Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 4. Tussen bos en boerderij (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 4. Tussen bos en boerderij
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 4. Tussen bos en boerderijToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 4. Tussen bos en boerderij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.55 MB)

Scans (4.83 MB)

ebook (5.27 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 4. Tussen bos en boerderij

(1950)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

3. Een ongeluk.

Moeder zat bij de tafel te naaien. Jan, het kleine broertje van Jaap, stond bij haar in het loophek. Hij sprong op en neer van plezier, toen de kinderen binnen kwamen.

'Aap!... Aap!' riep hij blij. En hij strekte zijn handjes naar Jaap uit.

'Jij bent een aap!' lachte Jaap. 'Wacht maar, kleine aap, ik kom bij je, hoor!'...

Hij klom bij Jan in het loophek. Hij ging een hoge toren van blokken bouwen. Toen die klaar was, mocht Jan hem omgooien. Het mannetje kraaide van de pret.

Moeder schonk voor allemaal een kopje thee in: Kinderthee, met veel melk. Ze kregen er ook een beschuitje bij.

'Hebben!... Hebben!' riep kleine Jan.

'Ja, jij krijgt óók wat, hoor!' zei Moeder.

Gerdientje mocht hèm ook een beschuitje geven. Jan beet er dadelijk in.

'Hebben!... Hebben!' riep hij toen weer. En hij wees naar de paardebloemen. Toen gaf Gerdientje hem daar ook één van.

Moeder vroeg: 'Hoe gaat het met jouw broertje, Gerdientje? Met kleine Wim?'...

'Best juffrouw,' zei Gerdientje. 'Hij groeit hard, schreef mijn moeder. En hij is zo lief, hij kan ook al lachen. Maar hij ligt nog in de wieg.'

[pagina 14]
[p. 14]

'Hoe lang duurt het nu nog, voor je ouders terug komen?'...

'Nog meer dan een jaar,' zei Gerdientje. 'Als het zomer is en dàn nog een jaar, dàn komen ze. Dan kan mijn broertje al lopen....'

En toen zuchtte ze en ze werd een beetje stil. Want het was wel verdrietig, dat ze nog zó lang wachten moest.



illustratie

Opeens begon kleine Jan te schreeuwen. Hij had de paardebloem in zijn mondje gestopt. Maar die was zo bitter!... Nu trok hij een heel vies gezicht. En toen ze allemaal lachten, werd hij kwaad en begon nog harder te schreeuwen.

Moeder maakte zijn mondje schoon en gaf hem nog een beschuitje. Toen was het verdriet gauw over.

Gerdientje en Polleke moesten naar huis.

'Mag ik nog even mee, Moeder?' vroeg Jaap.

'Ik ook mee?' vroeg Zus.

Het mocht. Polleke liet nog even het ei aan Moeder zien.

'Hebben!... Hebben!'... riep kleine Jan.

Maar Polleke stopte het onder de klep van zijn pet. Daar zat het veilig. Hij zette de pet

[pagina 15]
[p. 15]

voorzichtig op zijn hoofd. Toen sprong hij de anderen achterna.

Kijk eens, wie kwamen daar aan op de weg? De meester met zijn vrouw. Die gingen zeker een wandeling maken.

'Dag meester!... Dag mevrouw!' zeiden ze allemaal. En Jaap nam beleefd zijn pet af.

'Dag meester!... Dag mevrouw!'... zei ook Polleke. En hij nam ook zijn pet af.

Toen viel er wat. Pats!... zei het.

En daar lag het mooie kievitsei gebroken op de grond. Wat bonte schilfertjes, wat geel en wat wit, dat was alles, wat er nog over was.

De meester liep door. Die had er niets van gemerkt.

Maar de kinderen hurkten neer om dat vieze hoopje, dat pas nog zo'n wondermooi ding was geweest.



illustratie

'Wat jammer!.... Wat jammer!' zeiden ze.

'Daar ligt ons kwartje,' zei Polleke. En hij had de tranen in de ogen.

Maar Puk kwam er bij met zijn lange tong en likte begerig alles op.

'Waf!' zei hij vrolijk. 'Heb je nog meer?... Gooi maar kapot, hoor!... Ik lust ze wel!'....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken