Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Maal]

MAAL, mede een verouderd zelfst. naamw., beteekenende eene verzameling, bijzonderlijk, eene openlijke volksvergadering, insgelijks eene regtsvergadering, in welke beteekenis het middeleeuwsche mallus en mallum dikwerf voorkomen. Bij Rab. Maur. is mahal een geregtshof. Maal, of maalschap was oul., in de Veluw, de plaats, waar geregt gehouden wordt, en iemand, die eenen eigendom, en regt op een der veluwsche bosschen heeft, noemt men maalman. Malus is bij Eccard publicus conventus, judicium civile, placitum, forum causarum; en hij leidt het af van maal, oul. een teeken; zijnde maalstad zoo veel als locus judicii, dewijl diestijds, bij de geregtsplaatsen, een zeker teeken, een boom, een steen, of houten kruis gesteld werd; van welk maal (mahl) de Hoogduitschers hun denkmahl, grabmahl, enz., voor gedenkteeken, grafnaald, graftombe enz. hebben. Anderen brengen het tot maal, gastmaal, omdat de oude Germanen gewoon waren, hunne plegtige vergaderingen met eenen maaltijd te besluiten; het welk nog veelal in gebruik is. De Rhoer vindt deszelfs oorsprong in malen, lat. molere, als ware maalstad, maalstede, eene plaats, waar men maalt, bij Kil. banmolen, mola publica intra terminos jurisdictionis; omdat elk dorp, of elke streek, zijnen eigenen molen, zijne vaste maalplaats had; waarom men het kerspel zelf, en naderhand het geregt, in dien oord gehouden, maalstede noemde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken