Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vadertje Langbeen (ca. 1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vadertje Langbeen
Afbeelding van Vadertje LangbeenToon afbeelding van titelpagina van Vadertje Langbeen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.36 MB)

Scans (9.66 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

briefroman
vertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vadertje Langbeen

(ca. 1920)–Jean Webster–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

10 Augustus.

Den Heer Vadertje Langbeen.

 

Mijnheer,

Ik schrijf aan je, gezeten op den tweeden tak van den wilgenboom bij de poel in de wei. Onder mijn voeten kwaken de kikkers, een sprinkhaan maakt muziek boven mijn hoofd en twee kleine roodvinkjes springen in mijn boom van tak tot tak. Ik zit hier al een heel uur. Het is een heerlijk plaatsje, vooral nu ik eerst twee kussens op

[pagina 86]
[p. 86]

mijn tak heb gelegd. Ik kwam hier met een vulpenhouder en een blocnote, in de hoop een onsterfelijk verhaal op papier te doen ontstaan, maar ik heb een zwaren strijd met mijn heldin gestreden. Ik kan haar maar niet laten spreken en handelen zooals ik het graag zou willen en daarom laat ik dat verhaal maar een oogenblik rusten en schrijf aan jou. (Voor mij eigenlijk geen verlichting, want ook jij handelt niet zooals ik het graag zou willen, en spreken doe je heelemaal niet). Wanneer je nu in dat drukke New-York bent, zou ik je wel wat van onze heerlijke, frissche lucht hier en het mooie uitzicht willen sturen. Het is hier hemelsch na een week regen!

O ja, van den Hemel gesproken! Herinner je je Ds. Kellog, den predikant van de kleine, witte kerk in Corner, waarover ik je verleden jaar al schreef? Nu, die arme ziel is gestorven. Verleden winter aan longontsteking. Ik ben nog wel een keer of zes naar zijn preeken gaan luisteren en ik raakte zoo tenslotte geheel vertrouwd met zijn ideeën. Tot aan zijn dood toe geloofde hij precies hetzelfde als wat hij als kind al had geloofd. Ik vind, dat een mensch, die 74 jaar lang precies dezelfde gedachten kan behouden zonder ook maar in een enkele kleinigheid te veranderen, als een merkwaardigheid tentoongesteld moest worden. Ik hoop, dat hij nu gelukkig is met zijn harp en zijn gouden kroon. Hij was er zoo vast van overtuigd dat hij ze zou krijgen. Er is nu een andere, jonge predikant. Een erg verwaand heerschap. De broederschap is vrij oproerig, vooral de aanhangers van den diaken Cunnings. Het lijkt wel of we hier gauw een groote verdeeldheid in de kerk zullen krijgen. Wij op Lock Willow bemoeien ons niet met die twisten.

Gedurende de regenweken heb ik aanhoudend op zolder gelezen. Hoofdzakelijk Stevenson. Hij zelf is boeiender dan een van de personen in zijn boeken. Ik zou haast zeggen, dat hij van zich zelf den held maakt, waarvan je graag zou willen lezen. Vindt je het niet eenig van hem, dat hij de erfenis van $10.000 van zijn wader heelemaal voor een jacht besteedde en daarmede naar de Zuidzee zeilde? Hij voldeed aan zijn avontuurlijke neigingen. Als

[pagina 87]
[p. 87]

mijn vader me $10.000 had achtergelaten, deed ik het ook. De gedachte aan Vailima maakt me wild. Ik wil ook de tropen zien, ik wil de heele wereld zien. En ik zal ook op een goeden dag een wereldreis gaan maken. Ja heusch, lieveling, wacht maar tot ik een groote schrijfster ben of een beroemde artiste of wat voor een beroemdheid ik ook worden moge. Ik heb een vreeselijke zwerversnatuur. Ik zou dolgraag willen reizen. Als ik een landkaart zie, heb ik grooten lust om mijn hoed op te zetten en mijn parasol mee te nemen en op stap te gaan. ‘Voordat ik sterf, zal ik de palmen en tempels van het Zuiden zien’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken