22. Een goede les.
Gijs wist iets beters.
'Geef mij eens een schoteltje en een potje mosterd,' zei hij.
'Wat wil je dan, Gijs?'....
'Ik zal Puk leren, dat een ei helemaal niet lekker is,' zei Gijs.
Hij maakte een gaatje in een ei en liet het leeglopen op het schoteltje. Toen nam hij de mosterdpot en schepte de lege dop bijna vol met mosterd....
'Nu de peperbus,' zei hij.
'Ach, die arme Puk!' riep Moeder. 'Gijs, Gijs, zou je dàt wel doen?.... Wat plaag je die hond toch!'....
Gijs schudde zijn hoofd.
'Nee,' zei hij, 'ik plaag hem niet!.... Dieren plagen is wreed. Dat is zonde. Dat heb ik nooit van mijn leven gedaan. Maar dit moet!.... Hij zal het wèl even benauwd hebben, die arme hond. Maar dat is beter, dan dat hij zijn hele leven aan de ketting moet liggen.... En ook beter, dan dat hij doodgeschoten moet worden.'
'Zo is het,' zei Vader. 'Ga je gang maar, Gijs.'
Gijs liet ook nog wat peper in het ei lopen.