Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1787

(Augustus)

510^o treckinge tot Gend.

Op den 4 augusti is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Gend geschiet de 510ste treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 77, 45, 35, 90, 53.

[p. 200]

511^o treckinge tot Brussel.

- fol. 371 - Op den 13 augusti is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Brussel geschiet de 511ste treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 50, 81, 42, 83, 56.

Liedekens van Benedictus Labre binnen Brugge gesongen.

Op den 12 augusti en eenige andere volgende daegen waeren alhier binnen de stadt Brugge eenige vreemdelingen aengekomen, singende op de marten en wegen, tusschen het spelen van violen schoone Fransche liedekens, alle betrekkelijk op het leven van Benedictus Josephus Labre⁽¹⁰⁾, gestorven binnen Roomen in 't jaer 1783 in opinie van heijligheijdt (ziet hiervan verders den Indicateur, 18ste deel, fol. 90). Dese sangers hadden ook bij hun eene groote houte kasse, waerin desen weerdigen man in wasch zeer correct naer het leven afgebeelt stont; hebbende desen man rondt zijn afgebeelt lichaem een bruijn versleten surtou, die zij voorgeven den zelven geduerende zijn leven gedregen te hebben.

(10) Benedictus Josephus Labre, geboren 26-3-1748 te Amettes (Frankrijk), en gestorven te Rome op 17-4-1783. Reeds in 1766 wilde hij in de orde van de Trappisten opgenomen worden, wat hem gezien zijn jeugdige leeftijd niet lukte; ook bij de Kartuizers en de Cisterciënzers (van Septfons) werd hij niet aanvaard. Vanaf 1770 begon hij dan een leven als pelgrim en bedelaar, en leefde in uiterste armoede. Hij bezocht alle bedevaartsoorden in Frankrijk, Italië, Zwitserland en Duitsland. Na zijn dood werd hij vereerd om de vele wonderen die aan hem werden toegeschreven; in 1881 werd hij heilig verklaard (feestdag 16 april). (M. BUCHBERGER, Lexikon für theologie und Kirche, dl. VI, Freiburg im Bresgau, 1934, blz. 326-327). (A. BUTLER, Vies des pères, martyrs et autres principaux saints, dl. II, Brussel, 1847, blz. 346-349, uit het Engels vertaald door Godescard, kanunik van Saint-Honoré en herzien door P. de Ram).

Eenen jongen in de veste aen de Gendpoorte verdronken.

- fol. 372 - Op den 17 augusti verdronck eenen man op de volgende wijse zeer ongelukkiglijk. Desen, in de veste beneden de Gendpoorte zijnen soon van circa thien jaeren willende leeren swemmen, bondt een koorde rondt zijn lijf en hiel dezelve vast. Dog, de koorde hem ontschietende, schoot zijnen jongen naer het midden en vervolgens naer den grondt; terstont vloog hij in het waeter om zijnen zoon te redden, maer ook niet kundig in het swemmen zijnde, schoot hij seffens naer den grondt en verdronck ongelukkig zonder nog oijt boven te komen; zijnen zoon door zijn groot geschreeuw op 't aenkomen eeniger menschen, meer doodt dan levende, uijt het water getrokken wordende.

512^o treckinge tot Antwerpen.

Op den 18 augusti is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Antwerpen geschiet de 512^o treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 24, 50, 18, 38, 33. Door de nombers 18, 24, 38 is er binnen dese stadt in 't comtoir van sieur Hanicaert in de Predikheerstraete eenen merckelijcken terne gevallen.

Sieur Pulinckx subitelijk overleden.

- fol. 373 - Op den 24 augusti wisselde binnen dese stadt Brugge zeer subitelijk het tijdelijk met het eeuwig sieur Pulinckx⁽¹¹⁾, directeur der provinciale werken, wonende in St.-Amandsstraete. Want desen heer, 's morgens

(11) Hendrik Pulinx jr., geboren 4 mei 1724 en gestorven 1787, was de zoon van de bekende Brugse beeldhouwer Hendrik Pulinx. Om zich te vervolmaken in de bouwkunst studeerde hij te Brussel en te Parijs. Terug in Brugge, werd hij in 1751 benoemd tot directeur van de navigatiewerken in opvolging van de overleden P. Legillon. In 1750 stichtte zijn vader een faïencefabriek; 4 jaar later ging vader Pulinx een vennootschap aan met zijn zoon en een zekere J. Chauvet uit Gent. De fabriek ging failliet in 1763. In 1777 maakte Pulinx jr. het ontwerp van de nieuwe predikstoel voor de Sint-Salvatorskathedraal, die in december 1778 plechtig in gebruik werd genomen. (L. DEVLIEGHER, art. Pulinx Hendrik jr., in Nationaal biografisch woordenboek, dl. II, Brussel, 1966, blz. 710-711).

[p. 201]

ten twaelf uren nog op de Mart wandelende, ging naer zijn huijs en nam als naer gewoonte de maeltijdt, naer dezelve van sinne zijnde van naer eenige wercken te gaen; maer van taefel opgestaen zijende, zijde hij zig niet wel te bevinden en viel zonder meer te zeggen neder op den grondt. Aldus in eenige minuten stervende, zonder eenige hulpe te konnen bekomen of eenige gerechten van Onse Moeder de H. Kercke te konnen onfangen.

513^o treckinge tot Gend.

Op den 25 augusti is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Gend geschiet de 513ste treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 26, 72, 32, 11, 5.