Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wondersleeToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.80 MB)

Scans (6.41 MB)

ebook (5.61 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 23]
[p. 23]


illustratie

6. De brief.

Het is een dag later.

Nu sneeuwt het niet meer. En de lucht is niet meer grijs. De lucht is blauw. En de zon schijnt vrolijk. Maar de hele wijde wereld is wit.

De takken dragen een zware vracht. Op het dak van het vogelhuisje staat een sneeuw-torentje. En alles schittert zo mooi in de zonneschijn.

Gerdientje zit weer voor het raam. Zij heeft het druk. Zij moet weer nieuwe apennootjes rijgen. Want de oude zijn al bijna allemaal op. Nu wil zij lange slingers maken, de hele tuin door.

Vóór haar, op de tafel, staat de kooi met de zieke merel. Hij betert al wat. Hij heeft al van het voer gegeten. En hij springt al heen en weer op zijn stokje.

Hoor, en nu fluit hij!.. Dat klinkt zo mooi!.. Hij heeft zeker, daar buiten, de andere merels gezien.

Er zijn nu veel vogeltjes in de tuin. Mezen

[pagina 24]
[p. 24]

en vinken, mussen en merels, roodborstjes en een winterkoninkje.

Ze weten het nu allemaal, dat de boswachter voor hen zorgt. Hij heeft ook een bakje water bij het vogelhuisje gezet.

Kijk eens, wat is dàt nu?.... Alle vogeltjes vliegen verschrikt weg. Zou de poes er weer aankomen?....

Neen, er komt iemand anders. Een man met een tas op zijn rug. En met blinkende koperen knopen aan zijn jas.

'Grootmoe! Grootmoe!' roept Gerdientje. 'Daar komt de postbode aan!'....

Grootmoe is al bij de deur. Gerdientje gluurt om een hoekje. Wat haalt de postbode uit zijn tas?.... Eerst een krant en dan.... een brief? Ja, óók een brief.

'Wil je een kopje koffie, postbode?' vraagt Grootmoe.

Maar de postbode heeft geen tijd. Hij moet nog veel meer brieven en kranten wegbrengen. En hij is al zo laat vandaag. Hij moppert op de sneeuw. Dan gaat hij weg. En Grootmoe komt blij de kamer binnen en houdt een dikke brief omhoog.

'Hier is hij nu!' zegt zij.

'Uit Indië, Grootmoe?'

Ja, dit is de brief, waar Gerdientje zo naar verlangde. Zij mag hem zelf openmaken. Grootmoe zet haar bril op.

[pagina 25]
[p. 25]

Er zitten twee brieven in de envelop. Eén voor Grootmoe en één voor Gerdientje. Ze lezen tegelijk. Elk hun eigen brief.

'Nee maar, dàt is heerlijk!' roept Grootmoe ineens.

'O, o, wat fijn!' juicht Gerdientje.

Grootmoe heeft tranen in de ogen. Maar het zijn geen tranen van verdriet! Het komt door de grote blijdschap. En Gerdientje lacht maar. En zij springt wild door de kamer. De oude klok dreunt er van.

Opa is in de schuur. Maar nu komt hij hard aanlopen.

'Wat gebeurt hier toch?' vraagt hij verwonderd.

'Hier Opa, lees maar!' roept Gerdientje.

Zij duwt Opa haar brief in de handen.

En Opa leest hardop:

 

Lieve kindje,

 

Je hebt zeker al een paar dagen uitgekeken naar deze brief. Maar nu is hij er toch.

En nù kunnen wij jou iets heel moois vertellen.

Je hebt een broertje gekregen. Hij is nog heel klein. En hij heet Willem, net als Opa.

 

'Hoera!' roept Opa. Hij grijpt Gerdientje vast. Hij pakt Grootmoe ook. En nu dansen ze met hun drieën door de kamer. En die oude grijze

[pagina 26]
[p. 26]

Opa doet zo dol als een jongen. De merel fladdert verschrikt door zijn kooi.

Maar dat duurt niet lang. Dan zitten ze weer rustig bij elkaar en lezen de brieven verder. Ze zijn zo dankbaar! Ze zijn zo blij! En ze hebben zoveel te praten!

'De Vader in de hemel is goed voor ons,' zegt Opa.

'Nou, vàst wel!' roept Gerdientje.

En Grootmoe knikt met tranen in haar ogen.

Gerdientje pakt de envelop. Ze wil haar brief er weer in doen. Maar ineens glijdt er wat uit op haar schoot. Het is een kiekje. Daar staat het broertje op. Een klein, blank kindje in de armen van een bruine vrouw.

Dit is kleine Wim met de baboe, staat er onder.

'Wat is een baboe, Opa?'

'Dat is de vrouw, die Mammie helpt, om voor broertje te zorgen,' zegt Opa.

Ze kijken er lang naar. Gerdientje mag het kiekje bewaren. Ze zet het op de tafel voor het raam. Dan kan ze haar broertje de hele dag zien.

Ze maakt gauw de apennootjes af. Ze prikt zich twee keer in de vinger, zó haast zij zich. Want nu wil ze gauw een lange brief naar Indië schrijven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken