Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit het studentenleven en andere gedichten (1868)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit het studentenleven en andere gedichten
Afbeelding van Uit het studentenleven en andere gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Uit het studentenleven en andere gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

ebook (2.79 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit het studentenleven en andere gedichten

(1868)–Julius Vuylsteke–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]

Aan de dichters.

 
De wereld slaapt. In schand'ge banden
 
ligt 't menschelijk geslacht verdraaid.
 
O Dichters! doet het vuur weêr branden,
 
eer 't laatste vonkje is uitgewaaid.
 
Terwijl 't gebroed der rijmelaren
 
gedwee der meesters zolen lekt,
 
zingt luid, gij stoute Harpenaren,
 
gij moet de klok zijn die de wereld wekt.
 
 
 
Dan zullen zij hunne oogen wrijven,
 
rondtasten in de duistre nacht;
 
zij voelen ijzers om hun lijven,
 
waarin de nauwe borst versmacht.
[pagina 45]
[p. 45]
 
O dichters, slaat uw vrije snaren;
 
bij uw gezang zal in één' aâm
 
Noord, Zuid, en Oost en West vergâren:
 
gij moet de klok zijn die ze roept te zaam.
 
 
 
Dan zullen zij de hand zich geven
 
in meer dan millioenental;
 
dan zullen zij niet langer beven,
 
dan rijzen hunne hoofden al.
 
O Dichters, zingt! vooruit! geen vreezen!
 
het menschdom is ten strijd bereid,
 
het wil één broederleger wezen:
 
gij moet de klok zijn die het leger leidt.
 
 
 
Dan wordt de heil'ge strijd gestreden,
 
een strijd zoo grootsch, zoo bang, zoo naar:
 
de toekomst werpt zich op 't verleden,
 
de strijders storten op elkaâr.
 
Dan wordt de grijze burgt besprongen
 
waar 't oud geweld zijn macht in schept;
 
O Dichters, dondrend nu gezongen:
 
gij moet de klok zijn die den storrem klept.
 
 
[pagina 46]
[p. 46]
 
Dan wordt een donker graf gedolven
 
voor de overwonnen dwinglandij;
 
en Noord en Zuid legt neêr de kolven,
 
en jublend klinkt het: De aarde is vrij!
 
O Dichters! slaat uw forsche snaren,
 
en gallemt uw triomflied uit;
 
heft aan den lof der martelaren;
 
gij moet de klok zijn die den zege luidt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken