Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch
Afbeelding van Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken menschToon afbeelding van titelpagina van Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (1.02 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

leerdicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch

(1622)–Frederik de Vry–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 157]
[p. 157]

Het xxxij. Capittel.
Van den heylighen Yver.

 
DEN Yver voor Gods eer, voor Godes glori groot,
 
Die yder Christen moet betrachten tot der doot,
 
Is een beweging sterck, waer door dat wort gedreven
 
Het hert en het gemoet, om Godes eer, verheven,
 
Met hert, hand ende mond, so veel men kan en mach
 
Voort te staen, ende die voort-aen door goet gewach,
 
Met vlijt, tot aller tijd wijd en breed te verbreyden,
 
En alsoo alle ding tot Gods eer te beleyden.
 
De Regel-snoer en maet van desen Yver goet,
 
Is alleen Godes woord; waer na dien Yver moet
 
Heel zijn gereguleert: dien Yver moet dan wesen
 
Met kennisse vermengt van Gods woort: neffens desen
 
Ontstaen uyt een geloof oprecht uyt liefde goed;
 
Tot Godt en Godes woord; en oock uyt liefde soet
 
Tot onsen even-mensch: alleen op deser wyse,
 
Den Yver in het hert der vromen moet oprysen.
 
Die Yver drijft den mensch seer heftigh altijd voort, Ga naar margenoot+
 
Om Godt den Heer oprecht te dienen na zijn woort:
 
Om liefde, hoop, geloof in zijn hert op te hoopen:
 
Om niet eens stil te staen, maer altijd voort te loopen Ga naar margenoot+
 
In der Godsaligheyd; om altijd voort te gaen
 
In kennisse gesont; om Gods woort te verstaen:
 
Om tot den Godes dienst zijn even-mensch te trecken,
 
En hem in het geloof tot Yver op te wecken.
 
Die Yver weder-staet de ongesonde Leer,
 
Verdedighet met vlijt Gods waerheyd, tot Gods eer.
 
Bestraft het leven boos der wereld ongebonden.
 
Die desen Yver heeft, word nimmermeer gevonden
[pagina 158]
[p. 158]
 
Ga naar margenoot+In het geselschap quaet, van het God-loos geslacht
 
Dat Godes naem misbruyck, en Godes woort veracht:
 
Maer altijd sich vervoeght by God-salige menschen,
 
In liefde, hoop, geloof, die toe te nemen wenschen.
 
Wanneer de eere Gods te korte wort gedaen,
 
Dien Yver doet het hert met droefheydt sijn bevaen,
 
Als Godes ware woort versmaet wort of vertreden,
 
En tegen Godes Wet begaen sondige zeden,
 
Het Yverige hert daer in sich droevigh quelt,
 
En wort met gramschap groot daer over seer ontstelt.
 
Ja met een yver goet seer vierigh wort ontsteken,
 
Om na gelegentheydt van sijn beroep, te wreken
 
Dat quaet, tot Godes eer; en daer-om oock met vlijt
 
Den Sathan, werelt boos, en eygen vleesch bestrijt.
 
Als de Heylige Wet des Heeren word versmadet,
 
Door Yver een vroom hert in tranen veel sich badet.
 
Een Yverigh vroom hert wort met een schrick bevaen,
 
Als sonde tegen God met moet-wil wort begaen.
 
Om dat daer door de Heer, de Heere der Heyrscharen
 
Versmaet wort; en daer-om de vroomen haer beswaren
 
Te blyven daer men God niet op-recht dient en eert,
 
Op so-daniger wijs als Godes woort haer leert.
 
En het geselschap quaet met vlijt altijd vermyden,
 
Ja haesten haer van daer, men quaet doet met verblyden.
 
Met desen Yver goet bevangen sijn geweest
 
De vromen t'aller tijd, die de Heylige Geest
 
Voor Godes eer, en voor de waerheyd van Gods leere
 
Met Yver heyligh heeft doen branden vierigh seere.
 
Dit is den Yver goet die na des Heeren woort,
 
Ons hert, en ons gemoet ontsteken te behoort,
 
Om Yverigh met vlijt, gewilligh en bly-moedigh
 
Met een begeerigh hert, met lust den Heere goedigh
[pagina 159]
[p. 159]
 
Te dienen na zijn woort: en oock voor Godes eer,
 
Met Yver heyligh goet te branden vierigh seer.
 
Maer het is seer bedroeft, eylaes 't is te beklagen
 
Dat God niet wort gedient met Yver in dees dagen!
 
Want als men maer aen-merckt den handel, wandel al,
 
Traegh, laeuw, of kout als ys, elck een men vinden sal.
 
Men vint geen Yver meer om Gods eer te betrachten,
 
De wereld wort gedient, men siet Gods woord kleyn achten.
 
Dit konde men in't langh bewysen wel, maer neen,
 
Laet ons veel liever dan bekennen nu met een
 
Elck sijn schult; en voort-aen tot God ons trage handen
 
Op heffen, en ons hert, dat kout is, weer doen branden, Ga naar margenoot+
 
End' onse slappe knien met Yver buygen weer,
 
Met vierigh suchten sterck, en bidden so den Heer,
 
Dat hy ons door sijn geest genadelijck wil trecken
 
Wt dese traegheyd groot; ons herte wil op-wecken
 
Tot Yver vierigh seer, om voorts voort aen te gaen,
 
Als Christen Ridder kloeck, den geestelijcken baen:
 
Om voor het waer geloof met Yver groot te stryden, Ga naar margenoot+
 
Om alle valsche leer, en ondeught te vermyden:
 
Om wt een waer geloof Yvrigh te brengen voort
 
Der liefde wercken veel: en voort na Godes woort,
 
Met al ons kracht en macht in Yver goet te stygen,
 
Om 't eynde des gheloofs de saligheyd te krygen,
 
Om met een Yver goet en vierigheydt bequaem,
 
Te soecken wat daer streckt tot glori van Gods naem,
 
Om Godes lof en eer in Yver te betrachten,
 
Met wille, hert en mondt, met wercken en gedachten.
margenoot+
Rom. 12:11
margenoot+
Phil. 3:14.
margenoot+
Psalm 1:1. 2.
margenoot+
Esa. 35:3
Heb. 12:12
1 Cor. 14:1
Apoca. 3:19
margenoot+
Iud. vers. 3.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken