Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche historie. Deel 10 (1754)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 10
Afbeelding van Vaderlandsche historie. Deel 10Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.90 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche historie. Deel 10

(1754)–Jan Wagenaar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XII.
Tweede ondervraaging van Hogerbeets.

Op den derden en vierden van Wynmaand, werdt Hogerbeets, voor de tweede reize, gehoord, door de gemelde Gemagtigden, Koenders uit genomen. 't Onderzoek betrof nu, voornaamlyk, 't gebeurde, te Utrecht. Men vraagde hem, of de Kolonel Ogle, des nagts voor de afdanking der Waardgelders, niet in de Herberge der Hollandsche Gemagtigden geweest was. Doch hy ontkende zulks. Meer vindt men niet aangetekend wegens dit onderzoek, in 't Gedenkschrift van HogerbeetsGa naar voetnoot(u), dien men toen negen volle weeken wagten liet, eer men hem verder ondervraagde. Men vondt ook nog geraaden, hem toegang van Huisvrouw en vrienden te ontzeggen, hoe ernstig' er om verzogt werdt.

't Liep aan tot den derden van Slagtmaand,Ga naar margenoot+ eer de Groot, voor 't eerst, ondervraagd werdt. Eenigen uit de algemeene Staaten, zonder dat 'er nog iemant uit Holland by was, benevens de Fiskaalen van Leeuwen en Sylla en den Griffier Pots, hoorden hem, over verscheiden' punten. Hy beriep zig ook eerst op zyn inboorlingschap in Holland, waarom hy voor geene vreemden behoefde te regt testaanGa naar voetnoot(v), en bekende toen‘ op last der Vroedschap van Rot-

[pagina 294]
[p. 294]

terdam, die van Utrecht eenige redenen te hebben voorgehouden, die hen bestluiten deeden, het openen van hunnen last uit te stellen: houdende Rotterdam voor dienstiger, met den Prinse te handelen, voor Holland en Utrecht samen. Ook, dat hy, ingevolge van eenen algemeenen last, om goed verstand en eenigheid te onderhouden, algemeene beloften van vriendschap en bystand, in overeenkomst met de oude Unien en Traktaaten, aan die van Utrecht gedaan hadt. Dat men Waardgelders hadt aangenomen, om dat de gerugten liepen, dat sommigen de Remonstrantschgezinde Wethouders wilden doen afzetten. Dat, zelfs te Gouda, hooge woorden gevoerd waren, door de Contraremonstranten, voorgeevende, de bezetting op hunne zyde te hebben. Dat het zenden van volk uit Rotterdam naar Schoonhoven buiten zyn' raad en in zyn afzyn geschied was, en dat hy niet wist, of die van Rotterdam aan die van Schoonhoven geld gegeven hadden, tot onderhouding der Waardgelderen. Dat de Afgevaardigden van Holland aan Ogle, stegts in 't algemeen, belast hadden, goede zorg te draagen. Dat hy niet wist, tegen Ogle gezeid te hebben, wat zou men in Holland zeggen, zo de Prins de Waardgelders wilde afdanken? noch, of hy hem gevraagd hadt, wat middel ' er zyn zou, om den Prins te beletten, dat hy geene bezetting in Utrecht bragt? ook niet, of Hogerbeets, des nagts, een briefje aan Ogle gezonden hadt.’ Dus liep deeze eerste ondervraagingGa naar margenoot+ af. Des anderendaags kwam de Voogd, de eer-

[pagina 295]
[p. 295]

ste der ondervraageren, hem spreeken. Deez' hieldt hem voor‘ dat men blyken hadt vanGa naar margenoot+ de punten, die den Advokaat, onlangs, in zekere gedrukte schriften, te last gelegd waren, met naame, dat hy geld van de Spaansche zyde getrokken hadt, om 't Bestand te vorderen, en het opregten der Westindische Maatschappye te beletten’, hem te gelyk vermaanende, te openbaaren, 't gene hy hiervan weeten mogt. De Groot, dit zeggen geloovende, begon zelf arg vermoeden te krygen van zekere handelingen des Advokaats, die tweezins uitgelegd, en ten kwaadste geduid konden worden, zo men, van elders, blyk zyner ontrouwe hadt. Het gantsche beleid der Kerkelyke zaaken kon men, dagt hy, hieronder rekenen. Ook gaf hy van deeze twyfelagtige handelingen, naderhand, schristelyke opening. Doch daarna hieldt hy, 't gene hem, ten nadeele des Advokaats, gezeid was, voor een konststreek der onderzoekerenGa naar voetnoot(w), om hem moedeloos te maaken, of te doen klappen, zo hy eenige geheimen wist. Manmaaker,Ga naar margenoot+ zyn oude vriend, kvvam hem, den volgenden dag, bezoeken, tragtende iets uit hem te trekken, dat Graave Fredrik Henrik betrof, en de gesprekken, welken men, deezen aangaande, gehouden mogthebben. Doch de Groot betuigde, ernstelyk, dat men deezen Prins en de Prinsesse Weduwe ten onregte verdagt hieldt. Manmaaker liet zig hierop ontvallen, dat Prins Henrik zeer styszinnig was; doch dat zyne moeder leedwezen hadt van haar beleid. De Groot her-

[pagina 296]
[p. 296]

nam, toen ‘dat hy Prins Henrik nooit hadt hooren spreeken, dan tot rust, en vrede van 't Land. Doch dat 'er, in deszelfs afzyn, by de Prinsesse. Weduwe, wel eenig gesprek gevallen was, waarvan hy, des belast, nadere opening doen zouGa naar voetnoot(x).’ Ditzag, naar 't schynt, op de voorgenomen' beschryving in 't Lid der Edelen, waarvan wy, te voorenGa naar voetnoot(y), gewaagd hebben, en welke hy, wat laater, aan Manmaaker openbaardeGa naar voetnoot(z).

voetnoot(u)
By Brandt Rechtspl. bl. 6.
margenoot+
DeGroot wordt, voor de eerste reize, verhood.
voetnoot(v)
Grotius Verantw. Cap. XV. bl. 153.
margenoot+
Heest
margenoot+
een byzonder gesprek met de Voogd,
voetnoot(w)
Grotius Verantw. Cap. XX. bl. 228.
margenoot+
en met Manmaaker.
voetnoot(x)
K. Brandt Leven van H. de Groot, bl. 151-155.
voetnoot(y)
Bl. 245.
voetnoot(z)
K. Brandt Leven van H. de Groot, bl. 176.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken