Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche historie. Deel 1 (1749)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 1
Afbeelding van Vaderlandsche historie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche historie. Deel 1

(1749)–Jan Wagenaar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXIV. Pipyn, tot Koning van Frankryk verheeven, wordt door Bonifacius gezalfd.

Pipyn, nu het gantsch Staatsbewind des magtigen Frankischen Ryks in zyne handen gesteld ziende, besloot, met het gezag, ook den naam van Koning aan te neemen, en Childerik den III, die tot nog toe alleenlyk dien naam gevoerd hadt, ook van den zelven te berooven. Ondertusschen moest aan dit werk eenen glimp gegeven worden. Behalven de toestemming der Frankische Grooten, ten deezen einde, te Soissons byeengeroepen,Ga naar margenoot+hadt men de Pausselyke goedkeuring nodig. Men zondt dan Burchard, Bisschop van Wurtsberg, en den Kapellaan Fulrad naar Rome. Paus Zacharias, die Pipyns hulp tegen de Longobarden in Italie behoefde, gaf ligtelyk zyne toestemming tot deszelfs verheffingGa naar voetnoot(w), verklaarende dat men hem, die de Koninglyke magt reeds bezat, ook den Koninglyken naam niet behoorde te weigerenGa naar voetnoot(x). Ook werdt hy eerlang, na dat Childerik van den troon gestooten en in een Klooster gesteken was, te Soissons, door

[pagina 406]
[p. 406]

den bovengemelden Bonifacius, Aartsbisschop van Ments, tot Koning van Frankryk gezalfdGa naar voetnoot(y).

Men vindt aangetekend, dat Bonifacius diep in Pipyns gunst stondt, om dat hy één van de eersten geweest was, die hem hadden bygestaan, in 't afzetten van Childerik, en in 't beklimmen van den Frankischen TroonGa naar voetnoot(z). De Heiligen van deezen tyd maakten geene zwaarigheid, om zig met de neteligste Staatszaaken te bemoeijenGa naar voetnoot(1).

Omtrent deezen tyd, of wat vroeger, riedt Bonifacius Pipyn, sommigen Bisschoppen de helft of een derde hunner goederen af te neemen, onder belofte van alles, in vervolg van tyd, te zullen wedergeeven. 't Schynt dat Pipyn, om zig, in zyne nieuwe mogend-

[pagina 407]
[p. 407]

heid, te bevestigen, en zyn Ryksgebied wyder uit te breiden, meer schatten behoefde, dan hy hadt konnen byeenzamelen. Immers Bonifacius raad werdt gevolgdGa naar voetnoot(2): de Bisschoppen moesten een goed deel hunner goe-

[pagina 408]
[p. 408]

deren missenGa naar voetnoot(a). Dan of de Koning naderhand de beloofde voorwaarde volkomenlyk hieldt, is my niet gebleeken. Ondertusschen won onze Bisschop, door zulke wegen, de gunst van Pipyn, die wel haast blyken gaf van de genegenheid, welke hy Bonifacius toedroeg, bevestigende, by twee open' Brieven, de giften, voorheen door zynen Grootvader, Vader en Broeder, aan de Utrechtsche Kerke, over welke Bonifacius het opperbestier hadt, gedaanGa naar voetnoot(b). Aanmerkelyk is 't, dat hy, in eenen deezer brieven, zynen Grootvader Pipyn, den naam van Koning der Franken geeft.

margenoot+
751.
voetnoot(w)
Annal. Bertinian. ad annum 749. Eginharti Annal, ad annum 749.
voetnoot(x)
Annal. Loisel. ad annum 749.
voetnoot(y)
Annal. Fuldenses, ad annum 751.
voetnoot(z)
Hamelense Chronicon, in Coll. G. Leibnitii Tom. II. p. 508.
voetnoot(1)
Onder de Brieven van Bonifacius, vindt men 'er eenen aan Paus Zacharias, in welken men leest, dat de brenger des Briefs met eenige geheimen belast was, die hy den Paus alleen openbaaren moest. Bonifacii Epist. CXLI. p. 210. Sommigen vermoeden, niet zonder grond, dat deeze geheimen de verheffing van Pipyn, tot Koning der Franken, betroffen. Voiez Pere Daniel Histoire de France Tom. I. p. 362. De brief is, omtrent deezen tyd, geschreeven. Ook was Burchard, die naderhand aan den Paus gezonden werdt, door Bonifacius, tot Bisschop van Wurtsberg, aangesteld. Bonifac. Epist. CXXXII. p. 182. Conf. Zach. Epist. inter Bonif. CXXXIII. p. 185. De Kapellaan Fulrad, Burchards reisgenoot, was insgelyks een goed vriend van Bonifacius. Bonif. Epist. XCII. p. 127. Zo dat het van alle kanten bevestigd wordt, dat onze Bisschop sterk in deeze zaak gewerkt heeft.
voetnoot(2)
Het Jaarboek der Abtdye van S. Bertin, te S. Omer in Artois, verhaalt dit op het jaar 750. Doch 't is niet onwaarschynlyk, dat de raad van Bonifacius oorzaak geweest is van zekere vaststelling, in de Kerkelyke Vergadering te Listine; van welke wy boven [Bl. 396.] gesproken hebben, en die men meent, dat, al in 't jaar 743, gehouden is. 't Schynt ons ondertusschen toe, dat zy laater, en in of na 't jaar 746, is gehouden, om dat Karoloman, voor dien tyd, nog in regeeringe was, en 'er, in de Handelingen deezer Vergadering, maar van éénen Vorst der Franken gewaagd wordt, door wien, volgens het Jaarboek van S. Bertin, Pipyn gemeend wordt. De vaststelling zelve was in deeze woorden begrepen: ‘Ter oorzaake van het gevaar des oorlogs en der Heidensche vervolgingen, hebben wy, met raad der Dienaaren Gods en des Kristen-volks, vastgesteld, een gedeelte van het Kerkelyk geld, voor zekeren tyd, by wyze van bede of schatting, onder Gods toelaating, tot onderhouding onzes Legers, na ons te neemen: met belofte, van jaarlyks, een stuiver of twaalf penningen van elke Cassata of Wooning, aan de Kerken en Kloosters te zullen wedergeeven, om de zelven dus, al sterft de Vorst, dien 't geld verstrekt is, schadeloos te stellen. Doch zo 't de nood vereischt, zal de schatting, op bevel van den Vorst, op nieuws, geheeven worden. Ondertusschen zal men zorg draagen, dat de Kerken en Kloosters, die geld geschooten hebben, geen gebrek lyden. Zo zy, door armoede, gedrukt worden, zal men hun al hun geld wederom geeven’. Synodal. Convent. Fragment. inter Epist. Bonifac. p. 113. Paus Zacharias riedt Bonifacius, in eenen zyner Brieven, deezen jaarlykschen stuiver van elke wooning tot almoessen of tot het bouwen van Kerken te besteeden. Vide Epist. Zachar. inter Bonifac. CXLI. p. 215.
voetnoot(a)
Annal. Bertinian. ad annum 750.
voetnoot(b)
Diplom. Pipini Regis apud Hedam p. 35, 36.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken