Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1789 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1789
Afbeelding van Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1789Toon afbeelding van titelpagina van Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1789

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.62 MB)

Scans (20.06 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Editeurs

Yvan vanden Berghe

Helena Debou

Ronald Engelrelst

Martine Secelle



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1789

(1984)–Jozef van Walleghem–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(Augustus)

De besettinge van Oostende vertrekt uijt Brugge.

Op den 1 augusti 's morgens om thien uren zijn met vier billanderschepen zeer spoediglijk op 't eerste order van hier naer Gend afgevaeren de batalions militaire die van Oostende alhier waeren aengekomen om in besettinge tot Gend te verblijven terwijl alle de troupen die aldaer nog in besetting laegen spoedig de voorgaende omstreeks Loven en Thienen opgevolgt zijn tot stutting van de - fol. 387 - verregaende beroerten die aldaer nog niet gestilt zijnGa naar eind(215); waer men verneemt reets eenige gewaepende militaire gesnevelt en eenige boeren en woedende grouw den slagoffer hunner woede geworden te zijn. Nogtans wordt andermael contrarie bevonden de verdichte maeren die men geduerende dese week uijt Loven en andere plaetsen heeft verbreijt dat aldaer het Seminarie-Generael, gelijk ook veele andere besondere plaetsen, teenemael uijtgeplondert ende verbrant zouden geworden zijn, alle welcke niet alle[e]n valsch bevonden wordt verbreijt te zijn, maer zelfs dat er tot het begaen van zoodaenige buijtenspoorigheden geen het minste voorbedagt geweest heeft.

Bericht uijt Parijs wegens de beroerten en heer Necker.

Op den 3 augusti heeft men in de LXII gasette vernomen uijt Parijs veele besonderheden der voorgaende beroerten, met wat al pligtigheden den heer Necker, voornaemsten minister, op zijne wederkomst aldaer is ontfangen en hoe een generael pardon voor alle de pligtige is vergunt geworden.

De dekens doen verslag wegens de vraeg der religiekas.

- fol. 388 - Op den 4 augusti zijn 's morgens om thien uren alle de dekens deser stadt Brugge op 't collegie vergaedert, overbrengende elk in 't besonder hun gemakt project, daertoe tevooren expresselijk gelast ende met elck zijn corpora besloten nopende de gedaene vraegen volgens de gasette van den 30 julij, hiervooren door Zijne Excellectie den gevolmagtigen minister gedaen tot de nuttige bestedingen van een deel der inkomsten van de religiekasse der afgeschafte cloosters in de Nederlanden, tot welk ider ambagt in 't besonder de nuttigste vertoogen heeft gedaen en naer 't overgeven van welcke ider deken in 't besonder tot thien stuijvers op 't collegie ontfangen heeftGa naar eind(216).

[pagina 61]
[p. 61]

Heden, feestdag van de H. Walburga, is 's morgens om elf uren rondt een groot deel der zelve parochie eene pligtige processie omgedregen geworden in de kercke der eerw. paters Predikheeren wegens het feest van den H. Dominicus, de processie maer alleen rondt de pandt omgedregen wordende.

Ordonantie nopende den prijs der bieren.

- fol. 389 - Op den 5 augusti is bij hallegebode en placaete vanwegens d'heeren van 't collegie aengekondigt dat de redens die het collegie der stadt Brugge hebben beweegt om de grootbierbrouwers deser stadt hunne bieren aen hoogeren prijs dan één pond agt schellingen par tonne te verkopen, zijn komen te cesseren ende dat gevolgentlijk van nu voortaen aen alle de grootbierbrouwers der stadt Brugge geïnterticeert wordt van hunne bieren ten hoogeren prijse dan één pond agt schel[l]ingen courant par tonne te verkopen, de borgersrechten daeronder begrepen, op pene van eene boete van hondert guldens voor ider tonne welcke voortaen aen hoogeren prijs zoud afgelevert worden; zullende copie deser ter imformatie aen alle de grootbierbrouwers geïnsinueert worden; zijnde hiermede nu de bieren op den ouden prijs gestelt die sedert de verandering tot één pond elf schellingen courant par tonne hadden moeten betaelt wordenGa naar eind(217).

Toestant des keijsers.

- fol. 390 - Op den 6 augusti heeft men in de LXIII gasette vernomen dat de gesontheijdsgesteltenisse van Zijne Majesteijt den keijser nog is gelijk sedert eenigen tijdt, te weten nu wat beter dan wederom wat erger, met geen ander verschil als dat den tijdt tusschen de beternisse en ergernisse nu meer en dan min langduerig is.

Berichten uijt Parijs.

Uijt Parijs verneemt men nog verscheijde omstandigheden der voorgevallen beroerten en blijde wederkomst van den heer Necker, voornaemsten minister; ook hoe de verbitteringe der gemoederen daer nog zeer groot is en hoe meer als 30000 persoonen den baron De Bezenval op de plaetse ‘De Greve’ verwagt hebbende, het strop reets hadden bereijt en het catrol van de reverbèreGa naar eind(218) hadden gesmeert om hem op te hangen.

Zekeren agent van den wissel, die zig zelfs heeft willen ombrengen, makt aldaer eene banqueroute van meer als twintig millionen.

Twee persoonen hebben tot Roomen aen den paus doen aenseggen dat zij zullen aenwijsen eenen schat van vijf millionen schudiGa naar eind(219) in gout mits men hun belove een millioen daervan te geven.

[pagina 62]
[p. 62]

Monink tot het Provencial Correctiehuijs verwesen.

- fol. 391 - Op den 8 augusti 's morgens om twalf uren wierden in wettelijcke gebannen Vierschaere in 't Stadthuijs der stadt Brugge verwesen ende gecondemneert de twee pligtige van welcke hiervooren fol. 333 gehandelt is; den eersten, genaemt Monink, voor den tijdt van vijfthien naereenvolgende jaeren ende den anderen, bijgenaemt ‘De Slunse’, voor den tijdt van vijf naereenvolgende jaeren tot het Provencial Correctiehuijs der stadt Gend om aldaer geduerende dien tijdt gecolloqueert te blijven ende nevens d'andere tugtelingen te wercken; als Monink wettelijk overtuijgt zijnde, behalvens veele andere strafbaere faiten, van aen de begaene diefte in de kercke van O.-L.-V. te hebben medegeholpen ende daervan den opstoker te hebben geweest, ende van met den tweeden gecondemneerden, bijgenaemt ‘De Slunse’, de diefte van loot en andere aen de stedeschole te hebben begaen; waerom desen Monink, hadde hij in zijne jonge jaeren geen stedebolle geweest ende zoo veele voorspraek - fol. 392 - van de menige zijner welhebbende vrienden niet hadde gehadt, hij het zonder twijffel met eene zoo lichte sententie niet en zoude ontkomen hebben.

Premiën op de graenmart vastgestelt.

Heden tot bevoordering en aenmoeding van de graenma(e)rt is er door het collegie van het Brugsche Vrije bij voorgaende advertentie op alle de parochiën de volgende belooning gedaen, te weten: eene premie ofte belooning van vijfentwintig guldens in 't besonder aen den genen ingesetenen van 't Brugsche Vrije die meest oude ofte nieuwe terwe- of roggegraenen zal ter mart brengen ende dezelve aldaer aen behoorlijcken prijs zal uijtmeten, welcke vier premiën aldus heden door vier particuliere boeren, zoo met oude als nieuwe graenen gewonnen zijn en aen welcke seffens de aengewesen premiën zijn geschonken geworden, ider zig om meest gespoeijt hebbende om meest graenen ter mart te brengen; welke prijsbaere invoering dus vier agtereenvolgende weken ofte martdaegen zal agtervolgt wordenGa naar eind(220). Door alle devoiren - fol. 393 - ende door d'aenmoeding deser premiën begint de graenmart meer ende meer aen te groeijen en den prijs eenigsints te verminderen, terwijl heden de terwe tegens vijfthien à sesthien schellingen en de rogge tot negen à thien schellingen is gegeven geworden. Dus verhoopt men, indien het droog weder gelijk nu sedert eenige daegen aenhout ende dat men eenen gesegenden ougst behout, de marten haest weder tot hunnen voorigen stant te zien komen zoodaenig dat den gemeenen man met zijn gewoonen dagloon zijn noodtdruftGa naar eind(221) zal konnen bekomen en uijt den dringenden noodt geholpen worden.

De pligtige onder grooten toeloop naer Gend beweegt.

Op den 9 augusti 's morgens om negen uren wierden de twee gecondemneerde tot het Provencial Correctie[huijs] van Gend vanuijt de vangenisse met eene fouture vervoert naer de Gensche bargie onder den toeloop van zoo menige duijsent menschen dat de fouture; aen dezelve bargie gekomen zijnde men door het menige dringende volk om de - fol. 394 - pligtige te zien geenen middel saeg zonder voorkoming van ongelucken om dezelve aldaer op de bar

[pagina 63]
[p. 63]

gie te bewegen zoodat er gevolgentlijk met de fouture wiert voortgereden tot op Steenbrugge, waer de bargie aengekomen zijnde de pligtige op de barge wierden beweegt om verder naer 't correctiehuijs overgevoert te worden. Duijsenden van de nieuwsgierige nogtans de barge tot aldaer agtervolgt hebbende om de pligtige, van ider bekent, nog eens te zien zoodat de troppeling op Steenbrugge ook overgroot was.

Toestant des keijsers.

Op den 10 augusti heeft men in de LXIV gasette vernomen dat de gesontheijdsgesteltenisse van Zijne Majesteijt den keijser nog altijdt dezelve is.

Edict wegens de schaede en dieften ten plattenlande; bericht uijt Parijs.

Een edict van Z.M. den keijser uijt Brussel van den 27 julij van vijf artikelen verbiedt zeer stiptelijk de schaede en dieften die er begaen worden ten plattenlande op de velden, in de weijden en hovingenGa naar eind(222).

Uit Parijs verneemt men de gewichtige besluijten die door de landtsvergaedering genomen zijn en - fol. 395 - veele andere merkweerdige besonderheden, gelijk ook een kort bericht van alle de schrikkelijcke bedrijven die het verachtelijk grouw ten plattenlande in Vranrijk heeft aengerecht ende hoe tot St.-Denis den meijer op valsche beschuldingen den kop is afgeslaegen geworden.

Wijtloopig reglement wegens den vischvangst.

Op den 12 augusti saeg men alhier binnen Brugge aen de hoeken der straeten geaffixeert een zeer wijtloopig reglement van Z.M. den keijser ende koning van hondertendrij artikelen wegens de bevoordering en begunsting van den vrijen vischvangst van Oostende en Nieuport, raekende de reeders, matroosen, actionaristenGa naar eind(223), vaertuijgen, in- en uijtvaeren der zelve, het aenbrengen van zoo den verschen als gesouten visch, hoe dezelve in de mijne zal moeten verkogt worden en veele andere wijtloopige besluijtingen, alle te lang om hier in 't kort aen te melden, met verbuerte van eene amende van duijsent guldens voor degene die het aengaen, voor die eenige van - fol. 396 - dezelve artikelen zullen overtreden, te verdeelen het eene deel aen den aenbrenger, wiens naem indien hij zulks begeert zal gesecreteert worden, het tweede deel voor den officier-explotuer ende het derde tot het besteding der premiën tot bevoordering van den vischvangst welcke sedert eenige jaeren zoo seer toeneemt dat er nauwelijks geenen vremden visch, besonder aberdaenGa naar eind(224), meer noodig is voor het heele Nederlandt terwijl den vischvangst daegelijks meer ende meer aengroeijt door het onophoudelijk maeken van nieuwe vaertuijgen tot Nieuport en Oostende ende door de begunstingen die door het Gouvernement-Generael der Nederlanden aen dezelve worden vergunt, want hoedaenige consumptie desen vischvangst voor dese Nederlanden is toebrengende is bijnae onuitsprekelijk en hoedaenige sommen dat er behouden worden die tevooren naer vremde landen moesten overgaen. Van maendt tot maendt kan den leser in de Gensche gasetten zien hoe menigen aberdaen en haring dat er opgebragt wordt.

[pagina 64]
[p. 64]

Toestant des keijsers.

- fol. 397 - Op den 13 augusti heeft men in de LXV gasette vernomen dat de gesontheijd des keijsers opnieuws is gebetert en dat Z.M. van voornemen is de baden van Buda te gaen gebruijken.

Berichten uijt Weenen en Parijs.

Men verneemt uijt Weenen ook verscheijde besonderheden nopende den Turschen oorloog. Uijt Parijs verneemt men veele debatten in de landtsvergaedering voorgevallen; hoe te Rouan het grouw veele buijtenspoorigheden heeft begaen en hoe vijf à ses van de muijtmaekers zijn opgehangen geworden. Te Maçon en te Clunij heeft men een bloedbad gemakt van de plonderaers en brandstigsters, als zijnde den besten middel om hun te verspreijden of in toom te houden.

Geen processie uijt Blindekensgasthuijs omgedregen.

Op den 15 augusti, feestdag van de glorieuse hemelvaert van de Heijlige maeget en moeder Godts Maria, en is vanuijt de capelle van Blendekens nog vroeg nog laet processieGa naar eind(225) omgedregen geworden, - fol. 398 - zoodat behalvens de pligtige diensten die ter deser gelegentheijd in de kerk verric[h]t wierden, alles op heden aldaer toegegaen heeft alsof zulks noijt en was gepleegt geweest. Geene huijsen nog straeten waeren verciert en zelfs wierden aldaer 's avons geene de minste vruegdevieren ontsteken, daer geduerende die jaeren dat de processiën langs dien langen toer plagten omgedregen te worden jaerelijks zoovele vruegdebedrijven aengerecht wierden zooals ik op andere jaeren meermaels verhaelt hebbe. Geduerende de twee gepasseerde jaeren nogtans hadde nog 's morgens om agt uren uijt die capelle eene processie met het Alderheijligste plaetse en wiert langs een grooten toer omgedregen (siet hiervooren fol. 160), dog alzoo over jaer alle de besonderste die dees processie hebben helpen omdraegen, geboet zijn geworden, tegen welke tot heden zelfs eenige in proces zijn, zoo heeft niemant zulks dese jaere meer durven bestaen.

Processiën uijt O.-L.-V.-kerk en St.-Catharine omgedregen.

- fol. 399 - Desen morgen nogtans naer d'hoogmisse wiert vanuijt de parochiale kercke van O.-L.-V., gelijk ook uijt degene van St.-Catharine eene pligtige processie rondt een deel der parochiën omgedregen, langs den weg verscheijde autaeren gestelt en de huijsen en straeten verciert zijnde.

Sr. Maertens en zijn vrouw vieren hun jubilé.

Heden hebben ook binnen dese stadt Brugge zeer pligtig hunnen vollen jubilé geviert Joannes Maertens en Pieternella Verhaege, wonende in de Vulderstraet, van den tijdt van vijftig jaeren te zijn getrouwt en van gelijcken tijdt in het-

[pagina 65]
[p. 65]

zelve huijs nu door hun bewoont te hebben gewoont; geschiedende de pligtigheijd desen morgen in de parochiale kercke van St.-Anne onder het afsingen van een pligtige misse in 't musiek tusschen welcke de jubilanten hunnen jubilé vierden en naer welcke kercke zij met hunne vrienden in verscheijde carossen vervoert wierden. Ter deser gelegentheijd waeren in de Vulderstraet, Langestraet en andere omliggende straeten in den dag de huijsen en straeten met wimpels, vlaggen en - fol. 400 - alle bedenkelijcke versieringen verciert, des avons ook veele vruegdevieren, pektonnen en alle soorten van illuminatiën ontsteken wordende.

Plonderingen voorgevallen tot Doornijk.

Op den 16 augusti heeft men alhier binnen Brugge vernomen de egte tijdingen van de schrikkelijcke revautenGa naar eind(226) en plonderingen die eergisteren den 14 deser binnen de stadt Doornijk hebben plaetse gehadt, het begin en eijnde, zoo verre ik zulks hebbe konnen vernemen, op het volgende verhael uijtkomende: de troubels zijn binnen de stadt Doornijk begonst op den 14 augusti naermiddag op de graenmart, daer was eenen notaris die over de mart kwam, waer stonden ontrent vijftig sakken graen, toebehoorende aen d'heeren van die stadt en die dezelve daer tot meerde comsumptie hadden gestelt en waerbij de stadtssoldaeten stonden; den notaris vraegde of zij hem dat graen wilden geven 10 stuijvers betercoop op den sak als het verkogt hadde moeten zijn, dat hij het saterdag toekomende op de mart zoud hebben gebragt en dat hij - fol. 401 - het 40 stuijvers op den sak zoud beterkoop gegeven hebben tot welvaert van den armen, dog alzoo men aen zijn versoek niet wilde volkomen heeft hij beginnen te schelden en tegens de stadtssoldaeten onder meer andere redens geseijt dat het de schuit van d'heeren zelfs was dat het graen zoo dier en op eenen zoo hoogen prijs blijft, zoo verre dat de zoldaeten hem hebben vastgenomen en in de stadtswagt beweegt, het was alsdan ontrent ses uren 's avons. Nauwelijks was den heer notaris in de wagt of alles grogt in beweeging, duijsenden van het grouw vervoegden hun aen de wagt en wilden hem in vrijheijd hebben, zoo verre dat men hem, naerdat hij in 't zelve twee uren hadde geseten, moesten in vrijheijd stellen, wilde het wagthuijs geen volkomen ondergang ondergaen. Het woedende grouw reede met veele calsijdesteenen naer de soldaeten en eenige heeren die er ontrent waeren gesmeten hebbende, waerop geordoneert wiert op hun vuur - fol. 402 - te geven, zoo verre dat er vijf gedoodt en menigvuldige gequest wierden. Hiermede hadde de woede van de duijsenden die er geduerig aenkwam geene paelen meer, men liep naer de kercken waer men maer eenigsints konde en men klipte alarm, andere naemen trommels en gingen al trommelen langs alle kleene gewesten het gepuepel aenwakkeren, terwijl andere bij menigte naer alle cruijdernierswinckels liepen en zooveel torsen deden geven als sij begeerden, die hun alle seffens door de bewoonders tot voorkoming van hunne woede door de vensters wierden toegeworpen; het was alsdan ontrent 10 uren 's avons; meer dan drijhondert van die fackels en torsen ontsteken hebbende zijn eerst gegaen naer het huijs van den heer fiscalGa naar eind(227), waer zij alles hebben in stukken geslaegen en de muebelen, papieren en effecten geplondert, geschuert en in een groot vier verbrant; zijnde dien heer, gelijk ook d'ander waerop hunne woede gevallen is, - fol. 403 - seffens gevlugt want anders hadden sij den slagoffer van hunne vraeklust geworden. Van daer heeft het woedende grouw zig begeven naer het huijs van

[pagina 66]
[p. 66]

d'heer Bredon, naer degene van d'heer Basserol en d'heer De Huis en nog twee andere, waer sij gelijckelijk alles hebben gerenueert en geplondert, alle den drank zoo wijn, bier als lequeren ten deele hebben uijtgedronken en ten deele, gelijk de menige boter en andere eetwaeren hebben laeten uijtloopen, verbrijselt ende gerenueert. Eijndeling het ontemmelijk grouw zig begeven hebbende naer het huijs van den heer Petit, fiscal, hebben hetzelve ook zeer merkelijk beschaedigt, dog aldaer, nu ontrent dag geworden zijnde, door de stadtssoldaeten andermael vuur gegeven wordende, zijn er drij het noodtlot van hunne woede geworden en gedoodt, veele ook bovendien tot'er doodt gequest wordende. Hiermede dan het meestendeel der zelve verspreijt wordende en zig als dronke beesten naer hunne huijsen begeven hebbende, is den opstant gestilt - fol. 404 - geworden. Seffens zijn er posteljonsGa naar eind(228) nae Brussel afgeveerdigt om bijstant van troupen terwijl bij desen droeven toeval de stadt Doornijk maer met vijftig mannen militaire beset was.

Des anderdaegs hebben alle weldunkende borgers de waepens tegens de muijtmaekers opgenomen en eenige batalions dragonders aldaer aengekomen zijnde, is de ruste aldaer teenemael herstelt geworden. Dit is alles hetgone ik van desen droeven voorval binnen de stadt Doornijk voorgevallen en waer seven huijsen meer of min gerenueert zijn, hebbe konnen vernemen en wenschelijk waere het dat het het laeste voorbeelt mogte zijn van de schrikkelijcke ruïnen die er in de Nederlandtsche steden aengerecht wordenGa naar eind(229).

Toestant des keijsers.

Op den 17 augusti heeft men in de LXVI gasette vernomen dat het met de gesontheijd van Z.M. den keijser nog merkelijk beter gaet en dat men wederom begint te geloven dat de genesing zeer mogelijk is.

Berichten uijt Parijs en Versailles.

Men verneemt ook veele besonderheden nopende de landtsvergaederinge tot Parijs en ook - fol. 405 - hoe te Versailles het slegste volk eene beroerte heeft verwekt, zoo verre dat zij eenen slotmaekersjongen die zijnen vaeder hadt vermoort en die stont geradbrakt en verbrant te worden van zijne regtveerdige straffe hebben onttrokken en in vrijheijd gestelt zonder dat men zulks heeft konnen beletten.

Het Seminarie-Generael wordt vernietigt.

Uijt Brussel verneemt men ook een edict van Zijne Majesteijt den keijser ende koning, raekende de seminariën van den 14 augusti 1789, behelsende hetzelve agt artikelen ende waerbij vernietigt wordt het edict van den 16 october 1786, raekende de oprechtinge van het Seminarie-Generael tot LovenGa naar eind(230). Men siet er de smertelijcke beweegredens die Z.M. den keijser hebben bewogen om van die generaele schikkinge een eijnde te maeken en de bisschoppelijcke seminariën in de Nederlandtsche steden onder den opsicht der bisschoppen wederom te herstellen, immers alles breeder volgens des zelfs wonderbaeren inhout ende

[pagina 67]
[p. 67]

waerdoor men in eenmael teniet siet duijsenden schriften en requesten die ten desen eijnde gemakt en gerepresenteert zijn gewordenGa naar eind(231).

Ordonantie nopende de verdrinkelingen.

- fol. 406 - Op den 17 augusti is vanwegens d'orders van het collegie der stadt Brugge bij hallegebode en placaete een zeer wijtloopige bekentmaekinge geaffixeert geworden, hooftsaekelijk behelsende dat d'heeren met smerte ondervindende hoe er langs verscheijde wijken deser stadt daegelijcks tot hun tijdelijk en eeuwigen ondergang vele persoonen komen in de waters te verdrinken en veele in dezelve omkoomen bij faute van tijdige behulpsaemheijd; om welcke zoo verre mogelijk te voorkomen door d'heeren deser stadt zijn bekent gemakt twalf besondere huijsen of herbergen rondt de stadt Brugge waer de noodige instrumenten zullen worden gevonden om een lichaem, dat door de val in het water reets schijnt een lijk te zijn, weder in 't leven te behouden, zoo verre nogtans dat het niet teenemael doodt is. Besondere premiën zijn er aengewesen voor diegene iemant uijt het water zullen trecken, tot eene van die naestliggende plaetsen voorsichtig zullen draegen en voor die eerst eenen doctor, chirurghijn, apoteker ofte iemant anders die hem tot de behoudinge van den verdronken zal verstaen, zal bij der handt haelen; zullende hun die premiën - fol. 407 - geschonken worden al is 't zelfs dat den verdronken niet in 't leven koomt, als er maer genoegsaeme bewijsen van hunne gedaene devoiren zullen konnen aengewesen wordenGa naar eind(232).

Ordonantie wegens het leggen van sluijsen, etc., in de Damsche vaert; d'heer Danckaert, congercier van den Berg, overleden.

Op den 20 augusti is er vanwegens d'orders van d'heeren van 't collegie gedaen eene bekentmaekinge waerbij uijtdrukkelijk verboden wordt op de boete van vijftig pond parasijse van langs de kanten van de Damsche vaert te leggen eenige sluijsen, buijsen ofte coupurenGa naar eind(233), waerdoor desen vaert droog getrokken wordt; op gelijcke boete geboden worden aen alle degene eenige der zelve in die vaert hebben geleijt binnen de veerthien daegen te weeren, ten waere zij zouden konnen bewijsen dezelve volstrectelijk noodig te hebben, dit ter oorsaeke dat den zelven vaart langs alle kanten droog getrokken wordt en zoo het martschipGa naar eind(234) als andere langs die vaert niet meer konden aenkomenGa naar eind(235). Nu is er t'eijnden desen vaert aen de Dampoorte eenen dam van hout gemakt over welcke men kan overgaen als over eene brugge om het water in pegelGa naar eind(236) te houden, zoodat par eersten - fol. 408 - het wekelijcks martschip en andere daer zullen konnen aenkomen.

Heden heeft men ook vanwegens het collegie deser stadt laeten bekent maeken dat den uijt- en ingeef van den waerachtigen ‘Berg van Bermhertigheijd’ langs de Lange ReijeGa naar eind(237) wegens het overlijden van Guido DanckaertGa naar eind(238), corgercieGa naar eind(239) der zelve, zal tot naerdere orders gesloten worden, hetwelk bij trommelinge door de stadt is bekent gemakt geworden.

[pagina 68]
[p. 68]

Toestant des keijsers.

Op den 20 augusti heeft men in de LXVII gasette vernomen dat de beternisse des keijsers nog stant hout, maer dat Z.M. grootelijcks verswakt en ongemeijn maeger is.

Bericht uijt Brussel en Parijs

Men verneemt veele aenbelange[nde] berichten uijt Vrankrijk en uijt Brussel; hoe Z.M. den keijser het oppergeregtshof van het hertogdom van Limbourg verheven heeft tot een souvereijnen raedt voor dat hertogdom en andere landen van over MaezeGa naar eind(240).

 

De volgende gasette van den 24 augusti vermelt bijnae dezelve omstandigheden van de siekte des keijsers, veele besonderheden nopende den Turschen oorloog en veele besonder voorvallen die in Vrankrijk hebben plaetse gehadt.

Vijfde trecking van de [sesde] (derde) loterij in classen.

- fol. 409 - Op den 24, 25 en 26 augusti is binnen de stadt Brussel op de groote saele van het Stadthuijs gehouden de vijfde treckinge van de derde loterije in ses classen, ingestelt in de Oostenrijcksche Nederlanden bij opene brieven van Zijne Majesteijt den keijser ende koning van den 5 september 1785, ter presentie van den keijserlijk en koninglijcken toesiender ende van twee heeren schepenen der stadt Brussel. - fol. 410-413 -

Oproerige briefkens langs de straete verspreijt.

- fol. 414 - Op den 25 augusti 's morgens, met het aenbreken van den dag, vont men binnen de stadt Brugge op verscheijde plaetsen verspreijt en op den grond liggen meer dan vijftig zeer oproerige en twistsoekende brieven, gedrukt in rijm met eene fraije letterGa naar eind(241). Dese brieven, die gelijk ook op andere plaetsen en steden verspreijt zijn, waeren gedagteekent uijt onse geassocieerde sociëteijt den 14 augusti 1789 en behelsden hooftsaekelijk dat nu den rechten tijdt en ure was op welcke het geassocieersch patriotisch gemeenschapGa naar eind(242) zig ging stellen aen het hooft van alle steden om gesaementlijk met alle vaederlandtbeminders te gaen strijden voor de volkomene vrijheijd; dat hiertoe de drij toekomende daegen deser maendt, te weten der 28, 29 en 30, vastgestelt waeren; dat elk op die daegen en nachten op zijne hoede zoud moeten zijn, zijne duer openen en zig stellen voor de gemeene vrijheijd, die niet zal willen aensien worden als eenen haeter van het gemeene welvaert en die aen geen affronten - fol. 415 - zal willen onderhevig wesen; dat men voor de vrijheijd genoegsaem van voorraedtwaegens en krijgstuijg zal voorsien zijn om batterijen en verse kransingen op te rechten en dat er tot verdeding van het gemeene welvaeren niets het minste zal ontbreken; behelsende dese twistsoekende verbreijding nog vele meer andere omstandigheden die ik als onweerdig in mijne schriften geplaest te worden voorbij gae terwijl den leser voor het toekomende

[pagina 69]
[p. 69]

uijt het reets aengehaelde genoegsaem zal konnen zien dat eene zoo valsche verbreijding genoegsaem is om duijsenden qualijk peijsende op te rotten en een geheel landtschap in troubel te stellen. Zooveel is er af dat het collegie deser stadt op heden tot tweemael heeft vergaedert geweest, dat men alle boekdrukkereijn heeft doorsogt maer nergens iet gevonden en dat men van nu af door de geheele stadt niet anders hoort redeneeren, 't goon (welcke Godt behoede) droeven gevolgen zoud konnen veroorsaeken.

Toeslag van 't clooster der Grauwe Susters gedaen.

Op den 26 augusti is in 't gewesen clooster der Grauwe Susters, gelegen binnen dese stadt Brugge in de - fol. 416 - BeenhouwersstraeteGa naar eind(243), gedaen den absoluten toeslag ter plaetse aldaer van het heele beluijk van hetzelve verlaeten clooster, verdeijlt in vier separate kopen zooals men breeder sien kan in de 66ste gasette van den 17 augusti 1789. Voorhovende de kercke en groot deel van den bauw ter straete, welcke vier kopen door den heer administateur gesaementlijk voor eene somme van tusschen 7 à 8000 guldens courant zijn toegeslaegen geworden.

Toestant des keijsers.

Op den 27 augusti heeft men in de LXIX gasette vernomen dat Zijne Majesteijt den keijser zig andermael door de spene zoo onpasselijk bevint dat hij het bedde moet houden.

Bericht uijt Parijs.

Uijt Parijs verneemt men boven veele besonderheden het begin van de voorgestelde verklaeringe door de landtsvergaederinge van de rechten van den mensch, welckers wonderen inhout in de volgende gasetten vervolgt wordt.

Bericht uijt Brussel wegens d'eeremadaliën voor de legers.

Uijt Brussel verneemt men eene verklaeringe van twintig artikelen waerbij besondere goude en zilvere eermadaliën en ander gunsten toegewesen worden aen de krijgslieden die door besondere daeden zullen in de legers uijtgemunt hebben.

Op de gefixeerde daegen van den oproer is alles stil.

- fol. 417 - Op den 28, 29 en 30 augusti, gefixeerde daegen op welcke volgens de hiervooren verspreijde oproerige verspreijdingen (siet fol. 414), de oproerigheden, zoo binnen de stadt Brugge als door het heele Nederlandt moesten plaetse hebben, is diesniettegenstaende alles zoo gerust als op andere daegen

[pagina 70]
[p. 70]

afgeloopen zonder dat men het minste disorder ontmoet heeft, behalvens alleen dat er geduerende den nagt op d'orders van d'heeren van 't collegie buijtengewone patrouliën gedaen wierden om te ondervinden of men ergers het minste gerugt mogt gewaer worden.

Den 29 deser tegens den avont is alhier binnen Brugge d'heer Beijts, primus van LovenGa naar eind(244), in mijne voorige deelen verhandelt en nu verheven tot onderfiscal van Vlaenderen, met eene postfoture aengekomen, waerom geduerende desen nagt het collegie zeer lang vergaedert was.

Twee persoonen diesaengaende opgelicht.

Zekeren paruquier, genaemt PoupaertGa naar eind(245), wiert dan geduerende eenige uren zeer nauwkuerig onderhoort, waernaer - fol. 418 - hij naer zijn huijs met eenige schaedebeletters geleijt en bewaert wiert tot'er tijdt dat hij geapparendeert en in egte van vangenis beweegt was.

 

D'heer Van Bemen van LovenGa naar eind(246), thuijs zijnde ten huijse van sr. Le Clair, meester-kuijper in de LangestraeteGa naar eind(247); zijnde desen heer eenen grooten philosooph en grootelijcks verdagt den opstelder van de voorige gemelde oproerige schriften en andere te zijn en van welcke den gemelden Poupaert, aen welcken den uijtgang van de stadt verboden is, geseijt wordt den verspreijder dezelve te zijn. Zooveel is er af dat alle de papieren van den gemelden philosooph in beslag genomen zijn en dat zijne saeken, indien hij pligtig bevonden wordt, zeer nauw zullen ondersogt worden.

 

Geduerende dese nagten waeren zelfs bij expresse orders de weijnige hier in garnisoen liggende soldaeten op hunne hoede zonder dat zij hun vermogten te ontkleeden, uijt vreese van menige andere valsche gerugten die alom verspreijt en aen den heer colonel zelfs aengeseijt waeren.

Toestant des keijsers.

- fol. 419 - Op den 31 augusti heeft men in de LXX gasette vernomen dat Z.M. den keijser nog altijdt het bedde hout uijt hoofde van de spene die hem nu, meer als oijt, onpasselijk makt, tot zoo verre dat men reets eene operatie aen den anus heeft moeten doen.

Bericht uijt Parijs

Uijt Parijs verneemt men veele besonderheden der landtsvergaedering, gelijk het vervolg op de rechten van den mensch en hoe te Rouan twee voornaeme oproermaekers zijn opgehangen geworden.

eind(215)
Voor de moeilijkheden te Tienen verwijzen we hier naar fol. 378 en voetnoot 201. Op 26 juli 1789 kwam de bevolking van Leuven in beroering. In de drie kerken van de stad en in de omliggende dorpen werd op hetzelfde ogenblik de stormklok geluid. Dit bleek een afgesproken teken, onmiddellijk daarop werden de patrouilles aangevallen en verschillende benden probeerden de stad binnen te komen. Pas laat in de nacht hielden de onlusten op. (S. TASSIER, Les Démocrates belges..., o.c., blz. 117-118).

eind(216)
Met het keizerlijk decreet van 17 maart 1783 werden de contemplatieve kloosterorden opgeheven en werd een religiekas ingesteld. In die religiekas moesten de gelden van de opgeheven kloosters verzameld worden. Zij zouden aangewend worden om de geplande hervormingen van Jozef II te helpen financieren: er moest een goed uitgebouwd parochiewezen komen, nieuwe parochies moesten worden gesticht en het aantal priesters in de zielzorg moest verhoogd worden. Een deel van het geld werd voorbehouden om de geseculauseerde religieuzen een pensioen uit te betalen, in de praktijk werd alle geld daaraan gespendeerd. (J. ROEGIERS, Kerk en Staat in de Oostenrijkse Nederlanden, in N.A.G.N., dl. 9, blz. 370-371).

eind(217)
Zie S.A.B., Hallegeboden 1786-1793, fol. 113-113vo. Het betreffende plakkaat hebben we niet teruggevonden.

eind(218)
Hier werd waarschijnlijk het Franse woord ‘reverbère’ in z'n normale betekenis van lantaarn overgenomen.
eind(219)
Deze munteenheid hebben we niet teruggevonden.

eind(220)
Dit besluit van het bestuurscollege van het Brugse Vrije konden we niet terugvinden. Zie hoger noot 70.
eind(221)
Nooddruft betekent: noodzakelijk levensonderhoud. (L.-L. DE BO, o.c., blz. 748).

eind(222)
Niettegenstaande de diverse uitgevaardigde edicten bleven er klachten i.v.m. diefstallen op het platteland. Daarom werd op 27 juli 1789 een nieuwe ordonnantie uitgevaardigd. Degene die graan of fruit had gestolen, moest veroordeeld worden tot 3 of meer jaren opsluiting in de gevangenis of het tuchthuis, deze straf werd omgezet tot eeuwige opsluiting voor degenen die voor de tweede maal een diefstal begingen en voor degenen die in groep opereerden. Er werd tevens gewezen op de plicht van de plaatselijke officieren om steeds in te gaan op de klachten van de bevolking en de aangebrachte zaken te onderzoeken. (O.P.B.A., 3o serie, dl. 13, blz. 319), (S.A.B., Hallegeboden 1786-1793, fol. 124vo-125), (S.A.B., Plakkaten, 27 juli 1789, reg. 33, nr. 130).

eind(223)
Naar alle waarschijnlijkheid werd het woord afgeleid van het Franse ‘actionnaire’ d.w.z. aandeelhouder.
eind(224)
Het woord ‘aberdaen’ werd niet opgenomen in het Westvlaams Idioticon, ook niet in het Middelnederlandsch woordenboek. We vonden wel de woorden ‘abberdaan’ en ‘labberdaan’ in het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, ze werden omschreven als ‘gezouten kabeljauw, zoutvis’. Deze woorduitleg is volkomen in overeenstemming met de context waarin Van Walleghem het woord heeft gebruikt. (Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 's Gravenhage, 1976, dl. I, blz. 1306).

eind(225)
Voor de Blindekensprocessie, zie voetnoot 193 van ‘Merckenweerdigste Voorvallen’ 1788.

eind(226)
Hoewel in het handschrift duidelijk ‘revauten’ staat, kunnen we toch stellen dat hier in de gegeven context ‘revolten’ (oproer) werd bedoeld.
eind(227)
Een omschrijving van de functie van fiscaal vindt men terug in voetnoot 36 van deel 1788 ‘Merckenweerdigste Voorvallen’.
eind(228)
Het in Van Dale opgenomen ‘postiljon’, d.w.z. koerier die de post overbracht, blijkt hier toepasselijk te zijn. (VAN DALE, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 's Gravenhage, 1976, dl. II, blz. 1912).
eind(229)
Naar aanleiding van de plunderingen te Doornik werd op 18 augustus 1789 een decreet uitgevaardigd om de openbare rust te herstellen en te behouden en om de bevolking te beveiligen. Er werd bepaald dat in geval van oproer en plundering alarm moest geslagen worden en dat de wettelijk aangestelde ordehandhavers, en zij alleen, onmiddellijk moesten optreden. Zodra de alarmklok weerklonk, moest iedereen in ieder raam van zijn huis een licht doen branden. Iedere wapendracht werd verboden. In geval van overtreding van deze ordonnantie werden de ouders verantwoordelijk gesteld voor hun kinderen, de meesters voor hun dienstpersoneel. (O.P.B.A., 3o serie, dl. 13, blz. 332-333). In het werk van S. Tassier, ‘Les démocrates belges’ werd de oproer te Doornik opgenomen en de auteur maakte de balans van het gebeuren op; 5 doden, 25 gewonden en 8 gevangenen. (S. Tassier, Les démocrates belges..., o.c., blz. 118). Zie ook A. BORGNET, Histoire des Belges..., o.c., dl. I, blz. 102-103.

eind(230)
Zie O.P.B.A., 3o serie, dl. 12, blz. 544. Zie hiervoor ook voetnoot 63 van deel 1788.
eind(231)
Op 14 augustus 1789 werd een edict uitgevaardig dat het edict van 16 oktober 1786 m.b.t. de oprichting van het Seminarie-Generaal vernietigde. Als reden voor deze wijziging in de godsdienstpolitiek van de keizer werd het verzet van de bevolking aangegeven. Een verzet dat volgens de nieuwe ordonnantie steunde op een misvatting, nl. dat de verplichte priesteropleiding aan het Seminarie-Generaal aanleiding zou geven tot het ontstaan van een nieuwe doctrine. De nieuwe ordonnantie schreef voor dat de bisschoppen de keuze kregen hun seminaristen lessen theologie te laten volgen in het bisschoppelijk seminarie of in het Seminarie-Generaal. Er werd echter op gewezen dat de professoren onder toezicht van de heren fiscaal zouden blijven om te voorkomen dat theorieën tegenstrijdig aan de rechten en de souvereiniteit van de keizer zouden gedoceerd worden. Deze maatregel werd duidelijk getroffen om het steeds groeiend verzet tegen de hervormingen van Jozef II te stillen. De maatregel kwam echter te laat, de oppositie had zich reeds te sterk ontplooid, een confrontatie kon niet uitblijven. (O.P.B.A., 3o serie, dl. 13, blz. 327-328), (S.A.B., Plakkaten, reg. 33, nr. 135-136), (A. BORGNET, Histoire des Belges..., o.c., blz. 103).

eind(232)
Zie S.A.B., Plakkaten, 14 augustus 1789, reg. 29, nr. 79; reg. 32, nr. 27; reg. 36, nr. 105-106. Niet teruggevonden in de Hallegeboden 1786-1793.

eind(233)
Dit woord werd waarschijnlijk afgeleid van het Franse ‘coupure’ in de betekenis van insnijding, snede; een woordverklaring die past in deze tekst waar men het heeft over het bevaarbaar maken van de Damse Vaart.
eind(234)
Zoals we hoger vermeldden stond de ‘barge’ in voor het personenvervoer (zie hiervoor voetnoot 49). Alle goederen die bestemd waren voor de stedelijke markten moesten vertransporteerd worden met het marktschip. Dit marktschip zorgde op de marktdagen voor de verbinding tussen St.-Joris-ten-Distel en Brugge en voor de verbinding vanaf Hansbeke tot Gent. (J. VAN HOUTTE, De Geschiedenis van Brugge, o.c., blz. 427).
eind(235)
Zie S.A.B., Hallegeboden 1786-1793, fol. 125-125vo, S.A.B., Plakkaten, 10 augustus 1789, reg. 29, nr. 80.
eind(236)
Bepaalde maat, peil. (L.-L. DE BO o.c., blz. 837).
eind(237)
Van Walleghem heeft hier duidelijk een fout begaan. Hij heeft het over de ‘Berg van Barmhartigheid’ terwijl de informatie die hij doorgeeft enkel betrekking heeft op de stedelijke leenbank, de ‘Berg van Charitate’.
eind(238)
Guido Danckaert overleed te Brugge op 23 augustus 1789 op 74-jarige leeftijd. Hij was tussen 1739 en 1789 conciërge van de Berg van Charitate en niet van de Berg van Barmhartigheid zoals Van Walleghem vermeldde. (P. SOETAERT, De ‘Berg van Charitate’ te Brugge, een stedelijke leenbank (1573-1795). Bijdrage tot de geschiedenis van de kredietinstellingen in de Lage Landen, Pro Civitate, Historische uitgaven nr. 40, 1974, blz. 127), (S.A.B., Doop-, trouw- en begraafboeken, Algemeen Overlijdensregister - 1789 - St. Gillis, no 65).
eind(239)
De conciërge of de leenbankhouder van de Berg van Charitate moest instaan voor het goede verloop van de beleningen en de lossingen ervan. Ook voor het onderhoud van het gebouw, het ontvangen van de intresten van de uitgezette kapitalen, het opstellen van de jaarlijkse rekeningen, enz., was hij verantwoordelijk. De conciërge werd benoemd door het schepencollege. Bij zijn aanstelling was hij verplicht de eed van trouw aan de magistraat af te leggen en een borgsom te storten. De conciërge kreeg een vaste jaarwedde toegekend en kon in de Berg wonen. Bij zijn afsterven werd inderdaad de onmiddellijke sluiting en verzegeling van het gebouw bevolen door het stadsbestuur. De ‘finale’ rekening werd opgemaakt, deze eindrekening viel dan ten bate of ten laste van de erfgenamen. De conciërge van de Berg van Charitate werd in de oudste bronnen ook wel ‘commys’ of ‘bewaerder der pandern’ genoemd, in de 18de eeuw gebruikte men ook wel de benamingen ‘cassier’, ‘intendant’ en ‘directeur’. Guido Danckaert werd bijvoorbeeld in de Almanach van 1788 opgenomen als ‘kassier’, in de Almanach van 1789 als ‘Raed Intendant’ van de Berg van Charitate. (P. SOETAERT, De ‘Berg van Charitate’ te Brugge..., o.c., blz. 36-40), (S.A.B., Almanach 1788, blz. 170 en 1789, blz. 171).

eind(240)
De juridische afhankelijkheid van de provincie Limburg t.o.v. de Raad van Brabant (residerend in Brabant) had praktische moeilijkheden voor gevolg (o.a. de afstand). Daarom werd door de ordonnantie van 30 juli ook in Limburg een hoger gerechtshof opgericht dat de taak en de bevoegdheid van de Raad van Brabant m.b.t. de provincie Limburg overnam. (O.P.B.A., 3o serie, dl. 13, blz. 321-324).

eind(241)
Het pamflet waarover hier sprake is, was afkomstig van het geheim genootschap ‘Pro Aris et Focis’ (zie volgende voetnoot 242). Waarschijnlijk was het de Vonckist Michaël van der Belen uit Leuven die het te Brugge verspreidde (zie verder voetnoot 246). De preciese inhoud van het pamflet hebben we niet kunnen nagaan.
eind(242)
Hier werd gehandeld over het geheim genootschap ‘Pro Aris et Focis’. Dit werd gesticht op initiatief van Vonck, naar een ontwerp van Verlooy, beiden waren advocaat in de Raad van Brabant en felle tegenstanders van Jozef II. Het doel van dit genootschap bestond erin de centrale regering omver te werpen. Daartoe werd een speciale structuur uitgebouwd. De kern van ‘Pro Aris et Focis’ bestond uit 8 personen, elk van hen zocht afzonderlijk naar andere personen die hij aan zich bond via een eedaflegging, op zijn beurt moest iedere gecontacteerde persoon hetzelfde doen, enz... Vanaf februari 1789 werd het geheim genootschap actief: er werden in alle steden comités en milities opgericht die de patriottistische gedachte moesten verspreiden en beschermen. Soldaten werden omgekocht of geïntimideerd zodat zij het keizerlijk leger verlieten om zich buiten de grens bij de patriotische troepen aan te sluiten. Een belangrijk hulpmiddel daarbij was het pamflet (zie hierboven). S. TASSIER, Les démocrates belges..., o.c., blz. 97-104), (A. BORGNET, Histoire des Belges..., o.c., blz. 108), (L. DHONDT, Politiek en institutioneel onvermogen (1780-1794) in de Zuidelijke Nederlanden, in N.A.G.N., dl. 9, blz. 146-147).

eind(243)
Het klooster van de Grauwe Zusters, Franciscanessen van de Derde Orde, werd in 1455 gebouwd in de Oude Zak. De zusters verzorgden krankzinnigen op kosten van de stad of van hun familie, dit naargelang het persoonlijk bezit. In mei 1784 werd het klooster afgeschaft. Zoals Van Walleghem vermeldde werden de gebouwen in 1789 verkocht. (A. DUCLOS, Bruges..., o.c., blz. 304 en 548), (J. VAN HOUTTE, Geschiedenis van Brugge, o.c., blz. 241).

eind(244)
Frans Beyts werd geboren te Brugge op 17 mei 1763, hij overleed te Brussel op 15 februari 1832. Hij huwde met Marie van de Vijvere. Hij deed zijn middelbare studies te Brugge bij de Augustijnen. Vanaf 1780 ging hij te Leuven filosofie studeren. Na twee jaar studie verkreeg hij de titel van ‘primus’, ter gelegenheid hiervan werd Beyts plechtig ontvangen te Brugge. In 1785 verkreeg hij zijn licentie in de rechten. In 1787 werd hij benoemd tot secretaris van de intendant, in april 1788 werd hij aangesteld als substituut van de procureur-generaal van de Raad van Vlaanderen. In de periode van de Brabantse Omwenteling was F. Beyts sterk pro-Oostenrijks gezind, hij kreeg zelfs de spotnaam ‘oppervijg’, hij was genoodzaakt naar Frankrijk te vluchten. Bij de Tweede Oostenrijkse Restauratie werd hij in de Brugse magistraat opgenomen (april 1793 - september 1794). Beyts werd in april 1797 onder de tweede Franse bezetting lid van de Raad van Vijfhonderd. Hij werd in augustus 1800 regeringscommissaris bij het Beroepshof te Brussel. Ten tijde van de annexatie van het koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk (1810-1813) was hij werkzaam in Noord-Nederland. In de Hollandse periode speelde hij geen politieke rol. In de eerste jaren van het onafhankelijk België verscheen Frans Beyts opnieuw op het politieke toneel: als lid van het Nationaal Congres, als senator (aug. 1831) en als ondervoorzitter van de senaat (sept. 1831). (Nationaal Biografisch Woordenboek, dl. 6, blz. 29-34), (Y. VAN DEN BERGHE, Jacobijnen..., o.c., dl. I, blz. 122, 378-379).

eind(245)
Over Poupaert konden we slechts weinig gegevens terugvinden. Door Y. Van den Berghe werd hij als volgeling van M. van der Belen aangeduid (zie hiervoor de volgende voetnoot); in de kroniek van P. Ledoulx werd hij omschreven als een verdacht persoon, een gewezen soldaat van het regiment Vierset en een Frans deserteur. (Y. VAN DEN BERGHE, Jacobijnen..., o.c., dl. I, blz. 207), (S.A.B., Kroniek P. Ledoulx, Hs. 52).
eind(246)
Niettegenstaande het feit dat het Vonkisme als een typisch Brabants verschijnsel moest worden beschouwd, moeten we toch stellen dat de Vonkistische ideeën ook te Brugge werden verspreid. Michaël van der Belen was een van de Brabantse Vonkisten die naar Brugge werd uitgezonden om er propaganda te maken. Hij werd in de nacht van 30 augustus op 1 september 1789 gearresteerd wegens het verspreiden van een pamflet voor het geheim genootschap ‘Pro aris et focis’ (zie hiervoor voetnoten 258-259). Als reden voor zijn verblijf te Brugge gaf Van der Belen ‘bekwaming in het handeldrijven bij koopman en stadsschepen Van de Walle’ op. (Y. VAN DEN BERGHE, Jacobijnen..., o.c., dl. I, blz. 207).
eind(247)
François Le Cler was vinder voor het kuipersambacht na de wetsvernieuwingen van 23 april 1777, 11 mei 1779, 13 mei 1783 en 12 mei 1784. Na de wetsvernieuwing van 13 mei 1780 was hij deken van zijn ambacht. (S.A.B., Wetsvernieuwingen pf. 142: Liste de la loi 1762-1795, fol. 79).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • over Brugge


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • over Oostende

  • over Gent

  • over Doornik

  • over Brussel


landen

  • over Frankrijk

  • over Oostenrijk


datums

  • 1 augustus 1789

  • 3 augustus 1789

  • 4 augustus 1789

  • 5 augustus 1789

  • 6 augustus 1789

  • 8 augustus 1789

  • 9 augustus 1789

  • 10 augustus 1789

  • 27 juli 1789

  • 12 augustus 1789

  • 13 augustus 1789

  • 15 augustus 1789

  • 16 augustus 1789

  • 17 augustus 1789

  • 20 augustus 1789

  • 24 augustus 1789

  • 25 augustus 1789

  • 26 augustus 1789

  • 25 augustus 1789

  • 26 augustus 1789

  • 27 augustus 1789

  • 28 augustus 1789

  • 29 augustus 1789

  • 30 augustus 1789

  • 31 augustus 1789