Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op het huwelyk van de heere Johan Gerard Bosch, heer van Essenstein. En jongkvrouwe Maria Cornelia Achtienhoven (1762)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op het huwelyk van de heere Johan Gerard Bosch, heer van Essenstein. En jongkvrouwe Maria Cornelia Achtienhoven
Afbeelding van Op het huwelyk van de heere Johan Gerard Bosch, heer van Essenstein. En jongkvrouwe Maria Cornelia AchtienhovenToon afbeelding van titelpagina van Op het huwelyk van de heere Johan Gerard Bosch, heer van Essenstein. En jongkvrouwe Maria Cornelia Achtienhoven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.18 MB)

XML (0.01 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bruiloftsdicht / epithalamium


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op het huwelyk van de heere Johan Gerard Bosch, heer van Essenstein. En jongkvrouwe Maria Cornelia Achtienhoven

(1762)–H. Weede–rechtenstatus Auteursrechtvrij

In den echt vereenigt, den IXden van sprokkelmaand MDCCLXII


Vorige Volgende
[Folio A2r]
[fol. A2r]

Op het huwelyk, van den heere Johan Gerard Bosch, heer van Essenstein.
En jongkvrouwe Maria Cornelia Achtienhoven.

 
Ik Zing, (schoon stamelend') het soet der Huw'lyks min,
 
Het heil dier hartstocht! daar twee Zielen in een zin
 
Den een des ander's vreugd met blydschap komt beöogen,
 
 
 
't Zy my gegunt Heer Bosch U myn gering vermoogen
 
Te Offeren tot een blyk van Dank-erkentenis,
 
Voor al de gunst die my door U beweezen is.
 
 
 
Wat vreugd Heer Bruidegom! gy zult na lang verlangen,
 
In 't eind' Uw's hartenwensch Uw schoone Bruid ontfangen;
 
Gy zult in 't eind tot loon van uwe Liefde en Trouw,
 
Genieten het bezit van zulk een waarde Vrouw;
 
Wien's hart gy door Uw' Min tot wedermin bewoogen,
 
Uw' hoop bezeg'len zag door 't lonken van haar' oogen.
 
 
[Folio A2v]
[fol. A2v]
 
Gy werpt met reden nu al uw geleên verdriet,
 
En zorgen van U af, en denkt nu anders niet
 
Als om Uw' Ziel's Voogdes te omhelzen en in' t kussen,
 
In haaren zagten schoot Uw' zuivre vlam te blussen.
 
Gelukkig Bruidegom! nu denktge aan 't Koopgewin,
 
Nog 't heerlyke Essenstein! Mariendaal waarin
 
Ge Uw vreugd en voordeel vind kan U thans niet bekooren,
 
Geen aards vremaak kan U in 't streelend denkbeeld stooren,
 
Vervult door 't zoet gezigt waar uit de liefde straald
 
Van U ô schoone Bruid! die als een Zonne praald,
 
En door 't bevallig schoon Uw Bruidegom deed blaaken;
 
Die 't heerlyke oogenblik met blydschap ziet genaaken,
 
Dat hem de wellust schenkt het zoet daar hy naar haakt.
 
 
 
'k Zie (zoo ik 't zeggen mag) 't genoegen dat gy smaakt
 
In deezen Staat, ik zie 't uit Uw bemin'lyk weezen,
 
En schoon gy 't veinsd, zelf uit dat veinzen kan men 't leezen:
 
Het oog ontdekt den grond van 't hart door stomme taal,
 
Ja 't vergenoegen schynd in deeze Bruiloft' s Zaal
 
Elk's hart tot gulle vreugd en blydschap op te wekken,
 
Uw Maagschap ziet verheugd ô Bruid! Uwe Echt voltrekken,
[Folio A3r]
[fol. A3r]
 
Een yder stemd Uw' keur en roemd Uw wys besluit;
 
Misgunnende Heer Bosch geenszins zoo schoon een buit.
 
Uw Vader zelfs verjongd, wyl Uw' geliefde Moeder
 
Met Uwe Zusters en Uw' deugdelyken Broeder
 
Hun onderling vermaak vertoonen op 't gezigt.
 
