Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn eerste stap (2020)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn eerste stap
Afbeelding van Mijn eerste stapToon afbeelding van titelpagina van Mijn eerste stap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.35 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn eerste stap

(2020)–Karel de Waele–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

De stervende Grijsaard.

 
Treedt toe, mijn zonen, 'k wil een lied,
 
Wellicht mijn laatste, zingen;
 
Een laatste toon voor 't Vaderland
 
Mijn matte borst ontwringen.
 
Al zijn mijn hairen sneeuwend wit,
 
Reeds half verdoofd mijn blikken,
 
Mijn levensbaan reeds t'eind gegaan….
 
Wilt 't hoofd me een weinig schikken.
 
 
 
Toen ik nog jong was, lijk gij zijt,
 
Toen heerschte hier geen ruste,
 
't Was een gestage kamp en strijd,
 
Wijl 't oorlogsvuur nooit bluschte.
 
Ik zag zoo menig vorstenhoofd
 
Het Vaderland benijen;
 
En menig bloed'ge omwenteling:
 
– 'k Zag zeven Dijnastijen!
 
 
 
Geleden is het reeds zoo lang,
 
Maar 't staat nog in mijn harte,
 
Hoe 't Fransche Sans-kulottenras
 
Ons sloeg met ramp en smarte;
 
O dan, dan stonden we allen op;
 
Wij allen waren strijders
 
En kampten met een moedig hart,
 
Als 's Vaderlands bevrijders.
 
 
[pagina 23]
[p. 23]
 
En toch, bezwijken moesten wij!...
 
– Vergeeft mij deze tranen
 
Die bij die droeve heugenis
 
Zich langs mijn wangen banen; –
 
Ons heiligst recht werd wreed verdrukt
 
En schaamteloos versmaden,
 
En wij, ontmoedigd, – mat gestreên,
 
Met 't dwangjuk overladen.
 
 
 
Maar God, die 's boozen plannen plet,
 
Zag op ons lijden neder,
 
En na een wreede dwinglandij
 
Verscheen de vrijheid weder.
 
Maar ach! 't was niet van langen duur
 
Onz' hope was slechts schimmig,
 
En 't noodlot, ons goedgunstig eens,
 
Werd weder boos en grimmig.
 
 
 
En ver van 't ouderlijke dak, –
 
In Noord- en Zuiderlanden,
 
Moest ik, gedwongene soldaat,
 
Den vreemde 't lijf verpanden.
 
O 't heugt mij nog, hoe lang geleên,
 
Ja, 'k zie 't nog voor mijne oogen,
 
'k Hoor nog den wreeden oorlogskreet:
 
‘Geen heul! geen mededoogen!’
 
 
 
Maar de afgod viel te Waterloo!
 
Hoe waren we allen vreugdig.
 
Verlost van alle ramp en druk
 
Scheen ouderdom weêr jeugdig;
 
Getuig het, fiere en koene Leeuw,
 
Te Waterloo verheven,
 
Getuig hoe gansch het Belgisch heir
 
Woû voor zijn vrijheid sneven!
 
 
[pagina 24]
[p. 24]
 
Getuig hoe nog de dwingeland
 
Ons poogde te verleiden,
 
Hoe hij door zijne listge tong
 
Ons langs zijn kant woû leiden;
 
Maar, neen! er steeg een felle kreet,
 
Een grijnzen van verachting:
 
De Belg schenkt aan zijn wettig Vorst
 
Gehoorzaamheid en achting.
 
 
 
En sedert dertig jaren nu,
 
Voelt Belgiën verkwikking;
 
Het laaft zich aan de vredebron;
 
Geen onweêr huilt: ‘Verschrikking!’
 
Een grijze en wijze vredeheld
 
Moet hier den schepter zwieren,
 
Hem, dien wij allen, – arm en rijk, –
 
Als eenen Vader vieren.
 
 
 
Bidt, kindren, bidt den goeden God,
 
Dat hij onz' goede koning,
 
Nog langen tijde hier bewaar',
 
Zijn trouwen dienst tot looning.
 
Bidt God, dat ons lief Vaderland
 
In voorspoed blijve groeijen;
 
Bidt God, dat Vlaandrens taal vooral
 
In Vlaandren blijve bloeijen.
 
 
 
Vaarwel, mijn zonen! Vaar, vaarwel,
 
Mijn lieven Vaderlande!
 
Voor U stortte ik mijn eigen bloed
 
Als trouwige offerande.
 
Vaarwel, en bloei in voorspoed voort,
 
Dit zijn de laatste wenschen
 
Die ik voor U op aarde doe…
 
Mocht nooit uw roem verslenzen!’
 
. . . . . . . . . . . . . .
 
 
[pagina 25]
[p. 25]
 
Des grijsaards blikken werden doof,
 
De stem bleef in zijn binnen,
 
Zijn aangezicht werd bleek en schoon
 
Als 't versch gewasschen linnen.
 
Zijn zonen knielden weenend neêr
 
Wijl ieder vader kuste,
 
En tot den Hemel steeg een beê
 
Voor 's grijsaards zieleruste.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken