Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
Afbeelding van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkundeToon afbeelding van titelpagina van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

Scans (10.52 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde

(1962)–Victor E. van Vriesland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

43

Een aanwijzing dat deze litteraire beweging in essentie romantisch was, is te vinden in de, tijdens de Nineties zo sterk opkomende cultus van het dandyisme, - overigens voor een gedeelte overgenomen van Baudelaire en Barbey d'Aurevilly. De levenshouding van het dandyisme vloeide voort uit de realiteitskritiek van het nieuwe estheticisme. Op een andere, individualistischer en meer naar binnen gekeerde wijze dan de sociale, of liever humanistische droom van John Ruskin, Grane, Morris en de hunnen vond ook zij haar uitgangspunt in een soort van dromen. Dromen, - om met de dichter te spreken -

 
(...) drachtig van gezichten
 
Van schooner dreven en een beter leven;

dromen van een andere wereld dan de actuele en feitelijk gegevene. Het dandyisme is dus een houding die naar de geest berust op een afwijzing van de werkelijkheid, of op vermindering van het werkelijkheidsgehalte: een romantische houding. De geest van het dandyisme verheft zich tot in de fictie van een wereld van de geest, en vlucht in de geestigheid. Wildes vier komedies, met hun epigrammatische bon-mots, beheersten het grote publiek zelfs, in die periode, tot aan de maatschappelijke ondergang van de auteur in 1895. Zij berusten voornamelijk op de flonkerende dialoog. Maar ook in Wildes leven predomineerde het gesprek boven het werk.

[pagina 102]
[p. 102]

Als in de achttiende eeuw deed men in die dagen als het ware een moord voor een woord, en dat woord was geïmproviseerd. Zo was het met Whistler, en ook met Wilde, die overigens door Whistler van plagiaat werd beschuldigd. Whistler zei eens: ik ga vanavond in de stad dineren, om weer eens uit Oscars woorden te horen, hoe geestig ik gisteravond ben geweest. Wildes onvergelijkelijke charme in de conversatie en zijn stijl en houding in het leven maakten hem populair bij de hoogste aristocratische kringen van Londen, waarvan hij echter geen dupe was. ‘The man,’ zei hij, ‘who can dominate a London dinnertable, can dominate the world’.Ga naar eind197 - Het gesprek, men hoeft ‘Dorian Gray’ maar te lezen, was tot een aparte kunst opgevoerd en bekend is Wilde's uitspraak, dat hij zijn talent in zijn werk, maar zijn genie in zijn leven gelegd heeft. Het typische ideaal van een dandy!

Te allen tijde trouwens was het gesprek zoal niet de grondslag, dan toch het symbool en zelfs het symptoom van een hoge cultuur. Kunnen luisteren immers veronderstelt een minimum aan redelijkheid. Ook nog in onze tijd berust, in de politiek, de wens, het gesprek open te houden, op een romantisch verwerpen van de realiteit, ter wille van de innerlijke realiteit van de wereld des geestes.

Er zijn veel gissingen gemaakt over de vraag, waarom Wilde niet naar Frankrijk is uitgeweken tussen zijn eerste proces, waarin hij werd vrijgesproken, en het daaruit volgend tweede proces, waarin hij zeker kon zijn, te worden veroordeeld. Het vonnis luidde dan ook twee jaar dwangarbeid. Vele vrienden hadden hem aangespoord te verdwijnen, en hij had er alle tijd en gelegenheid toe. Met betrekking tot die houding hebben tal van auteurs zeer verscheiden hypotheses opgesteld. Sommigen schreven haar toe aan Wildes aangeboren indolentieGa naar eind198; anderen aan zijn trots, weer anderen aan zijn moed; aan de aantrekking van het gevaar; aan een mystieke drang tot zelfvernietiging of een behoefte aan boetedoening voor schuldgevoel; aan ijdelheid die hem dreef naar waar hij in het middelpunt van de aandacht kon blijven. Ik ben geneigd met Jackson aan te nemen, dat hij niet weg kon komen onder

[pagina 103]
[p. 103]

meer omdat hij gehypnotiseerd was door zijn eigen houding, de dandyeuse houding die een levensstijl was.Ga naar eind199

De geperverteerde geest van het dandyisme der Eighteen-Nineties, (geperverteerd omdat hij berustte op een neiging tot afwijzing en verwringing van de natuurvormen, - de natuurlijke vormen), sprak duidelijk in de vroegrijpe kunst van de jonggestorven Aubrey Beardsley. Ook bij hem kwam de afwijzing van de werkelijkheid, die op een herleving der romantiek wees, aan de dag in een betoverend maar mensonterend cultiveren van een artificiële, geaffecteerde kunst. Deze gestileerde deformatie kenschetste ook in de litteratuur de stijl van het tijdvak. Het verschijnsel was internationaal en deed zich eveneens in ons land voor. Voor beeldende en voor litteraire kunstenaars kwam het neer op ‘een uitbeelden van hun fantasie door een willekeurige groepering van de verschijnselen der werkelijkheid.’Ga naar eind200 ‘Het is de subjectieve deformatie, in het algemeen “deformatie” genoemd, die een der meest typerende karakteristieken van de stijl der Nederlandse symbolisten vooral zou worden.’Ga naar eind201 ‘Door die neiging tot stileren en deformeren was men in esthetisch opzicht gevoelig geworden voor de deformaties uit vroeger eeuwen, die de kunstenaars dan ook tot bron van inspiratie dienden voor hun vormentaal.’Ga naar eind202 ‘De symbolisten hadden - oververzadigd geraakt van de hen omringende verschijningsvormen van natuur, mens en ding, en walgend van de materiële wereld met zijn ellende en problemen - hun heil gezocht in een hogere realiteit van geest en ziel, in de wereld van de idee. Zij gingen het leven overpeinzen, en ook de tijdelijkheid van het leven. Heden, verleden en toekomst, ontluiken en vergaan, jeugd en ouderdom, kregen in de scheppingen der symbolisten een verhevigde waarde.’Ga naar eind203

eind197
Holbrook Jackson in het hierboven genoemde werk p. 75.
eind198
Osbert Burdett ‘The Beardsley period. An essay in perspective’ (London 1925) p. 142.
eind199
Vergelijk de levenshouding van Aubrey Beardsley: ‘Much of Beardsley's pose-affectation, his enemies called it, and one of them quipped that even his lungs were affected-was due to his pleasure in playing a part.’ (Katherine Lyon Mix ‘A study in “The yellow book” and its contributors’ p. 51).
Zie ook ‘Nieuwe litteratuur over Wilde’ in ‘Onderzoek en vertoog II’ (Amsterdam 1958) p. 341 e.v.
eind200
Bettina Polak ‘Het fin-de-siècle in de Nederlandse schilderkunst. De symbolistische beweging 1890-1900’ ('s-Gravenhage 1955) p. 17.
eind201
In hetzelfde werk p. 18.
eind202
In hetzelfde werk p. 19.
eind203
In hetzelfde werk p. 66.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken