Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bejegening van Christus (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bejegening van Christus
Afbeelding van Bejegening van ChristusToon afbeelding van titelpagina van Bejegening van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (6.51 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bejegening van Christus

(1940)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

10

Reeds dacht Nicodemus niet meer aan dezen avond, want hij had alle verzoeken van Jozef, hem gebeden te leeren en over God te spreken, vriendelijk afgewezen, hij zat zwijgend in zijn hoekje te luisteren naar de oude sagen, volksliederen en den humor van het volksche dialect, toen de Grieken hem kwamen opzoeken. Ze hadden zich frisch geschoren, hun haren naar zeeliedentrant met zeep op den schedel geplakt en hun Zondagsche kleeren aangetrokken. Wat de Rabbi destijds aan Jozef van Arimathea had

[pagina 75]
[p. 75]

medegedeeld over het verschil in de leer, zegden zij goed en ernstig te hebben overwogen. Ook hadden zij bij David alle inlichtingen ingewonnen omtrent den Messias, die terechtgesteld was. Eerlijk bekenden zij er slechts van begrepen te hebben, wat zij konden en wat zij wilden. Want zij zijn Grieken en die Joodsche godsdiensttwisten, neen, niets voor hen. Maar waarom is die Messias van David terechtgesteld? Uitsluitend omdat hij zich tegen twee vijanden gericht heeft, het Sanhedrin en den Romein. Nu mogen zij dan ook maar zeelieden zijn, maar zooiets is aartsdom. Het kleinste Grieksche kind weet, dat de Romein onoverwinnelijk is en wie, bij Zeus, die nog de helft van zijn zinnen heeft, keert zich tegen een onoverwinnelijken vijand en pakt meteen dan nog zijn bondgenoot aan, het Sanhedrin, dat, let wel, den bondgenoot óók haat en slechts met hem heult om eigen behoud. Kortom, daarover verder geen woorden meer, het is zoo klaar als pompwater, het ordewoord zij: den vijand verdeelen. Welken vijand nu, als ze eenmaal verdeeld zijn, het eerst aanpakken? Den Romein? Haha! Men begint natuurlijk met den zwakste. Eerst het Sanhedrin. Eerst dat rotzooi, dat den Romeinschen teen likt. Dus met den Romein onderhandeld. Hij haat het Sanhedrin, dat hem haat en over het volk meer macht uit-

[pagina 76]
[p. 76]

oefent dan hem lief is. Wel zijn zij, beide Grieken, bespraakt, maar in de godsdiensten niet beslagen genoeg. Gij echter, Rabbi, kunt den Romein overtuigen, dat het Sanhedrin omvergeworpen moet worden en dat gij als hoogepriester eenen godsdienst zult verspreiden, die den Romeinschen meer gelijkt, zelfs geschikt is, als zij beiden u goed begrepen hebben, voor al de volkeren van hun wereldrijk. Wat zal de Romein antwoorden? Natuurlijk, dat de Joodsche godsdienststrijd hem koud laat, dat hij het Sanhedrin erkent en niets er tegen wil ondernemen. Zeer goed, zult gij dan zeggen, zeer goed. Als gij maar niets onderneemt tegen ons, als gij ons maar vrij doen geeft, om het Sanhedrin omver te werpen. Bestrijd ons in schijn, help ons echter in 't geheim, door ons te laten begaan. Onze overwinning komt immers uw heerschappij ten voordeel. Wanneer gij eenmaal hoogepriester zijn zult, Rabbi, en onder uw betrouwbaarste volgelingen de Sanhedrijnen en de Farizeërs zult hebben benoemd; wanneer de Romein zal rustig ingesluimerd zijn in zijn vertrouwen, dan eerst kunnen wij er aan denken, den indringer uit het land te drijven. Wat deden de Messiassen tot heden? Zij wierven een schare getrouwen aan, de Romein gunde het Sanhedrin die herrie. Het Sanhedrin werd ongerust, maakte op zijn beurt den Romein

[pagina 77]
[p. 77]

ongerust en gedaan was het met den Messias. Wij zullen geen argwaan wekken. Wij zijn de staatskerk. Onze getrouwen zullen niet oprukken met lawaai. Zij zullen vrome menigte zijn die voor het loofhuttenfeest naar de stad komt. Na de diensten in uwe kathedraal, zal zij biddend en zingend in processie door de stad gaan. Plots zal de stormklok luiden, de vrome pelgrims zullen dolken en zwaarden trekken. Binnen het uur zijn het garnizoen en het landvoogdelijk paleis uitgemoord. Wij hebben reeds welgeteld 200 vastberaden mannen, die u volgen willen, Rabbi, arme lieden, die niets te verliezen hebben, dat zijn de goede. Geld echter kunnen wij ook niet ontberen. De heer van hierover, Asveer van Bethlehem, wij hadden zoo gedacht, hij staat buiten alle politiek, misschien is hij ontevreden, en rijk is hij.

Ze waren uitgepraat, nog altijd verroerde hun Rabbi niet. Ze herhaalden, dat ze slechts twee ongeletterde Grieksche zeelieden waren, maar toch maakten ze zich sterk, gansch den opstand te organiseeren, als de Rabbi slechts de prediking op zich nam en vooral de onderhandelingen met den landvoogd. Eer het jaar om is, is de Rabbi hoogepriester. Ja!

‘Gaat slapen,’ zegt Nicodemus, ‘zet u deze dwaasheden uit het hoofd.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken