Vaderlandsche historie. Deel 5

XXVII.
Filips doet en ontvangt den genen Eed.

De plegtigheid van deezen dag hier mede geëindigd zynde^(f), vergaderden de Staaten, des anderendaags, afzonderlyk, om den nieuwen Heere hulde te doen. De Advokaat van der Goes deedt hem eene gepaste aanspraak, uit den naam der Staaten van Holland, verklaarende, dat dezelven hem ontvingen, voor hunnen natuurlyken Prins en Heer^(g). Filips vernieuwde en bevestigde toen den eed, by zyne inhuldiging in 't jaar 1549, gedaan; waarna de Staaten van Holland^(h) en Zeeland⁽ⁱ⁾, zo wel als die der andere Landschappen, hem, insgelyks, zwoeren. Uit naame van die van Holland, werdt hy toen, wederom, door den Advokaat, bedankt, dat hy hen wel, voor zyne Subjecten en Ondersaaten, hadt gelieven aan te neemen^(k). Van de overdragt der Landen werden ook open' brieven verleend, den vyfentwintigsten van

(f) Famian. Strada de Bello Belg. Libr. I. p. 6, 7, 8. Meter. I. Boek, f. 15. Chron. van E. de Veer f. 134.

(g) Zie hier voor, bl. 340.

(h) Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. 38.

(i) Acte van Huldinge van 26 Oct. 1555. by Boxhorn op Reigersb. II. Deel, bl. 505.

(k) Adr. van der Goes Regist. op 't jaar 1555. bl. 54, 55.

[p. 435]

Wynmaand gedagtekend, in welken de Keizer te verstaan gaf, dat hy zig van deeze overdragt veel goeds voor de Landzaaten beloofde, ter oorzaake der nabuurigheid van Engeland; van welk Ryk Filips Koning was. Voorts, werden deezen de Nederlanden opgedraagen, met dezelfde Souverainiteit, Hoogheid en Prae-eminentie, als de Keizer dezelven bezeten hadt, mids hy aanname, alle de schulden, ten dienste der Landen gemaakt, geregtelyk te voldoen^(l), waartoe hy zig, sedert, insgelyks verbondt^(m). De zegels des Keizers werden, naderhand, ook aan stukken geslaagen, en nieuwen, met den naam en titels des Konings, in de plaats gemaakt⁽ⁿ⁾. De Koning hieldt, voor eerst, de Raaden der Geregtshoven en alle de andere Amptenaars in zynen dienst, mids zy hem hunne Lastbrieven toezonden, nieuwen van hem ontvingen, en hem op nieuws den eed deeden^(o).

(l) Groot-Plakaatb. III. Deel, bl. 27.

(m) Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. 38.

(n) Repert. der Plak. van Holl. bl. 80, 81.

(o) Repert. der Plak. van Holl. bl. 79, 80.