Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De nacht (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van De nacht
Afbeelding van De nachtToon afbeelding van titelpagina van De nacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.20 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De nacht

(1920)–Hendrik de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Zalgim.

 
Een rasterwerk omtrok de breedte van de banken,
 
't Paleis in 't middenperk, en dieren, aan de flanken
 
Ontwaard, met zerken bek, als dragers eener kaars
 
Gebeiteld voor het hek: geketende adelaars.
 
De haven holde uit steen, en in de muren lag
 
Het overwonnen volk, welks hoofden 't leger kloofde.
 
De heuvelflank trof wie voorbijtrad met ontzag.
 
 
 
Men zocht ook 't Geulenhof t' ontwijken, en geloofde
 
Dat licht uit wolken door de lijken in de grond
 
Verlokt werd, - zwart, als elks verschimmel-kelkte mond.
 
 
 
Een zwerm steekmuggen kermde en huilde om dennen, beuken
 
En schermgewas: de kuil van branderige reuken,
 
Waar vogelen, verstrooid als kleine menschen, dood
 
Het bermgras dekten, dicht omneteld en bestrood,
 
Waar niets kon storen, waar geen voet op 't stadspad knerpte,
[pagina 8]
[p. 8]
 
Noch dag, noch sterren met hun smartelijke scherpte
 
Door 't groeisel drongen; waar de vloed weerklonk, met schaven
 
Op rotsgrond; waar al 't leven zonk, in gas begraven,
 
Of louter 't grollen klonk van 't roffelende koor
 
Dat rottenis en dood bezong, de tijden door. -
 
 
 
De nacht was diep, hoezeer een held're bries de schepen
 
Had uitgedreven langs de zeebocht, aangegrepen
 
En wiegend, wijzend over 't sop.- Een dam kwam op
 
En schiep voor 't schijngewelf geluideloos galop.
 
De wereldstad verkromp van spanning, want langs reten
 
Streek roode weerschijn over 't veld, en 't ongemeten
 
Uitspansel ademde geheimenis: een muur
 
Van worstelingen, die verhongerde naar vuur.
 
Een ster brak over-werkelijk de vracht; de volken schreiden.
 
Zij zagen met gedreun de gansche lucht zich scheiden
[pagina 9]
[p. 9]
 
In helften, die terug zich wrongen - horizon
 
Tot horizon, - één slag, die waggelend begon.
 
 
 
Verschroeide schepselen uit verre streken konden
 
Van de gevallen vlam nog stamelen, maar vonden
 
Een schaarsch geloof, dewijl men hen waanzinnig dacht
 
Na d' alverwoestende duw van een raadselkracht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken