Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Magtig]

MAGTIG, bijv. naamw. en bijw., magtiger, magtigst. Naturelijke kragt, vermogen hebbende: de leeuw is een magtig dier. Dat vele middelen heeft, om zijn oogmerk te bereiken: een magtige vriend. Hij is mij te magtig geworden. Een magtige vijand - een magtig rijk. Fi-

[pagina 15]
[p. 15]

gurelijk: een magtig huis, een groot, ruim huis, welke beteekenis met het gr. μεγας overeenkomt. Zoo ook eene magtige, groote, meenigte volks. Magtig zijn, in staat zijn: hij is nog magtig om te betalen. Een land magtig worden, in zijne magt krijgen. Hij is zijne zinnen, ook met den tweeden naamval, zijns verstands, nog magtig. Vele talen magtig zijn, vele talen kennen. - Magtig wordt ook van spijzen gezegd, die sterk gekruid en gesousd zijn: dat is zeer magtige kost. Van hier zegt men schertsende: dat is mij te magtig, wanneer het te duur, te hoog in prijs is: ik zou dat huis wel gekocht hebben, maar de prijs was mij te magtig. Ook wordt het, bij andere bijvoegelijke naamwoorden gevoegd, om eene soort van overtreffenden trap te vormen, voor zeer: hij is magtig rijk. Magtig schoon. Magtig veel geld. Hij beeldt zich magtig veel in. Van hier magtigheid.

Bij Notk. mahtig, Ulphil. mahteiga, angels. mihtig, eng. mighty, zweed. mägtig, deen. en neders. mägtig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken