Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Laatste verzen (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Laatste verzen
Afbeelding van Laatste verzenToon afbeelding van titelpagina van Laatste verzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.21 MB)

Scans (0.77 MB)

ebook (2.74 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Laatste verzen

(1923)–Jacqueline van der Waals–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 23]
[p. 23]

Doods nadering.

1.

 
Is dit, o Heer, dit oppervlakkigheid,
 
Dat ik mijn uren en mijn dagen
 
Zoo onbezorgd en zonder veel te vragen
 
Zoo ongeveer als vroeger slijt?
 
Alleen wat machteloozer en wat zwakker
 
En zonder levenstaak en levensstrijd -
 
Des morgens word ik zonder plichten wakker
 
En hul mij aanstonds in mijn eenzaamheid.
 
Dan komen vrienden die mij wat verwennen
 
En meren aan mijn oever hunne boot,
 
Wij spreken van het leven, dat wij kennen
 
Met luider stemme en zachter van den dood.
 
Dan gaan zij heen en eenzaam blijf ik achter...
 
Ik weet niet, is dit oppervlakkigheid,
 
Dat niet mijn stem nog stiller werd en zachter
 
En sprak van U en Uwe heerlijkheid?
[pagina 24]
[p. 24]

2.

 
Mijn uren gaan voorbij gelijk het zand,
 
Dat langzaam door de dichte vingers vliet
 
En wegvloeit uit de vastgesloten hand;
 
Als water, dat ik dronk, maar proefde 't niet.
 
Ik weet niet of zij bitter zijn of zoet,
 
Ik weet niet, of het zachtkens in mij schreit,
 
Of in mij lacht - het zingen van mijn bloed,
 
Het klinkt zoo stil, en 't ver geruisch zoo zoet
 
Heer, van Uw eeuwigheid.
[pagina 25]
[p. 25]

3. - (Naar R.M. Rilke).

 
Wij mogen U niet eigenmachtig beelden,
 
Gij Scheemrende, waaraan de dag ontsteeg.
 
We ontleenen aan dezelfde kleurenweelde,
 
Waarmede men Uw beeld vanouds penseelde,
 
Den glans, waarmee de heilige U verzweeg.
 
 
 
Wij bouwen beelden van U op als wanden,
 
Zoodat reeds duizend muren om U staan,
 
Want U verhullen onze vrome handen,
 
Zoodra U onze harten opengaan.
[pagina 26]
[p. 26]

4.

 
Ik vroeg: Is dit lichtzinnigheid in mij,
 
Dat ik niet angstig of bedroefd kan wezen
 
Van wege mijne zonde, noch met vreeze
 
Tot U, o Heer, om schuldvergeving schrei?
 
Ik kende vroeger toch besef van schuld
 
En schreide vaak tot U om schuldvergeving,
 
Hoe is het, dat de dood dan niet met beving,
 
Doch met zijn groote stilte mij vervult?
 
 
 
Toen lachte God en sprak: Toen Gij daareven
 
Al wat ik nam, vrijwillig hebt gegeven,
 
Toen gaaft gij in de gulheid van uw bod
 
Mij ook uw smarten, ook uw levenswonden...
 
 
 
In 't leven is de zonde onze zonde
 
Maar in den dood is ze Uwe zaak, mijn God.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken