Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iris (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iris
Afbeelding van IrisToon afbeelding van titelpagina van Iris

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.39 MB)

Scans (1.87 MB)

ebook (4.09 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Illustrator

Daan de Vries



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iris

(1928)–Jacqueline van der Waals–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]


illustratie

Het lichten der zee.

 
De ruischende golven rollen aan
 
Uit de duistere diepten der zee;
 
Een zachte glans, als een droom, als een waan,
 
Een glanzend licht op de waterbaan
 
Loopt met de golven mee.
 
 
 
De lichtende golven rollen voort
 
En zwart is de nacht en de kust,
 
En 't schijnsel, dat daar binnen gloort,
 
Het maakt mij zoo moede, want, onverwoord,
 
Laat mij dit licht geen rust.
 
 
 
De lichtende golven loopen naar
 
Het strand en op mij toe;
 
De golven komen, baar op baar,
 
Ze komen, ze breken en ruischen maar
 
En maken mijn hart zoo moe.
 
 
 
De golven breken en bruisend gloeit
 
De blinkende schijn.... en verflauwt,
 
En, waar de vlakke vloed, vermoeid,
 
Tot voor mijn voeten komt gevloeid,
 
Ligt stervend het vonkengoud.
 
 
[pagina 25]
[p. 25]
 
En waar ik treed, en waar mijn voet,
 
Al gaande, den vochten grond
 
Beroert of 't water trillen doet,
 
Daar vonkt het vuur van den vreemden gloed,
 
Dien mij de diepte zond.
 
 
 
De golven wentelen, lichtbezwaard,
 
Naar den oever hun zwaren last,
 
En het magische vuur dat de diepte baart,
 
Het maakt mij zoo moede, want, onverklaard,
 
Houdt mij dit schijnsel vast.
 
 
 
Ik zoek in de diepten het tooverwoord,
 
Dat den ban verbreken moet,
 
In het ruischende licht, dat daar binnen gloort,
 
Maar de lichtende golven rollen voort,
 
En 't vuur danst voor mijn voet....
 
 
 
Indien ik mijn angst en ontroering verstak,
 
Indien ik mijn onrust begroef
 
In een ledigen klank? en den toover brak
 
Door het noemen eens naams? en rustig sprak
 
- Omdat ik toch rust behoef -:
 
 
 
‘De glans, die over de golven gleê,
 
- En ik dacht dat het vreemde gezicht
 
Eens drooms mijn ziel ontstellen deê -
 
Het is het lichten van de zee,
 
Het is maar de zee, die licht’?....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken