Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iris (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iris
Afbeelding van IrisToon afbeelding van titelpagina van Iris

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.39 MB)

Scans (1.87 MB)

ebook (4.09 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Illustrator

Daan de Vries



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iris

(1928)–Jacqueline van der Waals–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 54]
[p. 54]


illustratie

Avondvrede.

 
Ik legde 't boek ter zijde
 
Bij 't duistren van den dag,
 
En staarde naar de weide,
 
Die voor mij open lag:
 
Ik zag het zwarten van het gras,
 
Waar 't door de zon verlaten was,
 
Het avondlijk gebeuren
 
Van sterven en verkleuren.
 
 
 
Een koele wind streek over
 
De weiden en 't gerucht
 
Van 't lichtbewogen loover
 
Doorruischte de avondlucht.
 
Toen, voor den nacht, die komen ging,
 
Kwam eene lichte huivering,
 
Als wind door popelblaren,
 
Mij door de ziel gevaren.
 
 
[pagina 55]
[p. 55]
 
Ik dacht, hoe ook mijn leven
 
Als deze dag vergaan
 
En einden zou en even
 
Deed dit mij droevig aan.
 
Als zand, dat door de vingers glijdt,
 
Verging mijn lente en zomertijd,
 
En mijne najaarsdagen
 
Vergaten vrucht te dragen.
 
 
 
‘Ik kom met leege handen’....
 
Maar al mijn bitterheid
 
Verging in 't zachte branden
 
Van Gods afwezigheid,
 
Die ruischte door de stilte alom
 
En zachtkens sprak mijn ziel: ‘Ik kom,’
 
- En zoet scheen mij die schande -
 
‘Ofschoon met leege handen....’
 
 
 
Als wind door popelbladen,
 
Bewoog zich iets in mij,
 
Als waar met Zijn genade
 
Mijn God mij zeer nabij.
 
Mijn handen rustten in mijn schoot,
 
Mijn hoofd was naar het avondrood,
 
Dat blinkend was gebleven,
 
In stil geluk geheven.
 
 
[pagina 56]
[p. 56]
 
‘Gij zult mijn dagen vullen
 
Met Uw zeer zoet gemis
 
En mijne nachten hullen
 
In Uwe duisternis....’
 
Ik zag het zwarten van het gras,
 
Waar 't door de zon verlaten was,
 
En kon niet eens betreuren
 
Dit duistren en verkleuren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken