

‘Ikke niet,’ zegt Esther.

‘Nee, ik ook niet,’ zegt ze.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken