Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
Afbeelding van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkundeToon afbeelding van titelpagina van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

Scans (10.52 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde

(1962)–Victor E. van Vriesland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

49

Hoezeer de symbolistische beweging internationaal was, bleek duidelijk, toen zij zich in 1905 en 1906 reeds vrijwel geheel geconsolideerd had, in de eerste vier afleveringen van het belangrijke tijdschrift ‘Vers et prose’ onder leiding van Paul Fort en André Salmon. Wanneer ik mij tot de Franse medewerkers aan die vier nummers beperk, noem ik onder de belangrijkste Paul Adam, Maurice Barrès, Paul Claudel, André Fontainas, Henri Ghéon, André Gide, Valère Gille, Remy de Gourmont, Francis Jammes, Tristan Klingsor, Jules Laforgue, Stuart Merill, Ephraïm Mikhaël, Jean Moréas, Henri de Régnier, Saint-Pol-Roux, Albert Samain, Jean Schlumberger, Marcel Schwob, Robert de Souza, Raymond de la Tailhède, Paul Valéry (die hierin ‘La soirée avec monsieur Teste’ publiceerde) en Francis Viélé-Griffin. Maar in diezelfde nummers vindt men ook, - voor zover het geen Belgen waren, vertaald, - onder andere de volgende buitenlanders: Richard Dehmel, Eugène Demolder, Ernest Dowson, Stefan George, Hugo von Hofmannsthal, Charles van Lerberghe, Fiona Macleod, Maurice Maeterlinck, Albert Mockel, William Morris, Arij Prins, Arthur Symons, Emile Verhaeren en W.B. Yeats. - Een andere aanwijzing dat de neo-romantiek de nationale grenzen geheel uitwiste vindt men in het feit, dat vóór 1905 Stefan George onder andere de volgende dichters vertaalde: Rossetti, Swinburne, Ernest Dawson, Albert Verwey, Verlaine, Mallarmé, Rimbaud, Emile Verhaeren.Ga naar eind228

Stefan George zelf overigens was geen symbolist in eigenlijke zin, al behoorde hij tot het neo-romantische klimaat door zijn archaïsme, katholicisme, traditionalisme, door zijn hiëratische droom en zijn stilering van de onmiddellijk zichtbare werkelijkheid. Maar om echt de geest van het symbolisme te vertegenwoordigen was hij in zijn vormgeving, hoe duister soms ook van wijsgerig bedoelen en cryptische toespelingen, te uitgesproken, te klassiek rationeel, te koud, regelmatig en latijns helder. Aan de andere kant echter, als men afziet van

[pagina 117]
[p. 117]

de verstechniek in engere zin, is hij nauw verwant aan de symbolentaal der beweging, die men ‘avant la lettre’ zo prachtig gedefinieerd vindt bij Goethe: ‘Die Symbolik verwandelt die Erscheinung in Idee, die Idee in ein Bild, und so, dasz die Idee im Bild immer unendlich wirksam und unerreichbar bleibt.’Ga naar eind229

Rilke is een geval op zichzelf en onderscheidt zich evenzeer van de min of meer klassieke vormtaal van George als van de duistere aanduidingen der Fransen. ‘Bij iemand als Rilke is van “systeem” minder goed te spreken dan bij de esoteriek der Fransche symbolisten: Mallarmé, Valéry. De geheimtaal van teekens, analogieën, sous-entendus, dubbelzinnige wenken en toespelingen neemt daar zulke hermetische allures aan, dat zij in haar soort een zekere klassiciteit gaat benaderen, - in overeenstemming trouwens met den Franschen geest. Rilke's barok nadert, in velerlei opzichten, meer tot de romantiek.’Ga naar eind230 Een belangrijke Vlaming als Karel van de Woestijne heeft weer meer aan de Franse stroming te danken. ‘De symbolisten zijn onze eigenlijke leermeesters geweest,’ constateert hij, en als zijn meestgeliefde dichters somt hij op, behalve Baudelaire: Mallarmé, Rimbaud, De Régnier en Viélé-Griffin.Ga naar eind231

eind228
Guido K. Brand ‘Werden und Wandlung. Eine Geschichte der deutschen Literatur von 1880 bis heute’ (Berlin 1933) p. 379.
eind229
Geciteerd bij dr. A. Zijderveld ‘Keur uit het werk van dr. A. Zijderveld’ (postuum, Amsterdam 1953) p. 292.
eind230
S. Vestdijk ‘Rilke als barokkunstenaar’ in ‘De vrije bladen’ jaargang 15, schrift VI (Den Haag juni 1938) p. 28. - Zie ook Nel Noordzij ‘De dichter Rilke als mens. Twee kritisch-biografische essays’ ('s Gravenhage 1960).
eind231
Zie P. Minderaa ‘Karel van de Woestijne. Zijn leven en werken’ (dissertatie Arnhem 1942) p. 145.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken