Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn eerste stap (2020)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn eerste stap
Afbeelding van Mijn eerste stapToon afbeelding van titelpagina van Mijn eerste stap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.35 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn eerste stap

(2020)–Karel de Waele–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 69]
[p. 69]

Den Heere B.N.D.M. en Mejuffer S.B.,
ter gelegenheid huns huwelijks.

 
Wat wil ik, jonge harpenaar,
 
Zoo forsch aangrijpende de gouden snaar,
 
Als woû mijn geest in 't breed verbeeldingsrijk
 
Weêr mijmrend ommezwerven?
 
Verbeelding – lust van 's Dichters zieleleven.
 
Schoon geene dichterkroon op mijnen schedel prijk',
 
Toch zing ik – 't vogeltje gelijk,
 
Dat soms nog 's wandlaars oor aan 't kunstloos lied kan kleven.
 
Toch ren ik in ontembre toomen
 
De baan in van het roemrijk kunstgebied,
 
En hef een needrig huldelied –
 
Een lied waarin 't gevoel rechtschapen uit moet stroomen,
 
Gelijkend aan die zaal'ge droomen
 
Waarin des jonglings geest vaak henenvliedt.
 
 
[pagina 70]
[p. 70]
 
Wie schetst het zoet genot naar eigen recht en waarde,
 
't Geen 's jonglings hart geniet wanneere hij zich op aarde
 
Een toekomst vol van zegen droomt –
 
Een toekomst, mild door heil en gunsten overstroomd?
 
En is dit niet wanneer een vrouwlijke Engel
 
Geluk en leed en smart getrouwig met ons deelt?
 
Die onze rampen door haer liefdelonken heelt?
 
Ons waar geluk met vuurge kussen streelt?
 
Die heel haar leven met het ons vermengel'?
 
 
 
Dit heil, Nicasius, dit heil smaekt gij op heden,
 
Nu gij in zoete vreugd die baan zijt ingetreden –
 
Die zoo volzaalge baan – zoo lang door u vermeden,
 
Tot dat gij eens op uwe kniën neêr –
 
Gezonken vurig smeektet tot den Heer:
 
‘O Heer, volmaak 't geluk mijns levens,
 
Gij gaaft mij eer en rijkdom tevens,
 
Maar toch
 
Bij dit ontbreekt mij nog,
 
Schoon ik in goud en weelde baadde,
 
Een lieve gade.’
 
 
 
Die bede werd door God verhoord
 
En Sofia, een Engel, zacht en teeder,
 
Viel aan uw kloppend harte neder
 
En sprak er 't zielsbetoovrend woord.
 
Des tempels deure werd ontsloten
 
En ‘'t jawoord’ haren mond ontvloten, –
 
Waarin de reinste liefde gloort,
 
Viel neder in uw hart. – Gebeden klommen
 
En 't huwlijksheil was aangeglommen.
[pagina 71]
[p. 71]

II

 
Heil, Nicasius! die Sophie,
 
De uitverkoorne, thands als bruid
 
Door den Heer u toegewezen,
 
Tegen 't jagend harte sluit.
 
 
 
Neen, geen ijdel praalgenuchte
 
Deed uw hart van wellust slaan.
 
Opgeruimd en rein van geeste
 
Stapt gij in de huwlijksbaan;
 
 
 
Zucht naar goud was niet uw streven;
 
Liefde alleen beheerschte uw hart, –
 
Liefde, reinste gift des Scheppers
 
Die des werelds rampen tart!
 
 
 
Schoone dag, voor u gerezen,
 
Blinkt in vollen luister voort;
 
Dat geen bitse leed u kwelle
 
U in uwe dagen stoort.
 
 
 
Mocht gij met uw deugdzame engel
 
– 't Evenbeeld der reine deugd –
 
Uwe levensdagen slijten
 
Ongestoord, in rust en vreugd.
 
 
 
Zege, zegeGa naar voetnoot+, zijge neder
 
Uit des Heeren woon gedaald,
 
Over U, o zaalgen manne,
 
Zóo door 't aardsch geluk omstraald.
[pagina 72]
[p. 72]

III

 
Heil, Sophia! die op heden –
 
Eeuwig heugelijke stond –
 
In de heilge tempelwanden
 
Zwoert het eeuwig trouwverbond.
 
 
 
Tusschen U en Hem gesloten;
 
Vast verbond en eeuwge trouw,
 
't Welk geen stervling kan verbreken,
 
Wat de nijd ook listen bouw'!
 
 
 
Zegen, zegen, zijge neder
 
Uit des Heeren hand gedaald,
 
Over U, o zaalge vrouwe,
 
Zóo door 't aardsch geluk omstraald.
voetnoot+
Lees, conform de parallelle strofe 3 op pagina 72: Zegen, zegen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken