Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche historie. Deel 5 (1751)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 5
Afbeelding van Vaderlandsche historie. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche historie. Deel 5

(1751)–Jan Wagenaar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XI.
Nieuwe Oorlog met de Oosterlingen.

Doch de Vrede met Deenemarke en de Hanze-Steden duurde niet lang. De Hollanders hadden naauwlyks hunne Vloot onttakeld, en 't volk afgedankt, of Koning Fredrik, door de Lubekkers opgehitst, zogt stof tot nieuwen twist. Doch alzo hy den Nederlandschen Koophandel niet geheel missen kon, poogde hy, met Brabant, Vlaanderen en Zeeland vrede te houden, en alleen met Holland te breeken. Hy hadt uitgerekend, dat Christiaan de II, dien hy nu in zyne magt hadt, hem, door hulp der Hollanderen, die den verdreeven' Vorst, geld, schepen en geschut verschaft hadden, driemaal honderdduizend guldens schade hadt toegebragt; van welke somme hy van Holland vergoeding vorderde, door een Gezantschap, alleen ten deezen einde, herwaards gezonden. De Land-

[pagina 47]
[p. 47]

voogdes, de Staaten van Holland, in Wintermaand, te Bergen in Henegouwen, ter Dagvaart beschreeven hebbende, stelde hun de klagte der Deenen voor. Zy overreedden haar ligtelyk, om 't geschil aan te merken, als den Keizer en de Nederlanden in 't gemeen betreffende, en niet Holland in 't byzonder. De Deenen hadden beweerd, dat de Koning, uit kragt van 't Verdrag, onlangs te Koppenhage geslooten, regt hadt, om zyne schade, op Holland alleen, te verhaalen. Doch deGa naar margenoot+ Landvoogdes, anders onderrigt, verklaarde den Gezanten rondelyk ‘dat de Koning, iets van byzondere Persoonen te eischen hebbende, hen, uit hoofde van 't Verdrag, alleen voor hunnen bevoegden Regter betrekken kon, alwaar hem onverwyld Regt gedaan zou worden; doch dat het hem, zonder blykbaare krenking van 't Verdrag, niet vrystondt, zyne schade te verhaalen, op 't Land van Holland in 't gemeen. Deedt hy 't egter; hy moest zig verzekerd houden, dat de Keizer de zaak der Hollanderen als de zyne aanmerken, en met alle de magt der Nederlanden en van Spanje zelve handhaaven zou.’

De Deenen zig hebbende laaten verluiden, dat zy met Brabant, Vlaanderen en Zeeland in onderhandeling treeden, en aan dezelven vryen Koophandel vergunnen wilden; zondt Vrouw Maria, terstond, verbod aan deeze Landschappen, om den Gezanten gehoor te verleenen. Ook verstondt zy niet, dat de Gezanten, met de drie Landschappen, zouden zoeken te handelen. Kort hierna, kwamen

[pagina 48]
[p. 48]

'er Brieven van Koning Fredrik aan Vrouwe Maria, vervuld met klagten, over geweigerd Regt. Ten zelfden tyde schreef hy aan Antwerpen, Brugge, en Middelburg in Zeeland, hen noodigende, om zig van Holland te scheiden, en in zyn Ryk te komen handelen. Doch deeze Steden antwoordden, uit éénen mond, dat zy zig geheellyk gedroegen aan 't gene den Koning, door de Koninginne-Landvoogdesse, geschreeven zou worden. De Deensche Gezanten keerden naar huis, zonder hun oogmerk bereikt te hebben. Men bereidde zig, van wederzyde, wederom ten oorlog. Vrouw Maria zondt egter, in de Lente des volgenden jaars, Henrik Willemszoon van Haarlem, op 's Keizers kosten, naar Deenemarke, met last, om den Koning klaar en onvertogen antwoord af te vraagen, of hy de geslooten Vrede begeerde te onderhouden, of nietGa naar voetnoot(h).

Ga naar margenoot+ De Slagtmaand des jaars 1532 was wederom, gelyk voor twee jaaren, ongelukkig voor Holland en Zeeland. Op den tweeden dier maand, stak 'er zo hevig een storm uit den Noordwesten op, dat de meeste Zeeuwsche Eilanden, en veele Polders en Dorpen, die naauwlyks wederom beverscht waren, ondervloeidenGa naar voetnoot(i). In Holland, liep het water een voet hoog over de dyken: 't welk, in eene eeuw, niet gebeurd was. Ook braken 'er eenige gaten in den Westfrieschen dyk, die, ter oorzaake van de strenge vorst, welke hier kort op volgde, den gantschen winter niet

[pagina 49]
[p. 49]

gestopt konden wordenGa naar voetnoot(k). Men verzogt ten Hove om onderstand in geld, tot het boeten der geleeden' schade. Men wist, dat de Keizer, voorheen, die van Lodyke en anderen in Zeeland ondersteund hadt. Doch ik vind niet, dat de Hollanders thans iets verwiervenGa naar voetnoot(l). De Zeeuwen, die ook meer geleeden hadden, werden; gelyk te vooren, wederom geholpen. De Landvoogdes vergunde hun, uit 's Keizers naam, vier jaaren agter een jaarlyks, tweeduizend vyfhonderd ponden van veertig grooten van de Keizerlyke Bede te mogen inhouden, om dezelven, tot herstelling der Dykaadjen, te gebruikenGa naar voetnoot(m). In verscheiden' Hollandsche en Zeeuwsche Steden, heerschte, ten deezen tyde, ook eene besmettelyke ziekte. Te Zierikzee, sneuvelden, in drie maanden tyds, meer dan drieduizend menschenGa naar voetnoot(n). Te Rotterdam, was de sterfte ook zeer zwaarGa naar voetnoot(o).

margenoot+
Ernstige taal der Landvoogdesse tegen de Deensche Gezanten.
voetnoot(h)
Mr. Aert van der Goes Regist. bl. 189, 190, 191, 195.
margenoot+
Watervloed.
voetnoot(i)
Reigersb. II. Deel, bl. 433.
voetnoot(k)
Velius Hoorn, bl. 239, 240.
voetnoot(l)
Mr. Aert van der Goes Regist. bl. 188, 190, 192.
voetnoot(m)
Boxhorn op Reigersb. II. Deel, bl. 434.
voetnoot(n)
Reigersb. II. Deel, bl. 432.
voetnoot(o)
Mr. Aert van der Goes Regist. bl. 188.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken