Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche historie. Deel 5 (1751)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 5
Afbeelding van Vaderlandsche historie. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche historie. Deel 5

(1751)–Jan Wagenaar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

V.
Vrede met Gelder.

Midlerwyl, werdt de vredehandeling met den Hertoge van Gelder, te Graave, voortgezet, en eindelyk, op den vyftienden van Wintermaand, een Verdrag getekend, volgens welk ‘de Keizer en de Hertog beloofden, afstand te zullen doen van de verbindtenissen, ten nadeele van elkanderen, aangegaan. De Keizer zou zig, by 't leeven van Hertoge Karel, geen' Hertog van Gelder en Graaf van Zutfen noemen, en hem, binnen 't jaar, met die Heerlykheden beleenen. Voor 't afstaan van Groningen, Koeverden en Drente, waar van de Hertog zig insgelyks geen' Heer meer zou mogen heeten, zouden hem vyfendertigduizend Karelsguldens eens en vyfentwintigduizend gelyke guldens jaarlyks worden betaald. Die van Utrecht zouden hem, wegens zyn vermeend regt op hunne Stad, twintigduizend Karelsguldens voldoen.’ De overige punten van dit verdrag waren van klein belangGa naar voetnoot(e). Floris van Egmond, Graaf van Buuren, die, op aanmaaninge van Holland, de voornaamste hand gehad hadt, in 't bewerken van deeze Vrede, kreeg, sedert, het geschenk, welk hem beloofd was. Het bestondt in zesduizend Filipsguldens voor

[pagina 136]
[p. 136]

hem, en tweehonderd voor zyne HuisvrouweGa naar voetnoot(f).

Ga naar margenoot+ Weinige dagen na 't sluiten der Vrede met Gelder, deedt de Landvoogdes aan Holland eene buitengewoone Bede van honderd en twintigduizend guldens eens, en eene gewoone van honderd en twintigduizend guldensGa naar margenoot+ jaarlyks, voor den tyd van zes jaaren. De Staaten, hierop, in Louwmaand des volgenden jaars, in den Haage ter Dagvaart beschreeven zynde, stelden hun antwoord, eenigen tyd, uit, om eerst het bezegelen van het verdrag met Gelder en den uitslag der onderhandeling met Deenemarke af te wagten; alzo zy zig, hier naar, in 't bewilligen tot zulke zwaare Beden, noodwendig schikken moesten. Ondertusschen sloegen de Edelen uit, dat men, voor buitengewoone Bede, tagtigduizend guldens eens, en voor gewoone ook tagtigduizend guldens, jaarlyks, voor den tyd van vier jaaren, zou konnen toestaan. Doch Leiden, Amsterdam en Gouda waren hiertoe niet volkomen gelast. Eenpaarig werdt beslooten, niet te bewilligen, en, al hadt men schoon bewilligd, niet te betaalen, zo 't geene vrede bleef in Gelderland, en zo men niet ten Dogge of Kabbeljaauw en ten Haring, zo wel als op de Oostzee, vaaren konGa naar voetnoot(g).

Ga naar margenoot+ De Koning van Frankryk, ondertusschen, hebbende vastgesteld, den Veldtogt in de Nederlanden vroeg te openen, viel, in Lente-

[pagina 137]
[p. 137]

maand, aan 't hoofd van een Leger van vyfentwintigduizend Knegten en eenige Ruitery, in Artois, en sloeg het Beleg voor HesdinGa naar voetnoot(h). Hy wist, dat het Nederlandsch Leger, welk in den Veldtogt des voorleeden jaars gediend hadt, by gebrek van betaaling, grootendeels verloopen was, en maakte staat; dat hy reeds diep in de Nederlanden zou gedrongen zyn, eer de Landvoogdes volks genoeg, om hem te stuiten, op de been zou konnen hebben. Ook bevondt zy zig in zulk eene groote verlegenheid om geld, dat de voornaamste Grooten haar, in alleryl, eene merkelyke somme van penningen verstrekken moesten, zo dra zy van den inval der Franschen kennis gekreegen hadt. Zy besloot, terstondGa naar margenoot+ dertigduizend man te werven: en om de kosten hiertoe, die in zes maanden twaalf tonnen gouds beloopen zouden, te vinden, de algemeene Staaten, tegen den vierentwintigsten van Lentemaand, te Brussel, te beschryven. Hier deedt zy den Staaten 's Lands nood en de magt van Frankryk op 't leevendigst vertoonen, en spoedigen onderstand vorderen. De Brabanders, dien 't gevaar meer dan sommigen anderen Landschappen dreigde, booden lyf en goed aan, ter gemeene bescherminge der Nederlanden, die allen, zeidenze, maar één lighaam uitmaakten, waarvan de Keizer het hoofd was; mids dat de andere Landen hun, des noods, ook geenen bystand weigerden. Artois, Henegouwen, Namen en de meeste anderen spraken uit éé-

[pagina 138]
[p. 138]

nen mond met Brabant. Doch Vlaanderen was niet gelast, dan om te hooren. Holland en Zeeland begeerden ook eerst eens verslag te doen. Doch men antwoordde, dat de vyand in 't Land was, en 'er niets overschoot, dan dat elk bedagt was op de spoedigste en bekwaamste middelen, om hem te stuiten, waartoe, in de eerste plaats, geld vereischtGa naar margenoot+ werdt. De Landvoogdes, bevroedende, dat de gewoone middelen om geld te vinden niet toereiken konden, sloeg eene belasting voor van eene Karels gulden op elke Schoorsteen, of Haardstede, waaruit, meende zy, spoedig veel komen zou. Doch de Hollanders, in aanmerking neemende, dat hun Land volkryker was, en derhalven, naar gelang zyner uitgestrektheid, meer Haardsteden hadt dan de andere Nederlanden, hadden geenen zin in deeze belasting. Ook behaagde hun niet, dat de armen, in dezelve, byna zo veel zouden te draagen hebben, als de ryken, 't welk hen voor eenen opstand, onder de schamele Ingezetenen, uitgeput door den oorlog enGa naar margenoot+ door gebrek van handel, vreezen deedt. De voorslag der Landvoogdesse werdt, derhalven, in Holland verworpen. Doch alzo men klaarlyk zag, dat 'er geld noodig was, nam men, sedert, ter Staatsvergaderinge in overweeging, om, in de Beden van Wintermaand laatstleeden, voor een groot gedeelte ten minsten, te bewilligenGa naar voetnoot(i).

voetnoot(e)
Pontanus Libr. XI. p. 782. Repert. der Plak. bl. 34. Chron. van E. de Veer f. 46.
voetnoot(f)
Mr. Aert van der Goes Regist. bl. 257, 267, 269, 271, 273.
margenoot+
Buitengewoone en gewoone Bede aan Holland.
margenoot+
1537.
voetnoot(g)
Mr. Aert van der Goes Regist. bl. 269, 270, 273.
margenoot+
Veldtogt in de Nederlanden.
voetnoot(h)
Daniel Tom. VII. p. 809.
margenoot+
De Landvoogdes eischt twaalf tonnen gouds van de algemeene Staaten.
margenoot+
Schoorsteengeld voorgeslaagen.
margenoot+
afgeweezen in Holland.
voetnoot(i)
Mr. Aert van der Goes Reg. bl. 274, 275, 276, 277.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken