Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bacchus. Zijn leven verteld en verklaard door dichters, mythografen en geleerden. Deel 1 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bacchus. Zijn leven verteld en verklaard door dichters, mythografen en geleerden. Deel 1
Afbeelding van Bacchus. Zijn leven verteld en verklaard door dichters, mythografen en geleerden. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Bacchus. Zijn leven verteld en verklaard door dichters, mythografen en geleerden. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.90 MB)

Scans (9.62 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bacchus. Zijn leven verteld en verklaard door dichters, mythografen en geleerden. Deel 1

(1968)–L.Ph. Rank, J.D.P. Warners–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 150]
[p. 150]

Besluit

Onze studie begon met een kort overzicht van drie belangrijke Bacchus-bronnen uit de oudheid: Euripides' Bacchae, het literaire en religieuze hoogtepunt van de Dionysusliteratuur, tevens rijke bron voor de renaissance van talrijke gegevens aangaande de god en zijn gevolg; Ovidius, de elegante dichter, wiens Bacchusverhalen zulk een enorme bekendheid gehad hebben in middeleeuwen en renaissance; Diodorus Siculus, de historicus-mythograaf, die de wijngod van veel luister beroofde.

Welbeschouwd is onze eerste niet-klassieke bron ook nog geen middeleeuwer: Fulgentius leefde tussen oudheid en vroege europese geschiedenis. Deze auteur tracht eigennamen etymologiserend en aldus allegoriserend te verklaren, en hij ontwerpt een zeer voorlopig godensignalement. Hij redt, als het ware, iets van de klassieke cultuur en legt aldus een basis voor middeleeuws onderzoek.

Mythographus Vaticanus i is de eerste ons bekende echte middeleeuwer, die klassieke kennis tracht te restaureren. Zijn boek zal een schoolboek geweest zijn met korte inhouden van de mythen. Het gaat hem meer om de feiten dan om de verhalen zelf. Opmerkelijk is de afwezigheid van allegorische verklaringen, die bij Fulgentius een integrerend deel van zijn boek vormen.

Mythographus Vaticanus ii geeft duidelijk meer de mythische verhalen en ook hij doet het zonder allegorische explicatie. In tegenstelling tot M.V. i is deze auteur bekend met de euhemeristische opvattingen: goden waren mensen, zoals ook Fulgentius al wist.

Mythographus Vaticanus iii levert in de eerste plaats godensignalementen. De kennis aangaande de mythologie is nu veel uitgebreider. Heel belangrijk is het dat de auteur Remigius van Auxerre kende, de befaamde commentator van Martianus Capella en andere middeleeuwse bronnen.

[pagina 151]
[p. 151]

De kleinere Ovidiusuitleggers schreven weer schoolboeken, die korte samenvattingen van de mythologie gaven in de trant van Lactantius Placidus op Ovidius. Het was de aetas ovidiana. Hier lezen we weer voornamelijk allegorische verklaringen.

De grote interpretatio christiana begint eerst recht in de Ovide moralisé. De auteur is een omstandig en begaafd verteller en een diepzinnig interpretator, die Ovidius leest als een bron van christelijke inspiratie. De zekerheid dat Ovidiusverhalen een christelijke interpretatie gedogen is wezenlijk voor zijn dichterschap: in de heidense verhalen ligt christelijke waarheid verborgen. Eén mythe heeft hier veelal meerdere betekenissen, zoals ook de Bijbel zelf. Het werk in zijn geheel wil vermakend en stichtend zijn. Berchorius, de volgende middeleeuwse schrijver, is een encyclopedisch geleerde, die ook de christelijke interpretatie centraal stelt. De auteur is een systematisch werkend man; zijn geschriften leggen het accent op de uitleg, terwijl zijn vertelkunst tot een absoluut minimum beperkt is. De mythe wordt door hem negatief en positief gewaardeerd en uitgelegd.

Met Boccaccio staan we op de drempel van de renaissance; het echt-nieuwe is in ieder geval de, zij het dan ook beperkte, kennis van griekse auteurs. Ook Boccaccio, die aan zijn mythologisch werk vele jaren besteed heeft, had een zeer uitgebreide kennis en zijn boek maakt de indruk van een beredeneerd lexicon, zoals alle mythologische werken van de renaissance. Boccaccio is hier al evenmin een verteller: hij expliceert, zonder daarbij de christelijke verklaringen ook nog maar een schijn van kans te geven: de allegorische uitleg is middelpuntig. Met deze enkele opmerkingen trachten we het renaissancistische van de auteur aan te geven: kennis van het grieks, geen christelijke explicatie, grote en nauwelijks geordende kennis.

Wat kennis betreft is Giraldi weer de meerdere van Boccaccio. Deze auteur laat zelfs vaak de uitleg van zijn geleerde mededelingen achterwege: ze moeten maar voor zichzelf spreken. Interessant is het te zien hoe Giraldi veel kennis bijeengegaard heeft over de Bacchuscultus en hoe klassieke inscripties zijn grote aandacht hebben.

[pagina 152]
[p. 152]

Comes sluit zich bij de twee laatstgenoemden nauwkeurig aan, maar geeft meer ruimte aan de explicatie. In dit wetenschappelijk werk laat Comes bij tijd en wijle zijn lezers genieten van eigen gedichten, die hij citeert.

Tenslotte de geleerden uit de zeventiende eeuw, die we niet afzonderlijk hier meer willen noemen: de lezer heeft reeds gezien hoezeer zij eenzelfde doel nastreven. Hun pogingen zijn geheel anders gericht dan die van de echte renaissanceschrijvers: zij streven er naar om de mythologische verhalen in verband te brengen met de geschiedenissen van het Oude Testament, daarbij gebruik makend van een comparatistische-etymologische methode. Naar hun mening is er een nauwe taal- en cultuurverwantschap tussen het Hebreeuws en het Grieks, tussen de geschiedenis en de godsdienst van joden en Grieken. Dat hierbij een dankbaar gebruik gemaakt wordt van de kennis van het Hebreeuws spreekt voor zichzelf, wat een nieuwe verworvenheid is, na de renaissancistische kennis van het grieks.

Men zou kunnen zeggen dat de middeleeuws-christelijke mythenuitleg in de zeventiende eeuw verandert in een taal- en cultuurwetenschappelijke analyse van bijbelse overlevering en klassieke mythologie. De geleerden van de zeventiende eeuw zagen in de mythologie een verwrongen bijbelse waarheid, waaruit hun conclusies dan als vanzelf voortvloeien: de mythologie is in de grond een joodse waarheid, die echter verdraaid is en vaak verknoeid en verleugend door de heidenen. Maar in wezen is de mythologie goddelijke openbaring in onjuiste toepassing.

Deze gedachten hebben ook middeleeuwers gehad, zij het minder expliciet, zij het minder berustend op wetenschappelijke inzichten.

Zo zagen wij deze lijn zich in de mythenexplicatie afbakenen: het begin is een poging de mythen op allerlei wijzen, historisch, moralistisch en natuurkundig bijvoorbeeld, te verklaren. Daarna kwam de middeleeuwse christelijke uitleg. De geleerden van de renaissance bemoeiden zich niet met een christelijke uitleg: zij waren vervuld van hun pasverworven kennis der oudheid die ze

[pagina 153]
[p. 153]

encyclopedisch over hun lezers uitstortten. Tenslotte de zeventiende eeuw, waarin we geleerden ontmoetten die op geheel andere wijze een christelijke uitleg najaagden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken