Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1791 en 1792 (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1791 en 1792
Afbeelding van Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1791 en 1792Toon afbeelding van titelpagina van Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1791 en 1792

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.74 MB)

Scans (22.79 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Editeur

Yvan vanden Berghe



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1791 en 1792

(1987)–Jozef van Walleghem–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[September]

(1 september 1792)

- fol. 103 - Op den 1 september in den naermiddag is alhier binnen Brugge in een open rijtuijg aengekomen d'heer Charles De NetGa naar eind(80), welken gelijk verscheijde andere sedert eenige weken uijt dese stadt gevlugt was, uijt vreeze van als hiervooren fol. [94] gemelt, door het officie fiscal te worden geapparandeert. Nu siet men ook verscheijde andere die gelijkkelijk ingedaegt waeren gerust langs de stadt wandelen, waeruijt te vermoeden doet dat sij hun wegens de betigtingen t'hunnen laste hebben konnen verdedigen of dat sij vrijgesproken zijn geworden met het geven van eene geltboete, van welke tot hier nog van 't een nog van 't ander schoon diesaengaende sedert eenige weken bijnae geen andere gesprekken in de stadt waeren, den regter inhout kan vernomen worden.

(3 september 1792)

Op den 3 september verneemt men wederom zeer onaengenaeme tijdingen nopende eenige verdeelingen der Fransche legers verselt met uijtgewekene Nederlanders en baenstroopers, die langs de kanten van Doornijk en Kortrijk in eenige parochiën gevallen zijn en aldaer wederom groote ruïnen hebben veroorsakt door plonderingen brantstigtingen en moorderijen door welcke maeren de landtslieden alom van d'invallen der Fransche zeer ongerust zijn. Volgens de loopende gerugten verneemt men ook dat er eenige van dezelve benden langs de grensen van West-Vlaender zijn ingevallen, dog het gerugt dat Iper en Vuerne door de Fransche was ingenomen is niet bevestigt geworden. (LXXI gaset 3 september).

(6 september 1792)

- fol. 104 - Op den 6 september heeft men alhier de maeren vernomen dat er langs de kanten van Eecloo en Maldeghem en omstreeks dezelve plaetsen in de bosschen hun verscheijde booswigten en baenstroopers ophouden, die de voorbijgaende reijzers aenranden, hunne kleederen, gelt en alle effecten afperssen, hun in de bosschen sleepen en zoo sij 't minste geschreeuw of gewelt maeken, dreegen te vermoorden. Zoo hebben sij geduerende de daegen deser weke eene dochter in dezelve bosschen gesleept en met een mes op haere borst bedreijgt zoo sij eenig geschreeuw zoude maeken te doorsteken en hebben haer ontrooft van het geit dat sij bij haer hadde, haer goude kruijsketing en andere juweelen afgetrokken tot haer opperste kleederen, waernaer sij haer in den grootsten angst laetende, verder met de ontweerde effecten in den bosch gedrongen zijn. Dit alles van officiewege aen 't magistraet 's Landts van den Vrijen aengeklaegt zijnde, zal er naer de booswichten, die elk voor die wegen doen schroomen, nauw ondersoek gedaen worden. (LXXII gaset 6 september, etc.).

[pagina 149]
[p. 149]

(8 september 1792)

Op den 8 september 's morgens met het aenbreken van den dag, wierden langs verscheijde straeten deser stadt gevonden eene menigte zeer schimpagtige pasquillen welke gedrukt zijnde bij forme van vraegen en antwoorden, behelsden eene overgroote blaeming van alle de magistraetspersoonen en menige particuliere deser stadt. De menigte deser gesaeijde twistsoekende pasquillen moet zeer merkelijk geweest hebben terwijl er persoonen zijn die er tot meer als ik opgeraept hebben.

(10 september 1792)

- fol. 105 - Op den 10 september zijn alhier binnen Brugge gelijk gisteren en eergisteren een groot getal geestelijcke persoonen uijt verscheijde wijken van Vrankrijk aengekomen, alle gekleet in borgerskleederen en aldus niet zonder moeijte en perijkel des levens uijt hetzelve koningrijk gevlugt, wegens de gegronde vreese van door de inwoonders van het ongeluckig koningrijk om hals gebragt te worden. Dese zullen zoo men zegt nog door meer andere worden gevolgt en alhier in 't Nederlandt verblijven tot dat door de vereenigde mogentheden de Fransche saeken zullen vereffent zijn, want de tijdingen die men alhier daegelijks uijt hetzelve ongeluckig koningrijk ontfangt, doen alle herten sidderen en beven, behalvens den smaet die er aen den koning en aen de koninglijcke familie aengedaen wordt, is Vranrijk een bloetbad van moorderijen, plonderingen en alle bedenkelijcke ontmenschte grouweldaeden geworden, waerof in Parijs besonderlijk grouweldaeden voorvallen waerof men in geene kronijken de weerga oijt ontmoet heeft. Onder duijsende andere maeren die men daegelijks daeraf ontfangt, verneemt men dat in die barbaersche stadt op eenen dag meer als 200 geestelijcke persoonen den slagoffer der woede geworden zijn, die op dusdaenige eene bastaersche wijze om hals gebragt zijn, dat geene tijden opleveren oijt grootere vreetheden zelfs door de barbaeren begaen te zijn. (LXXIII gaset van 10 september, etc.).

(13 september 1792)

- fol. 106 - Op den 13 september verscheen in 't licht: ‘Wonderlijk gedrag der leden van 't zoogenaemde comite generael revolutionaire der verenigde Nederlanders en Luijkenaers’, waerin klaerlijk word geprobeerd op hun ongelovelijcke wijze dat dit gewaende committé zig van alles meester makte en tegelijk den souvereijn, het volk en de representanten van het volk wilden verbeelden, welke versaemeling sub N. kan gesien worden en uijt welke men klaerlijk siet hoe de ruststoorders van 't Nederland, als reets in de voorgaende en andere Gasetten van Gend opgeropen, andermael hebben gepoogt het heele landt in oproer te brengen en alle de inwoonders in dezelve overgroote ongelukken te dompelen, waerin het ongelukkig Vrankrijk hoe langer hoe meer gedompelt ligt en het tonneel van alle bloetstortinge, moordadigheden van alle tijden geworden is. (LXXIV gaset van 13 september, etc.).

(17 september 1792)

Op den 17 september heeft 's morgens om 11 uren den eerw. heer Laurins de DiepenhedeGa naar eind(81), etc., pligtig zijnen intre gedaen als proost der collegiale kercke van O.L.V. in den ouderdom van 31 jaeren. Door alle de heeren van den choor in corpora uijt de Proosdije op den DijverGa naar eind(82) uijtgehaelt zijnde en langs het vleeschhuijs en Nieuwstraete in de gemelde kercke gekomen zijnde onder het luijden van alle de klokken en het spelen van overschoon musik op den doxal, heeft den nieuwen heer proost besit genomen van zijnen nieuw vercierden troon in den choor van het

[pagina 150]
[p. 150]

sacristie capitel en capelle, t'eijnden welke den Te Deum Laudamus afgesongen wiert. Den autaer in den choor en verscheijde plaetsen der kercke waeren met menige - fol. 107 - vercieringen en blompotten luijsterlijk opgedost en boven den autaer van den choor was geplaest het schoon geschildert vercierde waepen van den heer proost, met het onderschrift: ‘Ad laurum non aurum’. Rondt menige straeten rondtom de kercke van O.L.V. gelegen saeg men heden ter deser gelegentheijd menige vlaggen spannen en de huijzen met alle vercieringen vercieren, wanneer ook 's avons aldaer menige pektonnen, vruegdevieren en overschoone illuminatiën ontsteken wierden. Alle welke geduerende den avond door den nieuwen heer proost besigtigt wierden, met menige van 't geselschap der luijsterijcke taefel in de Proosdije gehouden, aen welke ontrent 70 persoonen genoot geweest waeren. (LXXV gaset 17 september, etc.).

(20 september 1792)

Op den 20 september waeren alhier binnen Brugge aengekomen circa 40 à 50 mannen Switzersche troupen met roode casakken en witte vesten en broeken, welke uijt Vranrijk gevlugt of zoo andere zeggen aldaer afgedankt zijn geworden als pligtig aen 's landts verraed, welke van hier voorder naer Gend afgereijst zijn en hun onder den dienst der gevlugte Fransche princen zullen vervoegen. Geene daegen siet men nu passeeren zonder dat er eene menigte Fransche priesters alle gekleet als boeren binnen Brugge aenkomen, die in alle de cloosters, abdijen en huijsen van particuliere geplaest worden en ten koste der capitels en van de generaele geestelijkheijd zullen onderhouden worden tot'er tijdt dat de fransche saeken zullen vereffent zijn, dezelve ook van hier wegens d'overgroote menigte zoo in d'één als d'andere stadt van 't Nederlandt tot naerder order verplaest wordende. (LXXVI gaset 20 september, etc.).

(23 september 1792)

- fol. 108 - Op den 23 september vierden eenen gemeenen man en vrouw, wonende ontrent St.-Annakercke zeer pligtig hunnen vollen jubilé van den tijdt van 50 jaeren saemen te zijn getrouwt, ten welken eijnde de jubilanten geseten in eene schoone carosse en eenen treijn van 14 andere voorop rijdende, desen morgen om agt uren rond eenen grooten toer van de stadt reeden naer de capelle van O.L.V. van Blendekensgasthuijs, alwaer dezelve onder het afsingen van eene schoone misse in 't musik ten bijwesen van hunne kinderen, kintskinderen en vrienden hunnen jubilé vierden, dan weder met den zelven treijn rond de stad rijdende. In verscheijde straeten waer de jubilanten waeren wonende zaeg men ten desen eijnde de huijzen en straeten schoon verciert, gelijk ook dezelve 's avons met vruegdevieren, pektonnen en illuminatiën verlicht wierden.

(24 september 1792)

Op den 24 september vierde ook in 't clooster der eerw. paters Capucinen eenen pater zijnen jubilé van 50 jaeren te zijn geprofest, 's morgens om 9 uren onder het afsingen van een pligtige misse in dezelve kercke die schoon verciert was. In de straeten rondt dezelve kercke zaeg men veele vlaggen gespannen en eenige huijzen verciert, des avons ook vele illuminatiën, vruegdevieren en pektonnen ontsteken wordende. (LXXVI gaset van 24 september, etc., op den 27 september LXXVII gasette, dito).

(29 september 1792)

- fol. 109 - Op den 29 september zijn alhier binnen Brugge aengekomen thien religeusen uijt Vranrijk van het order der Theresianen, welke gevlugt zijnde met

[pagina 151]
[p. 151]

eenen schip langs Oostende naer hun vaderland zijn terug gekomen om te ontvlugten de ongelukken die langs alle zijden van het ongeluckig koningrijk aen alle geestelijcke worden begaen, zoo van het een als het ander geslagt en van alle welke ongehoorde grouweldaeden geen kronijken voorbeelden opleveren. Dese thien religeusen waeren op de suppressie van hun klooster in de Nederlanden naer Vrankrijk overgegaen om aldaer in een klooster van hun order volgens hun regel te leven, maer nu voor de tweede mael verjaegt zijnde, zullen dezelve terwijl hun geen pensioen meer toegestaen is, bij hunne ouders, vrienden of bekende ten koste der zelve moeten onderhouden worden.

eind(80)
Charles Denet-Ryeland, ondernemer, was actief in de Jacobijnse Club. Hij was ook lid van de Société Littéraire. Tijdens de Franse overheersing heeft hij verschillende politieke functies in Brugge waargenomen. (VANDEN BERGHE, Jacobijnen, II, p. 180-181).

eind(81)
François-Xavier Lauwereyns de Diepenhede et de Roosendaele (1758-1824) werd priester in 1782, licentiaat in de rechten in 1786. Voor hij proost werd van het O.-L.-V.-kapittel was hij kapelaan van de Sint-Walburgakerk. (J. GAILLIARD, Inscriptions funéraires et monumentales de la Flandre Occidentale avec des données historiques et généalogiques. Arrondissement de Bruges, I, vol. 2: Eglise de Notre-Dame, Brugge, 1866, p. IX-XI; ID., Bruges et le Franc, III, Brugge, 1859, p. 420).
eind(82)
De Proosdij van O.-L.-Vrouw was gelegen op de Dijver waar nu de Stedelijke Musea gevestigd zijn (huisnr. 12). Het natuurstenen poortgebouw uit 1749 is thans dienstig als ingang naar het directiegebouw en het Groeningemuseum. (L. DEVLIEGHER, De huizen te Brugge, Tielt-Amsterdam, 1975, p. 56-58).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • over Brugge


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 1 september 1792

  • 3 september 1792

  • 6 september 1792

  • 8 september 1792

  • 10 september 1792

  • 13 september 1792

  • 17 september 1792

  • 20 september 1792

  • 23 september 1792

  • 24 september 1792

  • 29 september 1792