Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vadertje Langbeen (ca. 1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vadertje Langbeen
Afbeelding van Vadertje LangbeenToon afbeelding van titelpagina van Vadertje Langbeen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.36 MB)

Scans (9.66 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

briefroman
vertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vadertje Langbeen

(ca. 1920)–Jean Webster–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

9 Januari.

Wil je iets doen, lieveling, waarmee je je eeuwig zielsheil kunt verzekeren? Er verkeert hier een familie in vreeselijken nood, een moeder en vader en vier zichtbare kinderen. De twee oudste jongens zijn de wijde wereld ingetrokken, om hun fortuin te zoeken en hebben niets meer van zich laten hooren. De vader heeft in een glasfabriek gewerkt en kreeg er de tering - het is vreeselijk ongezond werk - en nu ligt hij in het ziekenhuis. Door die ziekte zijn al hun spaarduitjes opgeraakt en nu moet de oudste dochter van 24 de heele familie onderhouden. Ze gaat uit naaien voor $1.50 per dag (als ze dat ten minste krijgt) en 's avonds borduurt ze ook nog. De moeder is niet erg sterk en verbazend slap van karakter en devoot. Ze zit den geheelen dag met gevouwen handen, een beeld van geduldige gelatenheid, terwijl de dochter zich met haar afbeulen, haar zorgen en haar groote verantwoordelijkheid half dood maakt. Ze weet niet hoe ze door den winter heen moeten komen en mij is dat ook een raadsel. Met een honderd dollars zou ze brandstof kunnen koopen en schoenen voor de kinderen, zoodat die wear naar school kunnen, en ze zou dan ook nog overhouden, zoodat ze niet zoo vreeselijk heeft te tobben wanneer ze eens geen werk krijgt en een paar dagen thuis moet blijven.

[pagina 129]
[p. 129]

Jij bent de rijkste man, dien ik ken. Zou jij niet die honderd dollars kunnen missen? Dat meisje verdient veel meer geholpen te worden dan ik, toen ik nog in het John Grier Home was. Ik vraag het eigenlijk ook maar alleen voor dat arme kind. De moeder kan me niets schelen. Daar zit absoluut geen leven in en die vindt toch alles wat de Heere doet, welgedaan.

Het kan me woedend maken, wanneer die menschen hun oogen vroom ten hemel slaan en lijzen: ‘Wie weet, misschien is het wel voor ons bestwil’ terwijl ze er zelf toch zoo vast van overtuigd zijn, dat dat natuurlijk niet zoo is. Nederigheid, of hoe je het ook noemen wilt, is alleen maar machtelooze traagheid, laksheid! Ik ben voor een opgewekten, strijdlustigen godsdienst.

We hebben op het oogenblik vervelende colleges over wijsbegeerte - morgen weer over Schopenhauer. Onze prof. schijnt te denken, dat we voor niets anders te werken hebben. Hij is een grappige oude baas en altijd met zijn gedachten ver van deze aarde verwijderd en als hij dan plotseling vasten grond onder zijn voeten voelt, schrikt hij op. Hij probeert de colleges een beetje aangenamer te maken door er nu en dan een grap tusschen te gooien en dan spannen wij ons in om te glimlachen. Maar ik kan je verzekeren, dat dat soms toch nog moeilijk gaat. In zijn vrijen tijd tracht hij het probleem op te lossen, of de dingen werkelijk bestaan of dat hij alleen maar denkt, dat ze bestaan.

Ik weet zeker, dat mijn arm naaistertje het dan verder heeft gebracht, zij weet tenminste dat de dingen bestaan.

Waar denk je wel, dat mijn nieuwe novelle is? In de prullenmand! Ik zie zelf in, dat het niets wordt en als een auteur dat al van zijn eigen werk zegt, wat moet het venijnige publiek dan niet schreeuwen?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken