Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Adelaïde (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van Adelaïde
Afbeelding van AdelaïdeToon afbeelding van titelpagina van Adelaïde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

Scans (5.01 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Adelaïde

(1929)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 176]
[p. 176]

XXIV.

Het heeft in de gazet van het dorp gestaan en in De Gazet van Antwerpen. Afgrijselijk ongeval. Verleden Donderdag hield de tooneelbond ‘Kunst en vermaak’ aan wiens hoofd de achtbare heer apotheker Verhaeghen staat, een souper met gezellig samenzijn om het schitterend welslagen hunner zoo buitengewoon gelukte opvoeringen te vieren. Bij het naar huis keeren kloeg een der beste actricen, mejuffrouw Reine Joncken over zware hoofdpijn, waarop de Heer apotheker haar voorstelde mee te gaan tot aan den winkel waar hij haar een doosje aspirine, de welgekende remedie tegen hoofdpijn, zou overhandigen. Mevrouw Verhaeghen die in gezegenden toestand verkeerde, was een half uur tevoren nog in het feestlokaal geweest, doch de Heer apotheker was met de andere leden mede gegaan die in groep de dames van het gezelschap naar huis brachten en zij had er enkel Mejuffrouw Joncken aangetroffen die wegens hare ongesteldheid in het lokaal

[pagina 177]
[p. 177]

gebleven was, wachtend op den Heer apotheker. Waarschijnlijk heeft Mevrouw Verhaeghen stappen gehoord, daar het venster der slaapkamer open stond, en zich willende vergewissen of het wel haar man was die thuiskeerde, moet zij zich door het venster naar buiten gebogen hebben, helaas wat al te ver, want het ongelukkig slachtoffer verloor het evenwicht en plofte met het hoofd voorover op de steenen, waar zij met doodelijke schedelbreuk werd opgenomen. Alhoewel de Eerw. Heer onderpastoor en de twee dokters van het dorp onmiddellijk ter plaatse waren, overleed zij nog dienzelfden nacht.

Wij betuigen de uitdrukking onzer oprechte christelijke deelneming in dit afgrijselijk ongeval aan den achtbaren en zoo geliefden Heer apotheker Verhaeghen die thans weduwnaar met een kindje overblijft, alsmede aan de familie Verhaeghen en in het bizonder aan de zoo zwaar beproefde Mevrouw Roothooft, wier echtgenoot, de overal zoo geachte notaris Roothooft, die sinds eenige jaren aan geestverzwakking leed, sedert Donderdag namiddag spoorloos verdwenen is. De ijverigste opzoekingen om

[pagina 178]
[p. 178]

den armen ouden man terug te vinden, bleven helaas tot heden toe vruchteloos.

Oh van God vervloekte dubbelheid!

Er wordt in die streek ginder niet veel vlas geteeld. Vlas is een teere plant die slecht tegen het weer kan en zij vraagt veel werk. Toch ziet ge er wel nu en dan een plek staan en hier en daar een put waarin geroot wordt.

Ongeveer acht jaren na de dood van Adelaïde stonden eenige mannen tot aan hun leên in 't water te rooten en een van hen zei: Nondedju, weeral een stoksken tusschen mijn teenen, en hij kreeg het er niet uit dan met zijn handen. Toen zag hij dat hij een ontvleeschden vinger van een mensch vast had.

Hij stond niet ver van den kant, maar een meter van het gras af. De mannen dreven het vlas te hoop, maakten die plaats vrij, damden ze af en lieten het water door een geul de wei in loopen. Toen groeven zij een lijk op, of liever een geraamte, want als ze er aan kwamen viel het vleesch er af als slijk. Dat geraamte zat op zijn knieën met zijn armen recht omhoog. Voor mij is dat wel het lijk van den ouden notaris geweest

[pagina 179]
[p. 179]

omdat de twee voorste boventanden heel groot waren en een beetje vooruit stonden. Dat had de notaris ook. Anders, in de streek vertelden ze dat het wel het lijk kon zijn van een boschwachter die daar voor een jaar of tien verdwenen was. De gendarmen hadden daar toen nog een bekenden strooper voor weggehaald. Wie weet het zeker? Maar als dat nu werkelijk de oude notaris geweest is, stel u voor dat het lijk van dien ouden kindschen man daar acht jaar lang in het slijk van een rootput met zijn handen naar den hemel heeft zitten smeeken, om vergiffenis voor Adelaïde.

 

In een volgende boek zal het leven van Adelaïde's zoon Eric verhaald worden en in een derde boek het leven van Eric's dochter Carla.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken