Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iris (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iris
Afbeelding van IrisToon afbeelding van titelpagina van Iris

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.39 MB)

Scans (1.87 MB)

ebook (4.09 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Illustrator

Daan de Vries



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iris

(1928)–Jacqueline van der Waals–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]


illustratie

De spoortrein.

 
Eens op een dag, toen ik de stad
 
Verliet en in den spoortrein zat,
 
En daar in stille lijdzaamheid
 
Geduldig wachtte tot de tijd
 
- Bij 't langzaam voortgaan van de klok -
 
Zou komen, dat mijn trein vertrok,
 
Geschiedde 't, dat in 't naaste spoor
 
Een trein rangeeren ging en voor
 
Mijn venster schoof. Ik kende wel
 
De vreemde werking van dit spel,
 
Maar 't scheen mijn onbetrouwbaar oog,
 
Alsof mijn trein zich voortbewoog
 
Voorbij dien andren, vreemden trein,
 
Die onbeweeglijk bleef in schijn.
 
 
 
Toen ik nu al maar verder reed,
 
- Ik wist toch, dat ik dat niet deed -
 
Werd ik bedroefd, dat mijn gezicht
 
Mij dus bedroog in 't volle licht,
 
En, dat mijn inzicht niets vermocht
 
Tegen dit dom gezichtsbedrog.
[pagina 40]
[p. 40]
 
En in mijn wanhoop om dien waan
 
Heb ik mijn oogen dichtgedaan,
 
Heb ik gebeden: ‘Trein, sta stil!’
 
Met al de hartstocht van mijn wil....
 
Maar, wat ik smeekte, deed of dacht,
 
Ik heb hem niet tot staan gebracht.
 
 
 
Wie iets zoo zeker weet en vast,
 
Dat hij het haast met handen tast,
 
Het voor zijn oog gebeuren ziet,
 
En dan bedenkt: het is zoo niet,
 
Die voelt zich zeer bedroefd en moe,
 
Die twijfelt aan het of en hoe,
 
Die wanhoopt aan het al of niet
 
Van alle dingen, die hij ziet,
 
Die is op 't eind de zekerheid
 
Van alle zijn en niet zijn kwijt.
 
 
 
Dien morgen sprak ik op mijn reis
 
Tot mijne ziel op deze wijs:
 
‘De domheid, die ik straks beging,
 
Was, dat ik aan een vlottend ding,
 
Dat zelf geen rust of vastheid had,
 
Der dingen rust en vastheid mat.
 
Dus zoek, indien gij twijfelt aan
 
Uw eigen vastheid of bestaan,
 
Te midden van wat vloeit en vlot,
 
Mijn ziel, uw zekerheid in God,
 
Het eenig, eeuwig vaste punt,
 
Waar gij den blik op richten kunt.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken