Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 7. De grote reis (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 7. De grote reis
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 7. De grote reisToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 7. De grote reis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (4.93 MB)

ebook (4.95 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 7. De grote reis

(1953)–Tjeerd Bottema, A.C. Lafeber, Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 73]
[p. 73]

10. Door de Rode Zee.

Van de vaart door het Suez-kanaal zouden de jongelui later niet veel kunnen vertellen. Want het was reeds na het avondeten, toen de Johan van Oldenbarnevelt het anker lichtte. Joop had nog gezien, dat even tevoren een 'vreemde man' aan boord gekomen was. Dat was de loods. Maar toen de boot het kanaal opvoer, waren de jeugdige passagiers zelf reeds 'onder zeil' gegaan.

De volgende morgen tegen twaalven passeerde de boot het eindpunt van het kanaal bij de stad Suez en liep de Golf in, die naar die stad genoemd is. Meneer Laanders verzamelde de jongelui op het wandeldek en wees ze op een kaart van Azië de historische plekken, waar ze in de loop van de dag langs zouden varen. Even voorbij Suez maakte hij ze attent op een mooi groen plekje, dat donker tegen de kale zanderige kust afstak.

'O, dat is nu zeker een oase?' vermoedde Gerdientje.

'Inderdaad,' bevestigde meneer Laanders. 'En weet je, hoe de bron genoemd wordt, die dat plekje tot een oase maakt? De Mozesbron. Want hier heeft, volgens de overlevering, Mozes een stuk hout in het water geworpen, waardoor het van bitter zoet werd. Veel mensen menen ook,

[pagina 74]
[p. 74]

dat hier vlakbij de doortocht van de Israëlieten door de Rode Zee heeft plaats gehad.'

'Maar hier is de Rode Zee toch nog niet, Vader?' merkte Joop gevat op.

Meneer Laanders schetste op een blaadje papier met een paar lijnen een kaartje van de Rode Zee met omgeving.



illustratie

'Zie je 't?' wees hij. 'Dit is allemaal Rode Zee. Maar die twee uitlopers in het Noorden heeft men later aparte namen gegeven. Links is de Golf van Suez, waar wij nu varen, en rechts de Golf van Akaba. Het driehoekige land daartussen is het schiereiland Sinaï. Over een paar uur, als we de Golf van Suez uitvaren, zul je de berg Sinaï duidelijk kunnen zien. De mensen hier noemen die berg de Djebel Moesa.'

[pagina 75]
[p. 75]

Tegen zonsondergang stonden de meeste passagiers bij de reling van het schip en allen staarden zwijgend naar het indrukwekkende schouwspel, dat zich aan hun oog vertoonde.

In het Noorden verhief zich het trotse sombere Sinaï-gebergte. Een van de toppen stak hoog boven de andere uit. Zijn kruin doorboorde de wolken. Zijn hellingen glansden met een zachtrose gloed in de laatste stralen van de zon. Dat was de berg Horeb.

Van deze berg af had eens de stem des Almachtigen geklonken: 'Ik ben de Here uw God... Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben...'

En achter die berg strekte zich de dorre woestijn uit, waarin het volk Israël veertig jaren had rondgezworven.

De zon was nu geheel ondergegaan, maar de toppen van de bergen straalden nog in het laatste licht. Toen vervaagden geleidelijk ook die glanzen. De Sinaï hulde zich in nachtelijk duister...

 

De volgende dag was het Zondag.

Gerdientjes Vader leidde de kerkdienst aan boord. Meer dan tweehonderd mensen waren bijeen in de muzieksalon, en hoorden er midden in de Rode Zee het Woord van God verkondigen.

Meneer Eggink ging voor in gebed, las daarna Exodus 13:17 tot 22, over de uittocht uit Egypte, en vervolgens Johannes 3:16: 'Want

[pagina 76]
[p. 76]

alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.'

Toen vertelde hij op eenvoudige wijze de wonderbare geschiedenis van het volk Israël. Hoe het door de wrede Pharao was verdrukt en hoe het door God was verlost uit het diensthuis, omdat het zijn volk was, dat Hij nooit zou verlaten, ook al zondigde het veel tegen Hem. Hoe Hij het droogvoets door de zee had geleid, waarin Pharao met al zijn heir verdronken was en hoe Hij het, na een lange, lange reis het heerlijke land Kanaän had binnengebracht.

Met gespannen aandacht luisterden allen naar deze les in Bijbelse Geschiedenis voor groten en kleinen. Wat kon die meneer boeiend vertellen!.. En 't was alles waar gebeurd!... O zeker, heel lang geleden reeds, maar gisteren nog hadden ze allen met eigen ogen de berg Horeb gezien, waar God met zijn volk een verbond had gesloten en waar Mozes de twee stenen tafelen met de wet uit Gods eigen hand had ontvangen...

Gerdientjes vader was echter nog niet uitgesproken.

'Ja, dat alles is heel lang geleden,' zei hij. 'Maar God is nog dezelfde in liefde en barmhartigheid. Liever dan ons te straffen voor onze zonden, heeft Hij zijn eigen Zoon gegeven, die ons uit het diensthuis der zonde wil verlossen.