 
 
En gy Mevrouw; die steeds de Moederlyke plicht
 
Voor 's Bruigoms eerste Jeugd, (die gy te saam aanvaarde
 
Met zyn Heer Vaders hand) altoos gelyk een waarde
 
En teed're Voedster hebt betracht met zorg en vlyt,
 
Wat vreugd voor U als gy nu weer gekoomen zyt
 
In de oude Aartsbisschops Stad, die uitziet met verlangen
 
Om U en 't lieve Paar in haare Vest te ontfangen,
 
Daar ge in 't beschouwen van hun onderling geluk,
 
Uw' daagen slyten moogt, bevryd van ramp en druk.
 
 
 
Hoe juicht de Lek! die uit den Rynstroom voortgesprooten,
 
Het heerlyke Essenstein in luister komt vergrooten,
 
De klaare Vechtstroom die met zyn steeds kabb'lend nat
 
Het schoon' Mariendaal al bruischende bespat;
 
Schynt vrolyker dan ooit te vlieten langs zyn boorden,
 
Verwagtende nu haast in deez' vermaakelyke oorden:
[Folio A3v]
[fol. A3v]
 
Dat zig dit lieflyk Paar koomt spieg'len in hun Vloed.
 
Ja schoone Hoven zie eerlang Uw Heer te moet,
 
Die als de Zomer Zon Uw' luister aan zal kweeken,
 
Zyn schoome Ega door Uwe aangenaame streeken
 
Gelyk een Galathé zal leiden by de hand,
 
En koutende doen zien hoe 's Ovens gloënde brand
 
De weeke Kleistof kan tot harde steenen maaken,
 
En haar erinnerd hoe zyn' liefdens gloed door ' t blaaken
 
Haar eerst onbuigzaam hart in 't eind vermurwen kon;
 
Of zittende in het groen (de heete Middag zon
 
Ontweeken,) onder 't loof der schaduwryke Boomen,
 
Daar duizend Voog'len haar om stryd verwellekoomen,
 
Door 't lieflyk' zang geluid, of op een Veld Tapyt
 
Van Bloemen, geschakeerd...... maar hoe! 't is meer dan tyd,
 
Te rug myn Zangeres, keer, naar de Bruiloftszaale,
 
De Nanacht spoed, zie reeds de Sterren aan het daalen;
 
Des Bruidegoms geduld is lang ten eind gebragt.
 
 
 
Wel aan dan deugdryk Paar! gaa, daar de Liefde U wagt,
 
Gaa Bruidegom, gaa heen; daar U de Minne Goden
 
Tot loon van Uwe Trouw, tot kuische weelde nooden,
[Folio A4r]
[fol. A4r]
 
Daar zuiv're wellust zelfs U heeft het Bed gespreid.
 
De blydschap noodigt U daar tot een Liefdens stryd,
 
Waar uit wy hoopen dat (eer nog dit Jaar zyn daagen
 
Geëindigt heeft,) gy zult de zegetekens draagen,
 
Als Achtienhoven U Uw' Huw'lyk's min ten loon,
 
Den aanwas Uwer Stam zal toonen met een Zoon;
 
Dan zien wy weer met vreugd Uw Oud Geslacht herleeven,
 
En 't haast verstorven Bosch weer nieuwe Telgen geeven;
 
Den Bloei herbooren, daar wy wenschen Jaar op Jaar
 
De Vrugten van te zien, en dat gy met malkaar
 
Altoos des Hemels zorg ziet voor Uw' welstand waaken,
 
Waar door Uw' Zielen meer en meer in Liefde blaaken,
 
Op dat gy met dat Schild gewapend alles tart,
 
De Deugd de beste schat, bewoone steeds uw hart,
 
Tot dat d'Alzegenaar U 't aards geluk doet derven,
 
En U zyn Zalig Ryk het hoogste Goed doet Erven:
 
Om daar in beter Vreugd, geen Sterveling bekent,
 
Voor Eeuwig weer verëend te leeven zonder End.
 
 
 
H. WEEDE

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken