Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wondersleeToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.80 MB)

Scans (6.41 MB)

ebook (5.61 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 3. De wonderslee

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

17. Thuis.

Het is stil in huis. Vader is naar het dorp. Gijs is in de stal, bij de koeien. Moeder en Zus zijn in de kamer.

Moeder zit bij de tafel. Zij stopt kousen. Zus kruipt op de vloer en speelt zoet met haar blokken.

En dan zijn er nòg twee: Broertje en Puk. Maar die slapen.

Broertje Jan in de warme wieg. En de kleine hond vóór de warme kachel, met zijn kop op de voorpootjes.

De klok tikt. En Zusje praat. Maar anders hoor je niets.

 

Maar opeens, wat is dat voor een lawaai? Waarom schreeuwen daar buiten die kinderen zo hard?....

Puk vliegt op en blaft. Broertje wordt ook wakker en begint te huilen. Moeder staat op en kijkt door het raam.

O, kijk eens, wat een vreemde optocht is dat!... Daar komt een slee aan. Twee grote honden trekken er voor, een bruine en een zwarte. Twee jongens zitten er in. Een troep kinderen draaft

[pagina 66]
[p. 66]

er achteraan. Die hele troep houdt stil voor de deur. En die ene jongen, die zo bleek ziet,.. is dat.... Jááp?....

Moeder schrikt. Ze loopt vlug naar buiten. Ja, het is Jaap, die uit de slee klimt. Het is Jaap, die vóór haar staat: kletsnat en bibberend en stijf van de kou!....

'M..m..moeder!'.... stottert Jaap. 'Ik..ik.. ik....'

'Ja, ja,' zegt Moeder, 'ik begrijp het al. Kom maar gauw in huis....!'

Ze trekt Jaap naar binnen. Gerdientje gaat ook mee. De slee glijdt al weer weg. En alle kinderen hollen weer lachend en schreeuwend mee. De deur gaat dicht.

Moeder neemt Jaap mee naar de keuken. Daar wordt hij vlug uitgekleed. Zijn jas is stijf bevroren. Zijn lichaam is blauw en paars van de kou.



illustratie

[pagina 67]
[p. 67]

'Kind, kind,' zegt Moeder verdrietig, 'hoe komt dat toch?.... Als je daar maar niet ziek van wordt!'....

Maar Jaap kan niets zeggen, zó rilt hij.

Moeder wrijft zijn lichaam droog met warme doeken. Zij trekt hem schone onderkleren aan. Dan stopt ze hem gauw in bed en trekt de dekens omhoog tot aan zijn kin.

En daar ligt hij dan. Hij rilt. Hij klappertandt. Hij is zo koud als een steen.

Maar dáár ligt hij veilig.

 

Als Moeder weer in de kamer komt.... kijk, daar is Gerdientje nog. Zij staat bij de wieg. Zij speelt met broertje. En broertje huilt niet meer.

Nu moet ze alles vertellen. Vader komt ook juist thuis. Die weet er nog niets van, dat Jaap door het ijs is gezakt.

Gerdientje vertelt alles eerlijk. Maar ze zorgt toch goed voor Jaap.

'Hij kon het niet zo erg helpen,' zegt ze. 'Heus niet!.... Eerst wou hij er niet op. Hij zei: “Ik mag niet van mijn vader.” Maar toen vloog zijn klomp er op....'

Maar Vader zegt streng: 'Hij kon het wèl helpen. Hij had helemaal niet bij het ijs moeten komen! Dan was hij zijn klomp ook niet kwijt geraakt. Dàn was hij flink en gehoorzaam geweest!'

[pagina 68]
[p. 68]

Dan durft Gerdientje niets meer te zeggen.

Het water kookt. Moeder maakt een warme kruik voor Jaap. Ze schenkt ook een glas warme melk voor hem in. Gerdientje en Zus krijgen ook een kopje.

'Wil jij de kruik naar Jaap brengen, Vader?' vraagt Moeder.

'Nee,' zegt Vader. 'Ik wil hem vanavond niet meer zien. Hij is mij zo tegengevallen, die jongen!'

En dan zucht Vader heel verdrietig.

En Gerdientje zucht ook.

'Arme Jaap,....' denkt ze. 'Wat is je vader boos!....'

Dan brengt Moeder de kruik naar Jaap. En ook de melk.

Als ze weer terugkomt, vraagt ze: 'En wat zei Polleke?.... Kòmt hij op het feest?'

Gerdientje schrikt.

'Ik heb het helemaal vergeten!' zegt ze.

Maar Vader zegt: 'Dat is helemaal niet erg, hoor! Is je melk op?.... Kom dan maar, dan breng ik je naar huis. En dan loop ik meteen even naar Polleke toe.'


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken