Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche historie. Deel 5 (1751)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 5
Afbeelding van Vaderlandsche historie. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche historie. Deel 5

(1751)–Jan Wagenaar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

IV.
Men bereidt zig tot tegenweer.

De Stadhouder Beveren, de Staaten van Holland, kort hierna, in den Haage, hebbende doen beschryven, sloeg voor, of men niet, tot bescherming van Holland, eenige sterkten in de Maaze, het Marsdiep en het Vlie behoorde te leggen: of anders 't getal van 's Lands Oorlogschepen vermeerderen. Doch de Staaten oordeelden ‘dat de sterkten, in 't Vlie en in 't Marsdiep, nutteloos zouden zyn, alzo men, uit dezelven, de vyandlyke schepen niet zou konnen beschieten; ook zou men de Gaten der Maaze niet dan tot zeer zwaare kosten konnen versterken, en dan daartoe nog, meer dan een jaar lang, werk hebben: eindelyk, was het vergrooten van de zeemagt eene zaak, waar op alle de Nederlanden, en niet Holland alleen, moest beschreeven worden.’ 't Een en 't ander bleef dan agter. Men verboodt, in Wynmaand, den uitvoer van allerlei Oorlogsbehoeften, en stelden eenen tweehondersten Penning, op alle andere uitgaande Koopmanschappen. Amsterdam klaagde, sedert, zeer, dat men, onder Oorlogsbehoeften, ook Pek, Teer, Roet, Leer, Masten, Sprieten en diergelyke waaren begreep, en den tweehonderdsten penning vorderde van goederen, die van en naar Gelderland, Friesland, Overyssel en Groningen gevoerd werden, onder voorwendsel, dat dezelven geene erf- maar aangewonnen Landen waren;

[pagina 370]
[p. 370]

doch deeze klagten vonden geen' ingangGa naar voetnoot(t).

Te lande, begon men zig, tegen den Winter, in staat van tegenweer te stellen. Maarten van Rossem werdt naar Mechelen gezonden, om volk te verzamelenGa naar voetnoot(u).

Henrik de II, midlerwyl, ook den Winter besteed hebbende, om zig te lande sterk toeGa naar margenoot+ te rusten, bragt, in 't midden van Lentemaand des jaars 1552, een Leger in Lotharingen; bemagtigende aldaar verscheiden' Plaatsen. In Hooimaand, viel hy in Luxemburg, alwaar hy, insgelyks, eenige Steden innam. Daartegen deedt Maarten van Rossem, omtrent deezen tyd, eenen inval in Champagne en in Lotharingen, 't platte Land, volgens zyne gewoonte, alomme afloopende en verwoestendeGa naar voetnoot(v).

Ga naar margenoot+ Na 't sluiten van de Passause Vrede, was het Keizerlyk Leger eerst in staat om iets van belang tegen Frankryk te onderneemen. Het was tienduizend Paarden en honderd zestien vendelen Knegten sterk, en koste den Keizer, maandelyks, zes tonnen schatsGa naar voetnoot(w). De Hertog van Alva en de Marquis van Marignan hadden 'er het Opperbevel over, en sloegen, in Wynmaand, het beleg voor Mets, welk, in 't voorjaar, aan de Franschen overgegaan, en sedert merkelyk versterkt was. Terwyl dit beleg duurde, werdt het Keizerlyk Leger vermeerderd, met de benden, die, in de Nederlanden geworven, door den Hertog van

[pagina 371]
[p. 371]

Holstein, door Lamoraal, Graave van Egmond, en door Jan van Hennin, Heere van Bossu, derwaards geleid werden. De Keizer zelf kwam, tegen 't einde van Slagtmaand, in 't Leger, en zondt Egmond af, om Toul op te eischen; doch de Bevelhebber antwoordde ‘dat hy, hierop, eerst na 't overgaan van Mets, en na dat hy zig, zo lang als de Hertog van Guize, die binnen Mets geboodt, verdedigd zou hebben, zyne gedagten zou laaten gaan.’ Karel de V. slaagde, ondertusschen, ongelukkig voor Mets. Het heevig vuur en de geduurige uitvallen der belegerden waren oorzaak, dat hy weinig of niets vorderde. Hier sloeg het jaargetyde toe, welk hem, eerlang, noodzaakte, de Stad, op den tienden van Louwmaand des jaars 1553, te verlaaten. In Pikardye, werwaards de Graaf van Roeulx, met eenen hoop volks, getrokken was; en in Italie, waren de meeste onderneemingen der Keizerschen ook ongelukkig uitgevallenGa naar voetnoot(x). De Winter werdt derhalven besteed, om zig, tegen 't volgend jaar, in beteren staat te stellen.

voetnoot(t)
Adr. van der Goes Reg. op 't jaar 1551, bl. 7, 8, 10, 13.
voetnoot(u)
Nieuwe Chron. van Brab. bl. 311.
margenoot+
1552.
voetnoot(v)
Chron. van E. de Veer f 118.
margenoot+
Mets belegerd.
voetnoot(w)
Adr. van der Goes Regist. op 't jaar 1552, bl. 36.
voetnoot(x)
Daniel Tom. VIII. p. 52-77. Chron. van E. de Veer f. 120, 121.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken