Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nanno (1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nanno
Afbeelding van NannoToon afbeelding van titelpagina van Nanno

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.35 MB)

Scans (2.75 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nanno

(1883)–Carel Vosmaer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 58]
[p. 58]

aant.Huiswaarts.

 
Thans was gunstig de tijd van het jaar voor den veiligen zeetocht,
 
Helder in 't midden des zomers de lucht en de zee als een spiegel,
 
Gunstig de stand van 't gesternte, de maan noch wassend tot volheid;
 
Zeilree lagen de schepen en wapperend trokken de vanen
 
't Hout van de standaards krom, als begeerig te nopen ter heenvaart.
 
 
 
Thans was 't bruiloftsfeest. - Toen Nanno haar poppen en speelgoed,
 
Heugnis der jeugd, vaarwel van de bruid, voor Artemis' voeten
 
Stil had nedergelegd; zich gebaad in het water der bronnimf
 
Welke zij liefhad, werd voor den echt het geheiligde offer
 
Plechtig gebracht in den tempel, ten bond van hun harten en handen.
 
Schitterend prijkte het maal, en de maagd in haar feestelijk bruidskleed
 
Zat in het midden der vrouwen ten disch, met haar sluier en bloemkrans.
 
 
 
Na de verheuging des maals en het tranenverwekkende afscheid,
[pagina 59]
[p. 59]
 
't Scheiden dat immer het hartje der bruid doet slingren in tweestrijd
 
Tusschen het dagend geluk en het wijken van magen en kindsheid,
 
Zekére vreugd die zij had en de nimmer gewisse der toekomst,
 
Voerde in d' avondschemer haar Nikias' hand naar zijn vaartuig,
 
Sierlijk bebloemd en met banden getooid, en de jeugdige bruidstoet
 
Leidde met fluiten en fakkels, het epithalamion zingend,
 
Beiden naar 't rustige strand, waar luid nu klonk 't Humenaios!
 
Nikias droeg haar aan boord, in de zachtkens gewiegelde echtzaal.
 
Allengs hoorden zij verder en verder verdwijnen den feesttoon,
 
Dan slechts 't kabblend geluid van de golfjes die tegen het scheepsboord
 
Klotsten het zilveren schuim, waar eens Afrodite uit oprees.
 
 
 
Naukrates ging, de gezanten verzellende, mee op hun vaartuig,
 
Rijk door Aristos begiftigd, het eeregeschenk aan den gastvriend,
 
Dankbaar den vorst en zijn gade, verlangend naar woning en huisvrouw.
 
Vroeg bij het ochtendgloren de offers gebracht aan Poseidoon,
 
Heerscher der zeeën, het rund hein geslacht en de plenging vergoten;
 
Toen ontvoeren de schepen de baai; nauw vulde het koeltje
 
't Flappende zeil, maar krachtig bewogen de mannen den roeiriem
 
Volgens de maten der fluit en het zeevaartslied van den voorman.
 
Buiten de zeebocht vulde de wind 't aanzwellende zeildoek,
 
Weerszijds welfde de golf langs 't sierlijk gebogene boeghout,
 
Snijdend zijn voor in het nat; op het dek met Korinthische kleeden
 
Zat de bekoorlijke Nanno, en Nikias deed van de snaren
[pagina 60]
[p. 60]
 
Ruischen een lied, en zij zagen ter zij 't zanglievende zeedier
 
Springen, den rasschen delfijn. Zoo week en verflauwde het eiland
 
Steeds voor het oog van den dichter en 't edele meisje van Melos,
 
Eindlijk verzonk het in zee en verzwond als een dichterlijk droombeeld.
[pagina 61]
[p. 61]
 
Ja, droombeeld zijt gij, o godlijk Melos,
 
Een gedicht in de zee van 't verleên.
 
Gij droegt in myrten- en rozengeuren
 
Afrodite's onsterfelijk beeld,
 
Dat, onverwelklijk bij 't eeuwenwelken,
 
Als een schoonheid- en liefdesymbool.
 
Onbluschbaar bewaart in den marmren boezem
 
De vonk der verhevenste kunst.
 
 
 
***
 
 
 
Want enkel liefde, gevoel en schoonheid,
 
De bezielende, scheppen die macht,
 
Die aarde en leven en mensch vergodlijkt,
 
Als zij opdaagt, zonne der ziel.
 
Een glans van het stralende, zangrige Hellas
 
Met zijn genius eeuwig van jeugd,
 
Dat blijft uw naam ons, o godlijk Melos,
 
Een gedicht in de zee van 't verleên.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken