'Tachtig!'.... riep Gerdientje.
Toen kroop Jaap maar gauw in het kippenhok. Het was leeg. De kippen liepen buiten. Jaap keek even in de legnesten. Kijk, nu lagen
er toch eieren in. In het eerste nest twee, in het volgende één en daarnaast ook één. Dat was samen vier. Dat zou hij straks aan Vader vertellen. Die zou er blij om zijn!
'Negentig!' klonk het buiten.
Jaap kroop gauw in de hoek van het hok. Daar lag een lege mand. Die zette hij omgekeerd op zijn hoofd. Nog net op tijd was hij klaar! Gelukkig!....
'Ik kó-òm!' hoorde hij Gerdientje roepen.
'Zij vindt mij nooit!' dacht Jaap en hij lachte zacht. Hij trok zijn benen nog wat op, zodat hij bijna helemaal onder de mand verborgen was. Toen zat hij stil te wachten....
Hij hoorde Gerdientje in de schuur. Hij hoorde, dat Polleke gevonden werd en even later Zus ook al. Nou, die waren ook niet gelukkig geweest!....
'Nu Jaap nog!' riep Gerdientje. 'Jaap, waar zit je?'....
Maar Jaap gaf natuurlijk geen antwoord.
'Blijf zitten, waar je zit
En verroer geen lid!'....
zong Polleke.
Jaap hoorde de voeten van Gerdientje vlàk