[pagina 77]
[p. 77]

Jezus Christus is op aarde gekomen en heeft door Zijn lijden en sterven de straf, die wij verdiend hadden, op Zich genomen. Wie in Hem gelooft, ontvangt vergeving van zonden.

Ook wij zijn allen op reis en wij gaan een onbekende verte tegen. Maar wie Hem als leidsman aanneemt op zijn levensreis, die kan geen kwaad overkomen. Voor die staat de weg open naar het

illustratie

beloofde land, waar eenmaal allen zullen binnengaan die Hem liefgehad hebben, - het hemelse Kanaan hier boven...'

Drie plaatsen van Gerdientje af zat lange Jan met wijdopen mond te luisteren. Hij hield zo veel van vertellen en hij hoorde dit verhaal voor het eerst van zijn leven. Hij begreep het niet allemaal goed en van wat Gerdientjes vader daarna nog

[pagina 78]
[p. 78]

gezegd had, snapte hij helemaal niets. Over wie ging dat toch?... Wie was dat geweest, die Jezus, die zo goed en vriendelijk was voor de mensen en die ook nu nog voor je zorgen kon?...

Die middag, toen Gerdientje in de bibliotheek een brief zat te schrijven aan haar grootouders, draaide lange Jan besluiteloos en een beetje verlegen om haar heen. Eindelijk waagde hij het om haar aan te spreken.

'Hé zeg,' zei hij, 'waar haalt je vader die mooie verhalen vandaan?'

'Verhalen?' vroeg Gerdientje verwonderd. 'O, die hij vanmorgen verteld heeft?... Uit de Bijbel natuurlijk.'

'De Bijbel?' zei lange Jan. 'Wacht es, dat is een boek, hè?'

'Ja,' zei Gerdientje, 'het mooiste boek van de wereld.' En ze dacht: 'Weet hij dat nog niet eens?... En hij is nog wel een paar jaar ouder dan ik!... Wat een domoor is hij toch!'...

Maar toen zij hem aankeek, schaamde zij zich voor die gedachte. Hij keek zo verlegen, hij kon het immers niet helpen. Hij was zeker op een school geweest, waar niet uit de Bijbel werd verteld.

'Dan weet je ook nog niets van de Here Jezus?' vroeg ze.

'Nee,' zei Jan. 'Ik had nog nooit van Hem gehoord. Zeg eh... ik wou je wat vragen...'

[pagina 79]
[p. 79]

'Zeg het maar,' zei Gerdientje. Ze vond Jan nu toch wel een aardige jongen.

'Kan ik zo 'n boek, zo 'n Bijbel niet eens van je vader lenen? Ik wou er wel eens wat meer van weten, zie je?'

'Natuurlijk,' zei Gerdientje blij. 'Ik zal het Vader wel even vragen, hoor!' En ze rende weg om haar Vader te zoeken.

Maar Vader zei: 'Weet je wat, Gerdientje? Je moest hem je kinderbijbel maar geven. De Bijbel is nog wel wat moeilijk voor hem.'

Gerdientjes gezicht betrok even. Haar mooie nieuwe kinderbijbel, die ze voor haar vertrek van Opa en Grootmoe gekregen had?... Dat ging haar toch een beetje aan het hart...

'Of zou de Here Jezus dat niet goed vinden?' vroeg haar vader met een glimlach.

Gerdientje keek verrast op. De Here Jezus?... Toen begonnen haar ogen te glinsteren. Nu kon ze tonen, dat ze ook wat voor de Here Jezus over had.

'Natuurlijk Vader, ik doe het!' riep ze. En ze bracht lange Jan het dikke boek, dat zorgvuldig in bruin papier was ingekaft.

'Maar je moet er zuinig op zijn, hoor!' liet ze hem beloven.

'Reken maar!' zei Jan. 'Jô, wat een kei van een boek! En wat een mooie platen!... Is dat nou de Bijbel?'

'Nee,' zei Gerdientje, 'maar hier staan al de

[pagina 80]
[p. 80]

verhalen uit de Bijbel in, snap je? De Bijbel zelf krijg je later wel, daar staat nog veel meer in.'

Die hele middag liet Jan zich niet meer zien op het dek. Hij zat in een hoekje van de bibliotheek gebogen over het dikke boek met de vingers in zijn oren...

Maar 's avonds, toen Gerdientje al een paar uur sliep, had haar vader een lang gesprek met de ouders van de jongen. Ja, hun zoon had hun verteld van het boek, dat hij van Gerdientje had geleend. Hij had er uren in zitten lezen en was haast niet naar bed te krijgen geweest. Zij hadden er niets op tegen, hoor! Och, zij waren nu eenmaal geen kerkse mensen. Ze hadden niet eens een Bijbel in huis. Jan moest hun zo nu en dan maar eens een stukje voorlezen, dan leerden zij er ook nog wat van.

Het gesprek duurde heel lang. Gerdientjes vader had veel te zeggen. Hij was immers een zaaier!...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken